Naar verwachting treedt volgend jaar de ‘tweede tranche’ van de Wet open overheid ook voor gemeenten in werking. Daarmee gaat een actieve informatieplicht gelden voor bepaalde documenten, waar die nu nog niet altijd geldt.
Alle decentrale overheden krijgen te maken met de nieuwe wetgeving. Op grond van artikel 3.3 lid 2 Woo moeten Provinciale Staten, gemeenteraden en algemene besturen van waterschappen en hun commissies hun vergaderstukken en verslagen actief openbaar maken. Deze openbaarmaking moet tegelijkertijd met de toezending van de stukken aan de deelnemers van de vergadering gebeuren.
Nu moesten raden en Staten dit feitelijk al op grond van de Gemeentewet en de Provinciewet. Dus tot zo ver weinig nieuws onder de zon. Ook hun besluitenlijsten dienen ze actief openbaar te blijven maken.
Nieuw: agenda’s openbaar
Voor het dagelijks bestuur verandert er wél wat. Gedeputeerde Staten (GS), colleges van burgemeester en wethouders en dagelijkse besturen van waterschappen moeten eveneens hun agenda’s en besluitenlijsten actief openbaar maken. De agenda’s moeten uiterlijk bij aanvang van de betreffende vergadering voor iedereen te raadplegen zijn. Voor de besluitenlijst geldt dat deze zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na vaststelling openbaar moet worden gemaakt.
De verplichting tot openbaarmaking van de agenda is hier nieuw, de besluitenlijst van het college of gedeputeerde staten moest ook al bekend worden gemaakt op grond van de Gemeentewet en de Provinciewet.
De oorspronkelijke regeling zag niet op gemeenschappelijke regelingen oftewel gemeentelijke samenwerkingsverbanden. De wetgever nam gewoon aan dat actieve openbaarmaking in die gevallen via de deelnemende gemeente- en provinciebesturen zou kunnen verlopen.
Het amendement
Het amendement-Buitenweg c.s. bracht verandering in dat laatste. De indieners ervan vonden het onwenselijk dat de Woo extra transparantie creëerde voor met name besluiten van colleges en GS, terwijl besluiten in het kader van een gemeenschappelijke regeling buiten schot zouden blijven.
Daarom moeten straks óók algemene besturen van openbare lichamen en hun commissies, besturen van bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen hun vergaderstukken en verslagen actief openbaar maken. Dagelijkse besturen van openbare lichamen kunnen volstaan met de actieve openbaarmaking van hun agenda’s en besluitenlijsten.
Openbaar
Dit sluit aan bij het openbaarmakingsregime dat de gemeentelijke samenwerkingswet Wgr al kent. Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar, net als een gemeenschappelijk orgaan ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling waaraan raden deelnemen.
Vergaderstukken en verslagen moesten dan ook al openbaar moesten worden gemaakt bij samenwerking, net als besluitenlijsten. Tenzij er geheimhouding op bepaalde stukken is gelegd of een van de uitzonderingsgronden van de Woo van toepassing is. De Wgr kent daartoe een eigen geheimhoudingsregime dat op openbare lichamen en de genoemde gemeenschappelijke organen van toepassing is.
En het probleem…
Alle vergaderstukken moeten dus actief vooraf openbaar worden gemaakt, tenzij er geheimhouding is opgelegd. Maar voor bedrijfsvoeringsorganisatie en gemeenschappelijke organen waarin géén raden participeren, geldt geen geheimhoudingsregime. Dat kan ook niet bij de gemeenschappelijke regeling of verordening in het leven worden geroepen.
Dit betekent dat álle vergaderstukken actief openbaar gemaakt moeten worden. En dat bijt wanneer het gaat om stukken die op grond van een van de uitzonderingsgronden van de Woo niet openbaar mogen worden gemaakt. Het bestuur of het gemeenschappelijk orgaan moet daarover beslissen. Maar om te kunnen beslissen moeten de stukken eerst op de openbare agenda worden gezet, en zodoende als vergaderstuk bekend worden gemaakt: een ‘Catch-22’, waar geen ontsnappen aan lijkt.
Geen besloten afweging
Hoe het bestuur of het gemeenschappelijk orgaan moet beslissen voorafgaand aan de vergadering, maar ook buiten die vergadering om, is onduidelijk. De wetgever heeft er géén rekening mee gehouden dat binnen de bedrijfsvoeringsorganisatie en het gemeenschappelijk orgaan geen apart dagelijks bestuur bestaat dat die afweging nog in beslotenheid kan maken.
Geef een reactie