Het vraagrecht is verankerd in de Gemeentewet. Elk raadslid mag het college het hemd van het lijf vragen. Maar het beantwoorden van al die raadsvragen kost tijd en geld, dus mopperen colleges en ambtenaren er vaak over. Het probleem is: antwoorden leiden zelden tot iets.
Uiteraard moet de gemeenteraad antwoord krijgen op vragen. Dat staat in de Gemeentewet (artikel 155 en 169). Dat geldt overigens voor iedereen binnen een gemeente, daar zorgt de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) voor.
In elke gemeente zijn in het reglement van orde bepalingen opgenomen over het indienen van raadsvragen en afdoeningstermijnen. Dat is vaak een maand, tenzij het college aangeeft dat dit niet gaat lukken en uitstel vraagt. Colleges en ambtelijke organisaties mopperen – vaak binnenshuis, soms openbaar – over de hoeveelheid en de kwaliteit van raadsvragen.
Wat levert het op?
Vragenstellerij zorgt voor consternatie, beantwoording kost tijd en moet zorgvuldig gebeuren. Iedereen moet er ‘zijn plasje over doen’ en wat levert het uiteindelijk op? Gaat iemand, de vraagsteller incluis, ooit iets met de antwoorden doen?
Overigens moppert de regering ook vaak over het aantal vragen dat door de Tweede Kamer wordt gesteld. De beantwoording wordt vaak uitgesteld. Half augustus waren er meer dan 150 vragen overtijd! En de vraag die het langst wacht op antwoord doet dat al 319 dagen.
In de Kamer worden jaarlijks gauw vier duizend vragen gesteld, in de gemiddelde gemeenteraad gaat het om enkele tientallen, maar mijn gevoel zegt dat het aantal stijgt. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam refereerde aan raadsvragen en prees de raad in een nieuwjaarspeech in 2011 om de ‘enorme betrokkenheid bij het wel en wee van de stad en zijn inwoners’.
Maar hij zei ook: ‘Mag het een onsje minder zijn, al was het maar omdat wij het werk met minder ambtenaren moeten doen?’ Het ging toen om 400 raadsvragen per jaar, nu zijn dat er al 500 – en het is pas augustus!
In mijn tijd als griffier kreeg ik regelmatig de vraag wat dat nou kost, zo’n schriftelijke vraag. Er zitten eenvoudige vragen bij, een beetje schrijfvaardig ambtenaar heeft die in een uurtje afgehandeld. Er zijn ook vragen waar je diep voor moet spitten in archieven, externen moet raadplegen, overzichten moet maken en diverse bronnen moet citeren.
Daar kun je een hele tijd mee bezig zijn. Wat zal het gemiddelde bedrag zijn? Ik denk circa 1000 euro. Is dat veel? Kamervragen, is ooit becijferd, kosten vier keer zoveel.
Maximale publiciteit
De oppositie stelt altijd meer schriftelijke vragen. Om echt antwoord te krijgen, om verkapt het eigen standpunt voor het voetlicht te brengen en ook om het college en de coalitie te tergen. Schriftelijke vragen zijn van alle raadsinstrumenten in zekere zin de beste ‘return on investment’: ze kosten weinig moeite en tijd om te maken, en leveren maximale publiciteit op, want de lokale pers plaatst ze meteen.
In gemeenten komt vroeg of laat de discussie op de agenda (door schriftelijke vragen bijvoorbeeld) of het allemaal niet wat minder kan. Het is doorgaans de geïrriteerde coalitie die de discussie aanzwengelt over kosten. Want je mag vragen wat je wilt, maar er zijn grenzen aan wat de organisatie aankan, zeker als er is bezuinigd op het ‘apparaat’.
Cynisch genoeg is het vaak de coalitie die op dat ‘apparaat’ heeft bezuinigd. Het gaat inderdaad om prioriteiten. En stel dat de kosten bekend zijn, krijgt de raad dan een prijzenlijst en vervolgens een quotum? Schriftelijke vragen: 1000 euro, moties: 2500, amendementen: 1500.
Inzicht in de kosten kan op zich wel nuttig zijn voor bewustwording en zelfregulering. Maar het is en blijft een democratisch recht, daar kan niet aan worden getornd. Dus gewoon beantwoorden die hap en de eventuele meerkosten verantwoorden in de programmarekening.
Terugkoppeling
Dus prima als een raadslid vragen stelt en daar antwoord op krijgt. Maar het minste wat je vervolgens kunt verwachten, is terugkoppeling. Wat heeft hij/zij ermee gedaan, hoe zijn de antwoorden in iets verwerkt, hoe is een verdere stap gezet en wat hebben de gemeente en de gemeenschap daaraan gehad?
Dat is verantwoording afleggen over het besteden van publieke middelen. Want bij een recht hoort ook een plicht.
Pascale Georgopoulou is oud-griffier en zelfstandig adviseur binnen de publieke zaak, o.a. senior projectleider invoeringsondersteuning Omgevingswet voor gemeenteraden en griffiers.
Geef een reactie