In de ruimtelijke ordening moet het waterbelang zwaar meewegen. Tijd om de goede parktijkvoorbeelden te delen.
– COLUMN – Ingrid Verbaan
Wie vanuit de trein naar buiten staart kan het niet ontgaan zijn: na de sneeuw nu het wassende water. In Nederland speelt water een belangrijke rol in de samenleving. Het is essentieel dat daarmee goed en doelmatig wordt omgegaan.
Terecht merkte Annemarie Jorritsma tijdens de jaarlijkse Waterschapsdag d.d. 1 november jl. het volgende op: “In de ruimtelijke ordening moet het waterbelang zwaar meewegen”. Ze voegde daaraan toe: “combinatie van functies (wonen, water, recreatie en natuur) zijn kansrijk”.
Good point! Voorbeelden van de bedoelde integrale benadering zijn er te over, maar laat de best practices wél zien aan met name de ruimtelijke ordenaars en waterdeskundigen!
Samenhang
Dat er een sterke samenhang is tussen ruimtelijke ordening en water ligt voor de hand, aangezien water en waterproblemen niet ophouden bij bestuurlijke grenzen, zoals die van gemeenten, provincies en waterschappen.
Samenwerking
Dat samenwerking tussen ruimtelijke ordenaars en waterdeskundigen vanzelfsprekend wordt geacht om tot goede resultaten te komen is ook niet nieuw. Niet voor niets kennen we het watertoetsproces, het toetsingsproces waarbij wateraspecten in een zo vroeg mogelijk stadium worden meegewogen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten en waarbij het RO-bevoegd gezag en waterbeheerder tijdig met elkaar afstemmen (wettelijk verankerd sinds 2003 en in de huidige Wro is het verplichte overleg met de waterbeheerders sinds 1 juli 2008 opnieuw vastgelegd).
De waterkansenkaart (maakt inzichtelijk waar bepaald gebruik van de grond goed, redelijk of slecht past, bekeken vanuit het natuurlijke watersysteem) of stroomgebiedsvisies (visie van waterschap en provincie op het regionale watersysteem) zijn óók instrumenten die door provincie of gemeente worden ingezet bij het maken van ruimtelijke keuzes.
De Waterwet
Dé wet bij uitstek als het gaat om integraal waterbeheer is echter de Waterwet. Deze Wtw is op 22 december 2009 in werking getreden. Specifiek is daarin interbestuurlijke samenwerking (waterakkoorden, zie art.3.7 Wtw) en afstemming tussen waterschappen en gemeenten met het oog op samenhangend en doelmatig waterbeheer (vastgelegd in art.3.8 en zelfs verplichtend als het afspraken betreft over de afvalwaterketen!).
Proef
Als jurist, actief voor diverse bestuursorganen, koester ik het thema water. Ik was dan ook blij verrast toen ik in het vaktijdschrift H2O (nov.nr.23/2010, pag.24-25) de werkmethode en de resultaten las van de eerste vijf water-en ruimte-ateliers in Rivierenland. Het betreft een proef met vijf gemeenten in het beheergebied van Waterschap Rivierenland. Een verademing en inspirerend tegelijk. Want hier weten de werelden ‘ruimte’ en ‘water’ elkaar wel degelijk te vinden!
Het gezamenlijk formuleren van een samenhang tussen de opgave voor waterbeheer en ruimtelijke ordening is hierbij het uitgangspunt. Op basis daarvan zoekt men naar gezamenlijke oplossingen en brengt men de mensen uit de twee werkvelden met elkaar in contact.
Met als resultaat:
Deelnemende gemeenten en waterschap zijn tevreden over het proces en de resultaten. De gekozen oplossingen voor de functies wonen, water, recreatie en natuur kunnen op een breed draagvlak rekenen. Een voordeel is ook dat de werkmethode snel en kostenbesparend is. Dat is niet onbelangrijk in deze tijd van bezuinigingen…
Gezien de positieve ervaringen is het waterschap inmiddels gestart met de tweede ronde water-en ruimte-ateliers.
Mijn aanbeveling aan de gemeenten die aan de water-en ruimte ateliers in Rivierenland hebben deelgenomen of nog gaan deelnemen is: mail uw praktijkvoorbeelden naar de VNG of naar Water ontmoet Water www.waterontmoetwater.nl
Mr. Ingrid Verbaan is Senior interim professional Yacht en NMI mediator
Geef een reactie