De roep om meer politieke besluitvorming in de gemeenteraad klinkt steeds luider. Tegelijk leven we in een tijd van efficiënt en ‘opgavegericht’ werken, wat eerder pleit voor technocratie. Hoe komen we hieruit?
De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) vertolkte het vorige maand nog zo: decentrale taak is een politieke zaak. Raden en colleges zouden kansen laten liggen om besluitvorming politiek te maken. ‘Gemeenten moeten weer ruimte voor politiek krijgen,’ zei ook hoogleraar Douwe Jan Elzinga in de Volkskrant.
Oude wens
Sla de totstandkoming van de huidige Gemeentewet (pdf) er maar op na: al in de jaren 80 van de vorige eeuw schreef de regering over het nut van politisering. Het streven was in het bestuur duidelijker het politieke aspect naar voren te doen komen. Besluitvorming vergt niet alleen overwegingen van zakelijkheid en doelmatigheid, maar ook bewuste politieke keuzes. Anders gezegd: de gemeenteraad is geen raad van commissarissen die onafhankelijk beoordeelt of alles efficiënt en doelmatig gebeurt, de gemeenteraad maakt vanuit politieke oordelen zijn keuzes. Dat is de democratie.
In de verdrukking
Maar het zijn deze politieke keuzes die bij allerlei vormen van gemeentelijke samenwerking juist overboord gaan. Beleid wordt vaak regionaal voorbereid en afgestemd, waarna de gemeenteraad mag tekenen bij het kruisje om aan wettelijke vereisten te voldoen. De gemeenteraad heeft dan geen invloed meer, en kan zijn ‘kaderstellende rol’ niet meer pakken’, een nieuwe invulling van het jaren 80-begrip ‘de hoofdlijnen van het beleid’.
Men begint in te zien dat hier de schoen wringt bij gemeenschappelijke regelingen. Met de beoogde wijzigingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen moeten gemeenteraden weer meer in positie komen. Bijvoorbeeld door ‘zienswijzeprocedures’ voor de raad in het leven te roepen.
Maar dezelfde vraag speelt óók bij privaatrechtelijke vormen van samenwerking of bij informele samenwerking. Bij privaatrechtelijke vormen staat de gemeenteraad nog meer op afstand dan bij een gemeenschappelijke regeling. En dan is er ook nog weinig openbaarheid en een beperking van de mogelijkheid tot klagen.
Slikken of stikken
Bij informele samenwerking staat de gemeenteraad staat de raad praktisch gezien ook niet altijd even sterk. Keuzes worden gemaakt aan overlegtafels, bestuurstafels, portefeuillehoudersoverleggen en wat niet meer. Tegen de tijd dat de gemeenteraad betrokken wordt, is de keuze alleen nog: instemmen of niet. Dat zijn geen politieke keuzes, dat is slikken of stikken.
De akkoordendemocratie (pdf) is géén alternatieve vorm van democratie, juist omdat allerlei belangen niet behartigd worden aan de overlegtafels. Het versterkt hoogstens de bestaande representatieve democratie. Politieke keuzes horen thuis in een politieke arena, waar in openbaarheid alle belangen worden afgewogen zodat volksvertegenwoordigers én kiezers zelf de juiste keuze kunnen bepalen.
Ook dat klinkt natuurlijk mooier dan de werkelijkheid: keuzes zijn immers vaak al politiek dichtgetimmerd en wie volgt er nu een politiek debat? Maar toch heeft debat in de openbare politieke arena zin. De raad moet zich dus niet alleen maar laten informeren. Dat vergt een soms andere opstelling, waarbij goede ondersteuning van belang is.
Een grote opgave
Politisering van besluitvorming lijkt haaks te staan op opgavegericht werken. Dat laatste werkt juist technocratische besluitvorming in de hand. Gechargeerd: mensen met verstand van zaken maken de keuzes, ongeacht of dit politiek wenselijk is. Representatieve democratie heeft een element van lekenbestuur: de vertegenwoordigers representeren immers hun kiezers, inclusief de standpunten en belangen van de achterban.
Zij moeten die belangen natuurlijk wel afwegen tegen de meer specialistische, technocratische belangen. Maar het is aan de volksvertegenwoordiging om die afweging te maken. En de volksvertegenwoordiging moet ook de opgave bepalen. Nu wordt dat te vaak van hogerhand opgelegd.
Hier ligt, denk ik, een van de grootste nog onopgeloste vraagstukken van deze tijd: hoe kunnen we de grote, ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken oplossen met de benodigde kennis en kunde uit de praktijk, maar ook met behoud van politieke keuzes in een volksvertegenwoordiging?
Misschien moeten we daaraan eens opgavegericht gaan werken!
Geef een reactie