Door de coronacrisis kwam er een ongekende versnelling in online participatie. Hoognodig, want door de ‘participatiesleur’ van standaardopstelling in zaaltjes en ‘stickervel-avonden’ raakten we groepen kwijt die we juist hard nodig hebben voor beter beleid en draagvlak. Mijn oproep is om digitale participatie nooit meer los te laten en te zoeken naar de juiste mix van offline en online participatie.
Ken je dat filmpje van Frans Bromet uit 1998? Hij vraagt mensen of ze een mobiele telefoon zouden willen hebben. De geïnterviewden geven aan dat ze geen reden zien voor een mobieltje: ‘ik mis niets, ik heb een antwoordapparaat, waarom zou je altijd bereikbaar willen zijn?’ Dit filmpje maakt duidelijk dat mensen niet uit zichzelf veranderen. Mensen veranderen alleen als ze de meerwaarde zelf ervaren. En dan gaat het razendsnel.
Online participatie
Ik zie een parallel met digitale participatie. Want welke antwoorden zou je hebben gekregen als je net voor de coronacrisis aan bestuurders vroeg of zij online het participatietraject wilden organiseren? Je zou hebben gehoord: ‘nee, dat ga ik niet doen, je sluit mensen buiten, het is onpersoonlijk, dan komt er niemand, wat doe je dan met al die reacties?’.
Voor- en nadelen
De ervaringen met online participatie zijn positiever dan we dachten. Je hoort dat er meer mensen worden bereikt. Het blijkt laagdrempeliger. Nieuwe groepen doen mee, meer jonge mensen en vrouwen loggen in. Het kost minder tijd en geld en is duurzamer. Geen dure zaaltjes meer, geen lunch of koffie en thee. Geen gereis meer.
Uiteraard zijn er ook nadelen. Een van de bezwaren die ik vaak hoor is dat je mensen buitensluit die niet digitaal vaardig zijn. Tegelijkertijd is het een feit dat je met elke keuze groepen uitsluit. Naar mijn mening is het grootste bezwaar dan ook in een andere hoek te vinden, namelijk dat je de lichaamstaal mist, het echte contact. Ook kun je niet napraten bij de borrel om de echte emoties te polsen.
Andere vragen zijn: hoe bouw je online vertrouwen op bij nieuwe partijen? Hoe bouw je aan een nieuw netwerk?
Kennisontwikkeling
Het is daarom goed om te weten dat gemeenten, provincies en het Rijk tips en trics van online participatie met elkaar delen. Er zijn handboeken en inspiratiegidsen. De belangrijkste boodschappen zijn wat mij betreft: denk goed na wat je doel is van participatie, bepaal je stakeholders, ga na of je eigen organisatie op orde is en de randvoorwaarden geregeld zijn en zoek dan naar een juiste mix aan (technische) instrumenten.
Laten we daarbij ook met elkaar kennis opbouwen hoe we in de mix van on- en offline antwoorden vinden op de nadelen van online participatie. Op die manier zetten we de noodzakelijk stap richting ’toekomstproof’ participatie. Geen overbodige luxe in een steeds complexere en meer polariserende samenleving.
Ineke den Heijer is fractievoorzitter voor D66 in Lansingerland, en adviseur participatie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Geef een reactie