Soms zijn de meest obligate aanbevelingen aan gemeentelijke instanties niet de meest wenselijke. Omdat ze leiden tot meer uitvoeringslasten en bureaucratie. Hoewel zij zelf liever advies uitbrengt dat de lokale samenleving vooruithelpt, valt de rekenkamer soms onvermijdelijk terug op de makkelijke aanbevelingen. Bingo, en zeker rekenkamerbingo, is niet altijd een feestje.
Binnen mijn rekenkamer is het vaste prik… Wij constateren dat er in het onderzochte beleid een visie ontbreekt of dat die tenminste is verouderd. Dan stellen we vast dat concrete beleidsdoelen niet zijn ontwikkeld en er mede daardoor geen structurele monitoring plaatsvindt van de voortgang en resultaten. En dat er binnen de organisatie nauwelijks wordt geleerd en het al met al dus vrijwel onmogelijk is om het beleid te beoordelen. De aanbevelingen liggen voor de hand.
Bingo!
Er moet allereerst een actuele visie komen, waar concrete – liefst SMART-geformuleerde – doelen uit afgeleid zijn. Er moet een monitorsysteem worden ingericht en de voortgang van het beleid moet wel met enige regelmaat worden besproken met de raad, zodat iedereen ervan leert. Als we in onze discussie eenmaal dit punt hebben bereikt, roept een van de leden van de rekenkamer enthousiast ‘Bingo!’. Immers, dit zijn wel heel obligate aanbevelingen.
Meer uitvoeringslasten
We bezorgen hiermee in eerste instantie de gemeentelijke organisatie en uiteindelijk ook de raad alleen maar meer werk. Met die actuele visie, het ontwikkelen van ‘kritische prestatie-indicatoren’, het inrichten en beheren van een registratie en uiteindelijk met het agenderen van resultaten in de gemeenteraad.
Tegelijkertijd is het natuurlijk niet raar dat je als rekenkamer – en in het verlengde daarvan natuurlijk de raad – wilt weten wat nu wordt bereikt met beleid. Je mag toch verwachten dat de opbrengsten worden bijgehouden. En je mag zeker verwachten dat de raad daarover wordt geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld om erover te oordelen.
Bingo niet altijd een feestje
Maar ja, met deze aanbevelingen zitten wij wel heel dicht op de bedrijfsvoering binnen de gemeentelijke organisatie. En ze zullen uiteindelijk vooral leiden tot meer uitvoeringslasten en bureaucratie. Als rekenkamer komen wij liever met aanbevelingen die de lokale samenleving vooruithelpen. Wij zijn er eigenlijk niet altijd van overtuigd dat deze aanbevelingen daar echt aan bijdragen.
Maar het formuleren van maatschappelijke aanbevelingen, dat blijkt keer op keer een stuk weerbarstiger. En, eerlijk is eerlijk, wij komen daar lang niet altijd uit. In arren moede grijpen wij toch geregeld terug naar de makkelijke aanbevelingen. Hoe teleurstellend ook. Een bingo is toch niet altijd een feestje.
Peter Castenmiller is als senior-onderzoeker werkzaam bij PBLQ en doet al vele jaren onderzoek in het decentraal bestuur. Hij is tevens verbonden aan het Instituut Politicologie van de Universiteit Leiden en de Faculteit Bestuurskunde van de Vrije Universiteit.
Geef een reactie