Als er ‘problemen’ zijn in bestuurlijk Nederland, dan kijken we vaak niet naar de meest voor de hand liggende oplossing, maar naar de wetgever. Neem samenwerking tussen gemeenten. De laatste wetswijziging zal hierbij weinig uithalen zolang griffiers hun rol niet pakken.
Begin juni is de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) door de Tweede Kamer aangenomen. Het hele land zal wel een feestje hebben gevierd, want tja, met dit voorstel wordt alles beter. Niet dus, uiteraard heeft niemand dit meegekregen. Er is dan ook geen sprake van een aardverschuiving. De wetswijziging zal geen kwaad berokkenen, maar draagt ook niet echt ergens aan bij. Veel zaken die het wetsvoorstel regelt, waren allang mogelijk zonder dat dit specifiek in de wet stond.
Rol die de griffier past
De praktijk leert dat een gemeenschappelijke regeling iets te ver van het bed van een raadslid is. En misschien iets minder ver, maar toch ook nog vrij ver verwijderd van het bed van een wethouder dan wel burgemeester. Er zijn gelukkig goede voorbeelden in het land waar wél voldoende oog is voor de gemeenschappelijke regelingen. Op die plekken spelen griffiers de rol die daarbij past. Deze griffiers stimuleren en organiseren bijeenkomsten, of in ieder geval onderlinge contacten tussen de deelnemende raden, over kwesties die een gemeenschappelijke regeling aangaan.
Niemand hoeft het wiel opnieuw uit te vinden. Er zijn de afgelopen jaren al heel wat rapporten geschreven en gepubliceerd. Zo verscheen toevallig van mijn hand in 2015 het boek De Wet gemeenschappelijke regelingen helder uitgelegd, met tips over hoe het goed te regelen.
Jammer voor de raad
Naast de goede voorbeelden zijn er nog te veel gemeenten waar de griffier de rol niet oppakt, vandaar nu dan de gewijzigde wet. Zo zijn er griffiers die vinden dat het niet hun taak is. Het is dan aan de raad om de griffier opdracht te geven. Al zou het beter zijn om de griffier uit te leggen wat de raad van hem of haar verwacht. Niet elke griffier heeft zich in de materie verdiept en heeft op het netvlies dat hij of zij zélf hierin iets kan betekenen, wat jammer is voor de raad.
Voor deze griffiers zal de wetswijzing mogelijk goed uitkomen. Zij hoeven nu nog steeds niet zelf het initiatief te nemen, en kunnen het initiatief bij de regelingen zelf blijven leggen. De griffier wacht dan maar af of er iets gebeurt. Hoe er nu met de nieuwe wet wel écht iets gaat gebeuren, is zo nog maar de vraag. Het is en blijft immers cruciaal dat de griffier samen met de andere griffiers in de regio zorgt dat de gemeenteraden op een laagdrempelige manier hun verantwoordelijkheid kunnen oppakken.
Nu formeel mogelijk
De kunst is dat zodanig te doen, dat dit niet meteen leidt tot een grote uitbreiding van het takenpakket van elk raadslid. Op meerdere plekken zijn goede ervaringen met het inzetten van zogenaamde rapporteurs. Maar ook voor de adviescommissie die de wetswijzing mogelijk maakt, zal de griffier een voorzet moeten doen richting de raad, zodat deze adviescommissie er daadwerkelijk komt.
Het invoeren van een adviescommissie was natuurlijk al mogelijk, alleen staat dit straks expliciet in de wet. Het informeren van de gemeenteraden is straks een verplichting onder de Wgr, maar dit hoorde natuurlijk al bij behoorlijk besturen. Zo zijn er nog wat kleine aanpassingen van de categorie ‘eerder niet verboden, nu formeel mogelijk’. In de kern is er niets veranderd: griffier, help de raad het behapbaar te houden en haar verantwoordelijkheid te pakken waar noodzakelijk.
Els Boers is interim-griffier en adviseur voor lokaal bestuur. Ze schreef onder meer de gratis digitale publicatie Democratie en de griffier, 2020.
Geef een reactie