Het is een interessante vraag, ook voor raadsleden: hoe vinden we onze weg in deze bizarre tijd van grote zorgen en kleine geluksmomenten? ‘Je wordt teruggeworpen op jezelf en je zult straks meer genieten van de gewone dingen van het leven.’
Het citaat is van Katja Staartjes, die naam maakte als eerste Nederlandse vrouw op de top van de Mount Everest. Vanuit haar ervaringen met klimexpedities komt zij op deze interessante en herkenbare gedachte.
Raadsleden volgen waarschijnlijk net als ik op de voet de ontwikkelingen binnen en buiten hun gemeente. De burgemeester informeert over de beslissingen in de veiligheidsregio. Via brieven van het college en de verhalen online en in de krant krijg je overzicht. Ook de fractie-app staat nooit stil.
Sleutelpositie gemeente
Medisch gezien staan we er nu beter voor dan een paar weken terug. Maar we zien ook de nieuwe werkelijkheid op ons afkomen. Een ding is zeker: de gemeente zal bij het herstel voor de middellange en lange termijn een sleutelpositie innemen. ‘De weg uit de crisis zal via de agenda van de gemeenten moeten lopen,’ schreef de nieuwe algemeen directeur Leonard Geluk in VNG magazine.
De weg naar herstel en naar het nieuwe normaal zal hard werken worden, ook voor de raadsleden. Want ik denk dat juist in deze tijd met veel onzekerheden het belangrijk is om te laten zien dat je een betekenisvolle gemeenteraad bent die staat voor een vitale lokale democratie.
Vanzelfsprekend een brug
Dat vraagt een krachtige raad die zelfbewust is. Die niet twijfelt aan zijn rol en positie. Die zich niet vereenzelvigt met het bestuur of met de bureaucratische organisatie. Die zich ook niet laat vangen in processen en procedures. Die in openbaarheid het bestuur controleert, en die in positie komt om kaders te stellen. Die vanzelfsprekend een brug is tussen gemeentebestuur en gemeenschap.
En omdat er geen handboeken bestaan voor raadsleden voor deze periode, zullen we hierin met elkaar moeten pionieren, zoals vele raden op dit moment doen met het digitaal vergaderen. In kleine behapbare stapjes, maar met een helder doel voor ogen.
Bijna op de helft
En hoe gaan we verder onze weg vinden? Ik moest zelf denken aan de tijd dat ik de marathon liep. Het lijkt een onmogelijke afstand, maar het hielp niet te denken aan die afstand als geheel. Dus knipte ik die in gedachten op in kleine stukjes: als ik nu eerst eens die 10 kilometer loop, en daarna 15 en 20 kilometer, dan ben je alweer bijna op de helft. Op die manier lijkt elke uitdaging opeens haalbaar. Ook die van de raad in crisistijd.
Ineke den Heijer is fractievoorzitter van D66 Lansingerland.
Geef een reactie