Een verhaal uit een oude doos. Met daarin een 20 jaar oude vergeten en bijzonder gevoelige notitie van de VNG.
Bij het verleggen van een netwerkkabel stuitte ik op een oude verhuisdoos. Deze had ik al bijna tien jaar niet meer ingezien. Wellicht kon de inhoud ondertussen wel worden verwijderd. Maar direct na opening besloot ik alles te bewaren.
Deze oude doos bevatte namelijk een selectie aan interessante documenten die ik gedurende mijn bijna twintigjarig dienstverband bij de VNG had verzameld. Helemaal bovenop lag een korte, nooit gepubliceerde notitie, gebaseerd op onderzoek waar ik bij betrokken was geweest. De notitie en het onderzoek betroffen een evaluatie van de strategie van de VNG rond de decentralisaties in de jaren negentig van de vorige eeuw. Ik herinnerde mij direct dat toentertijd de inhoud gevoelig en omstreden lag. Dat kwam onder meer vanwege de constatering dat aan sommige beslissingen om beleid van de rijksoverheid naar gemeenten te decentraliseren soms louter ‘één-tweetjes’ tussen een minister en diens partijgenoot-directeur bij de VNG ten grondslag lagen. De minister wilde dan van een probleem af, en diens partijgenoot wilde hem daarbij wel de helpende hand toesteken.
Twintig jaar oud is het rapport. Maar bij nalezing bleek het nog zeker actueel. Wat te denken van de constatering dat het initiatief tot decentralisatie veelal wordt ingegeven door vrees voor dreigende kostenstijgingen bij het Rijk, oftewel, een noodzaak tot bezuinigen. Die bezuiniging wordt dan meteen maar ingeboekt: “Dat gemeenten vaak te kampen hebben met aanloopproblemen en dat de integrerende functie van de gemeente slechts zelden op korte termijn kan worden gerealiseerd, lijkt nauwelijks een rol te spelen.” Vooruit, deze constatering is wel vaker gedaan. Interessant vond ik vooral de redenering dat gemeenten vaak instemmen met decentralisaties omdat zij in de veronderstelling verkeren dat daarmee hun autonomie toeneemt. In de notitie wordt dit argument naar de prullenbak verwezen. Het rijk heeft weliswaar de verwachting dat gemeenten efficiënter een specifieke taak kunnen uitoefenen, maar dat betekent niet automatisch dat de rijk daarmee niets meer over die taak te zeggen heeft. “Bij decentralisatie gaat het vooral om een andere manier van uitvoering van het beleid, en om een andere manier van aansturing van het beleid. (….) Voor het rijk is decentralisatie dan niet het ‘overlaten van overheidstaken aan gemeenten’, maar het ‘herordenen van bestuurlijke verantwoordelijkheden’.”
Even verderop wordt het rapport kritisch over de strategie van de VNG bij decentralisaties: “In feite is het opvallend dat de VNG zich zo ‘afhankelijk’ opstelt en elk voornemen tot ‘decentralisatie’ als een overwinning opvat. Het is immers het rijk dat het meest te verliezen heeft, vanwege de onbeheersbaarheid van het eigen budget.” Vlak voordat de notitie komt tot conclusies en aanbevelingen wordt de toon harder: “In bepaalde opzichten lijken gemeenten zich zelfs in een lose-lose situatie te hebben gemanoeuvreerd. Gemeenten geraken door de decentralisatie van, in financieel en maatschappelijk opzicht, grote taken in een moeilijke positie. Wanneer gemeenten het erg goed zouden doen en bijvoorbeeld geld zouden overhouden, zijn ze vaak gedwongen dat geld direct weer in te leveren of dreigen de prestatienormen te worden verhoogd. (…) Wanneer gemeenten het niet goed doen of geld tekortkomen, krijgen ze de hoon van Kamer en maatschappelijke organisaties over zich heen.”
Ach, je zou willen dat in plaats van dit rapport twintig jaar te laten liggen, de VNG dit zou opnemen in het inwerkprogramma van elke nieuwe medewerker. Wel, mocht iemand bij de VNG er nog in geïnteresseerd zijn, voordat ik de doos weer achter het schot schoof, heb ik de notitie eerst even onder de scan gelegd. Gratis af te halen!
Geef een reactie