Van ontwikkelingen in de ICT wordt vaak gezegd dat die snel gaan. Nu ben ik van de leeftijd dat ik het allemaal zelf heb kunnen meemaken. Wat hebben we gaandeweg geleerd?
Tijdens mijn studie beschikte de universiteit over één machtige computer, waar je slechts spaarzaam gebruik van mocht maken. In mijn laatste studiejaar werd een gigantische tekstverwerker bij de faculteit binnengereden. Je kon een tijdslot reserveren om er gebruik van te maken. Later werden de typmachines vervangen door computers: logge apparaten die om de haverklap crashten.
Vanaf het einde van de 20e eeuw gingen ook overheden zich oriënteren op een structureel gebruik van ICT. Eerst moesten zij nadenken over een eigen website. Vervolgens was er de vraag welke diensten zij via die website aan de inwoners zouden aanbieden. Na de eeuwwisseling kreeg het vaart.
Vele overheden koesterden de verwachting dat binnen afzienbare tijd al hun diensten 24 uur per dag digitaal beschikbaar zouden zijn; nee, zouden moeten zijn. Immers, dat zouden de burgers willen. Ondertussen kwamen bibliotheken aan informatie digitaal beschikbaar via Wikipedia en Google. Vandaag de dag zijn algoritmen en artificiële intelligentie (AI) helemaal hip.
Tijdloze bevindingen
Onlangs gaf ik college over de consequenties van ICT voor het functioneren van de overheid. In de voorbereiding op mijn college kon ik constateren dat allerlei beschouwingen en rapporten van 10, soms zelfs 20 jaar terug nog steeds goed bruikbaar zijn.
Tijdloze bevindingen zijn onder meer: Wat willen overheden nu eigenlijk bereiken met het digitaliseren van hun diensten? Zitten de mensen daar wel op te wachten? Kan de eigen ICT-infrastructuur al die ambities wel aan? Zijn de medewerkers zelf wel in staat en bereid om al die veranderingen bij te benen?
Toch is er wel iets veranderd. Veel meer dan 20 jaar terug – toen het optimisme over digitalisering grenzeloos was – is menigeen zich bewust van de risico’s en beperkingen. Lang niet alle inwoners zijn in staat om de ontwikkelingen in de ICT te volgen. Die willen contact met ‘gewone mensen’.
Echte innovaties in de ICT vragen om grote investeringen, zonder dat duidelijk kan worden gemaakt wat de opbrengsten zijn. Dat komt mede doordat eigenlijk niemand vooraf die doelen scherp kan omschrijven, en je dus ook niet weet wanneer de investeringen geslaagd zijn.
Niet overhaast
Nepnieuws en anonieme digitale bedreigingen zijn ondertussen schering en inslag. Voor je het weet worden er gevoelige gegevens digitaal ontvreemd. En met het ingeburgerd raken van AI is er direct aandacht voor de vele ethische uitdagingen die met de toepassing daarvan verbonden zijn.
Misschien is er tóch sprake van een enige vooruitgang. Maar dat betreft dan vooral het paradoxale inzicht dat al die digitale innovaties binnen de overheid vooral niet overhaast moeten worden.
Geef een reactie