Duurzaamheid staat hoog op de gemeentelijke verlanglijstjes, maar het valt niet mee om dat concreet in te vullen. Dat ervaart Eveline Botter, projectmanager in Leiden.
Duurzaam en creatief leven zit bij haar in het DNA. Ook in haar werk stimuleert ze duurzaamheid. “Als je er echt voor gaat krijg je best veel voor elkaar, maar het is heel lastig. Duurzaamheid staat haaks op de werkwijze van gemeentelijke organisaties.”
Na een avontuurlijke vakantie per mountainbike samen met haar dochter in Amerika ziet Eveline Botter er fit, uitgerust en ontspannen uit. “Tijdens zo’n extreme tocht door heel ruw maar prachtig ongerept bergachtig gebied ben je helemaal op jezelf aangewezen. Daar krijg ik enorm veel energie van.” De natuur is haar grootste inspiratiebron. Daar moet respectvol mee worden omgegaan, is haar devies. “Er zijn er zoveel mooie plekjes, ook in Nederland. Ga naar buiten de natuur in, wandelen, lekker bewegen. Het is gezond en er is zoveel te ontdekken. Daarom vind ik dat je in je leven moet proberen om de aarde een beetje mooier achter te laten dan je hem hebt gekregen. Voor jezelf en voor je kinderen.”
Twintig jaar geleden kon ze die filosofie zelf in de praktijk brengen. Ze kreeg de kans om op een vrije kavel in Sassenheim haar eigen woning te bouwen. Als technisch bouwkundig ingenieur was het een uitdaging om te ontdekken op welke manieren dat huis zo duurzaam mogelijk kon worden. Drie thema’s waren belangrijk: een laag energieverbruik, de materiaalkeuze en de gezondheid. De duurzaamheid mocht niet ten koste gaan van het comfort of het gebruiksgemak en het budget was vergelijkbaar met een ‘normale’ woning. Uiteindelijk is dat duurzame huis er gekomen. Met een comfortabele en handige indeling, overvloedig daglicht, een buitengevoel. En met energielabel A+++ is het heel energiezuinig ([1] Zie de tabel met duurzame maatregelen aan het eind van dit artikel.)
Leerzame ervaring
Het ontwerpen en bouwen van die woning is een leerzame ervaring geweest. Onbegrip en gebrek aan kennis, zeker 20 jaar geleden toen duurzaamheid nog niet echt een thema was, vormden een flink obstakel. “Je moet constant aan iedereen uitleggen wat je bedoelt, dat het gaat om integrale oplossingen. De architect, de aannemer, de installateur en iedere andere betrokkene is uitgedaagd om met oplossingen te komen. Maar dat is een hele strijd. Die mensen zijn bijna niet bereid om buiten de lijntjes te denken. Je moet constant zelf de vinger aan de pols houden. Dat is heel zwaar.”
Een ander struikelblok was de regeldruk van de gemeente. Om architectonische uitwassen te voorkomen had de gemeente alles vastgelegd, tot aan de hellingshoek en de richting van de daken. Binnen die smalle kaders moest er worden gezocht naar een optimaal ontwerp. “Soms denk je dan ‘waar gaat dit over?’ Maar het was heel leerzaam om dat als burger een keer te ervaren, want in mijn werk voor de gemeente Leiden heb ik vanaf de andere kant te maken met administratieve barrières.”
De woning voldoet in alle opzichten aan de verwachtingen, al is het lastig om te bepalen of het de investering waard is geweest. “De waarde van een huis wordt bepaald door de investering, de energielasten en het wooncomfort. Maar vooral dat laatste is niet in geld uit te drukken. Dat vind ik lastig, ook bij projecten voor de gemeente.” Ze doelt op de onmiskenbare meerwaarde van goede voorzieningen en de uitstraling van een pand voor de omgeving. Een brochure van een makelaar begint niet voor niets met een opsomming van de voorzieningen in de buurt. Doordat die meerwaarde niet goed in geld is uit te drukken, is het moeilijk om de gemeentelijke politiek ertoe te verleiden om daar extra in te investeren.
Ruimte pakken
De gemeente Leiden is in de zomer van 2015 met een ambitieus duurzaamheidsplan gestart. In de jaren daarvoor had het onderwerp geen prioriteit. Desondanks is Eveline Botter er regelmatig in geslaagd een aantal bijzondere projecten te realiseren. Zoals de Sint Josephschool, een uitermate energiezuinig en toekomstbestendig gebouw met een vegetatiedak en een natuurlijke uitstraling. Dat is gelukt door met wat brutaliteit de kansen die voorbij kwamen te benutten. Door bij financiële ruimte de betere prestaties van het ontwerp erdoor te drukken en die elementen toe te voegen, die in de lange termijn ambitie de meeste vruchten afwerpen. Tegenwoordig wordt de Sint Josephschool regelmatig genoemd als voorbeeld van duurzaamheid.
Het is verbazingwekkend dat iemand als werknemer in een grote organisatie zoiets voor elkaar krijgt. “Het kan wel. Je moet een beetje een olifantenhuid hebben en tegen de stroom in durven gaan. Maar ik vind het belangrijk dat ik mezelf in de spiegel kan blijven aankijken. Dus ik ga liever voor een optimaal resultaat, dan dat mijn wethouder maximaal tevreden is. Want die is mogelijk na vier jaar toch weer verdwenen.”
Haar ideeën en manier van werken zijn binnen de gemeentelijke organisatie bekend, maar worden niet altijd begrepen. “Ik word afgeschilderd als iemand waarmee niet valt samen te werken, omdat ik zo mijn eigen principes zou hebben. Terwijl ik juist probeer om mensen die heel erg vast zitten in hun eigen principes open te laten kijken naar potentiële oplossingen.”
Het prille duurzaamheidsbeleid in Leiden zal ongetwijfeld een positief effect hebben op de manier waarop ze de komende jaren kan functioneren. Maar heel snel zal dat niet gaan. “Ik kan nu naar dat beleid verwijzen, maar ik zal nog steeds moeten blijven uitleggen waarom we dit doen. En helpen de vertaalslag naar duurzaam te maken voor alle overige beleidsterreinen. In die zin ben ik binnen de gemeente een soort interne duurzaamheidscoach.”
Regels blokkeren
Duurzaamheid heeft heel erg te maken met dingen integreren. In de meeste gemeenten is dat erg lastig. Het gemeentelijk apparaat heeft voor ieder beleidsveld zijn eigen deskundigen. Die benaderen projecten vanuit hun eigen kennis en volgens hun eigen regels. Iemand uit de sociale hoek zal weinig weten over vastgoed of over de financiële aspecten. Die specialisatie zit duurzame oplossingen in de weg. “Wij hebben behoefte aan mensen met een bredere deskundigheid. Want je realiseert vastgoed om een beleidsproduct overeind te trekken. Maar als je dat beleidsproduct niet begrijpt, mis je daar de kansen voor de integrale benadering.”
Als voorbeeld noemt ze een project voor een jongerenvoorziening. De opdrachtgever is een sociale wethouder, die wilde dat er stageplaatsen voor leerlingen in de uitvraag zouden worden opgenomen. Maar daar is het project veel te klein voor met de verbouwing die hoofdzakelijk in de zomervakantie valt. Dan zou het onbetaalbaar worden en waarschijnlijk niet doorgaan. “De aannemer die de klus heeft gekregen had al een overeenkomst met het roc, dus die stage was wel geregeld. Maar die wethouder is zo gespecialiseerd in zijn sociale vakgebied, dat ik hem dat niet kan uitleggen. Dat is heel complex.”
Hinderlijk is ook dat de overmaat aan regels, met name die rond Europese aanbestedingen, zijn doel voorbij lijkt te schieten. Ze zijn ooit ontstaan door regelzucht om iets veilig te stellen, maar het is de vraag of dat op deze manier wel werkt. De regels zorgen ook voor vertraging. “Ik vraag me soms af of ik als projectleider de touwtjes nog wel in handen heb. Juist op samenwerking en met flexibiliteit haal je de winst; niet met regeltjes.”
Kleine dingen belangrijk maken
De komende jaren zal duurzaamheid een hogere prioriteit binnen de gemeentelijke organisatie krijgen. Dat gaat overal doorwerken. Nu wordt een aanvraag voor een fietsenschuurtje in de tuin nog puur beoordeeld op basis van de bouweisen of het bestemmingsplan. Maar toestemming geven voor zo’n schuurtje is impliciet ook een stimulans om vaker te fietsen.
In sommige gemeenten wordt er al op deze wat minder strikte manier gehandeld. In Almere is een wijk met ‘regelvrij bouwen voor particulieren’. Utrecht stimuleert de kracht van de burgers, onder anderen door mensen die meedoen aan de Duurzame Huizen Route namens de burgemeester een bloemetje te geven. De gemeente Groningen beloont mensen met een klein bedragje als ze minder bestrating in de tuin leggen. Want dat helpt tegen wateroverlast en hitte. “Het idee om dat te honoreren en te laten merken dat je dingen waardeert is heel goed. Het uitdelen van broeikasbomen in Hasselt of gratis openbaar vervoer in oude steden zijn daar ook goede voorbeelden van.”
Het bouwen van duurzaam vastgoed en het verduurzamen van bestaand vastgoed zijn stappen in de goede richting. Maar om de klimaatdoelstellingen te halen is de rol van scholen essentieel. “Hoe klein ook, neem het mee naar de kinderen. Die geven het weer aan hun ouders. Knip de tube van de tandpasta open, dan kun je nog minstens vijf keer poetsen. En maak er een spel van. Laat ze iedere keer als ze het licht uitdoen of lopend naar school gaan een paar cent in een potje gooien. Op den duur kun je daar leuke dingen van doen en wordt het aantrekkelijk.”
De gemeente Leiden heeft onlangs een Green Deal gesloten met een aantal scholen. Deze scholen doen mee aan een educatief programma van Grontmij om in het schoolgebouw energie te besparen. Maar er zijn meer activiteiten. Tijdens een inspiratiemiddag konden de docenten aangeven wat voor hen belangrijke thema’s zijn: mobiliteit, groene school, natuur, etc. “Daar sluiten wij als gemeente bij aan. Want als je aansluit bij wat docenten belangrijk vinden is het gemakkelijker om die stap te zetten. Of het helemaal gaat lukken weet ik niet, maar ik ben er erg enthousiast over, want nu hebben we in elk geval een noemer waarop we elkaar kunnen vinden.”
Over Eveline Botter en Bouwstenen.
Eveline Botter is als projectleider voor de gemeente Leiden actief rond de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, onderwijs en mobiliteit. Als privépersoon draagt ze bij aan platform Nudge en de Nationale Duurzame Huizen Route (7 en 14 november).
Daarnaast is Eveline lid van de werkgroep ‘Verduurzamen‘ binnen Bouwstenen voor Sociaal, een sectorverbindend platform voor maatschappelijk vastgoed, waar duurzaamheid hoog op de agenda staat. Tijdens de Najaarsbijeenkomst van Bouwstenen, op donderdag 3 december a.s., verzorgt Eveline een sessie rond de Green Deal in Leiden. Ook wordt die dag ingegaan op het verduurzamen van de portefeuille, slim aanbesteden (met duurzaamheid als uitgangspunt) en transformeren (voor duurzaam ruimtegebruik). U bent van harte welkom.
Geef een reactie