Het duurt en het duurt, krijgen we ooit weer een regering? Als we de pers mogen geloven dan gaat het in de kabinetsformatie niet zozeer om de inhoud als wel om onderlinge verhoudingen. Wordt dit volgend jaar ook zo moeizaam in gemeenteland?
Wie gaat er met wie na de verkiezingen, houdt deze vraag u ook al bezig? Beloven de huidige collegeleden alvast aan elkaar dat ze samen verder willen hierna? Of loopt het niet zo lekker en zoekt u andere partijen om te regeren? Of wilt u juist de handen vrij hebben en helemaal niet (meer) in het college? Gelukkig willen de meeste partijen doorgaans wel wethouders leveren. Natuurlijk niet koste wat het kost. Tenminste, meestal niet.
Programma’s niet ver uit elkaar
Ook een voordeel aan de gemeentelijke formatietafels is dat de programma’s vaak niet heel ver uit elkaar liggen. Tenzij bijvoorbeeld een one-issuepartij meedoet: voor of tegen behoud van het zwembad, of iets anders waar veel inwoners zich druk over maken. In dat geval heb je kans dat er een nieuwe partij aanschuift, die zich vooral zal richten op dat ene en minder op het geheel aan bestuurlijke onderwerpen.
Zelf heb ik me weleens laten verleiden om met een paar fractievoorzitters ‘even’ een nieuw college te bedenken nog voor de verkiezingen. Dat werd dus niks. Volgens mij is het ook een soort natuurwet dat als je te graag wilt, het niet gaat lukken. Tegenwoordig blijkt alsnog dat het kan, diezelfde partijen samen. Maar met nieuwe mensen, de ‘oude’ garde is allang vertrokken, onder wie ikzelf.
Macht naar nieuwelingen?
Als toch weer de gevestigde collegepartijen voldoende stemmen hebben, dan zie je soms dat er een nieuweling bij mag, mits die niet al te veel fractieleden meebrengt. Het college bestaat uit mensen en menig mens houdt niet van te veel verandering. Een beetje dat mag nog. Maar het gevoel dat de nieuweling macht zou kunnen gaan uitoefenen, dat schrikt af, de touwtjes willen we zelf in handen houden.
Misschien is het wel al goed om je als partij – welke dan ook – te bezinnen op wat jij en de leden precies willen in de komende raadsperiode. Waar ga je écht voor? En als je de verkiezing ingaat met een onderwerp dat stemmen trekt, bedenk dan toch ook even wat je met bijvoorbeeld de Omgevingswet wilt. Hoe zie je de inrichting van je gemeente, waar vind je dat er grenzen behoren te zijn en wat zijn die grenzen? Globaal bedenken wat je belangrijk vindt en hoe je het wilt, kan helpen als het moment daar is om met de andere partijen om de tafel te gaan.
Informeel en ongedwongen
En het lijkt wellicht banaal, maar elkaar kennen helpt ook. Denk aan de onderlinge verhoudingen van de formatie. Doen alsof jullie er al uit zijn met elkaar is onhandig. Maar ga vooral met andere partijen informeel en ongedwongen kennismaken, dat kan geen kwaad. Zoals in feite bij alles in het leven, de wet van de natuur. Hoe relaxter in de strijd, des te beter de uitkomst.
Els Boers is interim-griffier en adviseur voor lokaal bestuur. Ze schreef onder meer de gratis digitale publicatie Democratie en de griffier, 2020.
Geef een reactie