Raadsleden ervaren een te grote afstand tot gemeenschappelijke regelingen. Het verlengd lokaal bestuur en daarmee de democratische legitimatie van samenwerkingsverbanden komt zo steeds meer onder druk te staan. Maar er lijkt een oplossing te zijn.
Om de democratische legitimatie te verbeteren, is een voorstel voor wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) op dit moment in procedure bij de Tweede Kamer. Echter, ook binnen de huidige Wgr zijn er mogelijkheden voor gemeenteraden om de afstand tot gemeenschappelijke regelingen te verkleinen. Ik belicht hieronder een mogelijke aanpak voor het verbeteren van de samenwerkingscultuur.
Nauwelijks invloed
U kent het ongetwijfeld: portefeuillehouders die in de raadsvergadering zeggen: ‘Geachte leden van de gemeenteraad. Uiteraard heb ik uw zienswijze op de ontwerpbegroting ingebracht in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Helaas was er geen meerderheid voor onze zienswijze, waardoor de begroting ongewijzigd is vastgesteld.’ Ieder jaar weer hetzelfde liedje. Wilt u komend najaar dit liedje wéér horen van de portefeuillehouder? Ik vermoed van niet. Dit is het uithollen van de democratie. Maar dat is niet nodig als gemeenteraden nu samen in actie komen.
Samen vuist maken
De gemeenteraden van De-6 gemeenten (Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Zundert) gaan intensiever samen optrekken. Voor enkele gemeenschappelijke regelingen wijzen ze per regeling twee raadsleden aan die als vooruitgeschoven posten (rapporteurs genaamd) optreden vanuit de raad. Deze rapporteurs bespreken eerst binnen de eigen gemeente met de portefeuillehouder, de vakambtenaar en de griffier de ontwerpbegroting en rapporteren politiek neutraal aan de gemeenteraad.
Ze geven daarbij aan of aan de beleidsmatige en financiële kaders wordt voldaan die door de raad zijn gesteld. Afwijkingen worden vermeld. Dit jaar worden de rapportages voor het eerst ook gedeeld met de rapporteurs van de andere raden. Vervolgens bespreken álle rapporteurs de bevindingen met de portefeuillehouders, vakambtenaren, de directeur van de gemeenschappelijke regeling en de griffiers. De uitkomst delen ze vervolgens met de zes raden.
Deze aanpak moet leiden tot beter afgestemde zienswijzen en daarmee een eenduidiger aansturing richting de portefeuillehouders van De-6 gemeenten. U zult zich misschien afvragen hoe het dan zit met de couleur locale? Daarvoor blijft gewoon ruimte in de vorm van maatwerkafspraken, zo is de afspraak.
Afstemming en coördinatie
Een aantal gemeenteraden moet nog rapporteurs aanwijzen. Daarna is het zaak de planning op elkaar af te stemmen. Binnen de regio West-Brabant (waarvan De-6 deel uitmaakt) spraken de griffiers al enkele jaren geleden af dat de zienswijzen op de ontwerpbegrotingen in de derde en vierde week van juni behandeld worden door de raad. Dit betekent dat de rapporteurs van De-6 gemeenten uiterlijk de tweede week van juni bij elkaar moeten komen om hun bevindingen te delen en een gezamenlijke rapportage opstellen.
Om alles goed af te stemmen, spelen de griffiers een cruciale rol. Zij zorgen dat de lokale rapporteurs tijdig bijeenkomen, dat bevindingen worden vastgelegd en gedeeld, en dat het regionale afstemmingsoverleg gepland en ondersteund wordt. Een serieuze uitdaging die extra inspanningen vraagt, maar zeer de moeite waard lijkt omdat hiermee de afstand van gemeenteraden tot gemeenschappelijke regelingen kleiner kan worden.
De extra inspanningen van betrokken raadsleden betalen zich naar verwachting uit doordat niet meer álle raadsleden de documenten van gemeenschappelijke regelingen tot in detail door hoeven te nemen.
Wim Voeten is raadsgriffier in Etten-Leur.
Geef een reactie