De handreiking toereikende tarieven is een belangrijke stap naar meer transparantie en gelijkheid binnen het pgb-systeem. Een stap die echt nodig was, want de afgelopen jaren werden de verschillen tussen de pgb-tarieven van gemeenten onderling steeds groter. Ook bereikten ons bij Per Saldo steeds meer signalen dat budgethouders geen kwalitatief goede zorg meer konden inkopen op basis van de vastgestelde tarieven.
De Handreiking toereikende tarieven pgb sociaal domein is afgelopen maand gepubliceerd en verspreid onder gemeenten. Het gebruik van deze handreiking leidt tot een herkenbare en uniforme werkwijze bij de vaststelling van pgb-tarieven.
Aanleiding
Na de invoering van de Wmo in 2015 namen gemeenten vaak nog de tarieven over uit de AWBZ en waren de verschillen tussen de gemeenten klein. Maar vanaf 2016 gingen ze zelf hun tarieven vaststellen en liepen de methodieken en de bedragen nogal uiteen. Op een gegeven moment waren er zelfs gemeenten die hun tarieven voor informele zorg onder het minimumloon vaststelden. Toen het minimumloon de ondergrens werd, stelden sommige gemeenten die eerst nog daarboven zaten met hun tarieven, deze juist weer naar beneden bij tot het minimumloon. Maar hoe kunnen budgethouders hun zorgverleners nog betalen, als het tarief opeens bij wijze van spreken 30 procent minder wordt?
Toereikende tarieven
In 2022 hebben we dit tot een groot onderwerp weten te maken in het pgb-debat. Er zijn toen verschillende moties ingediend, maar die hoefden niet eens in stemming te worden gebracht. De minister gaf gelijk aan dat ze dit ging oppakken. Naar aanleiding van dit debat ontwikkelde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de pgb-actielijnen. Een van die actielijnen was het ontwikkelen van een instrument voor het vaststellen van toereikende tarieven voor gemeenten.
Kostencomponenten
Samen met VWS en de VNG schakelden we een bureau in om een goede methode hiervoor te bedenken. Dit bureau bekeek welke kostencomponenten een rol spelen bij welke contractvorm, dus het inhuren van een naaste, een werknemer, een ZZP’er of een zorgorganisatie. De handreiking is uitgewerkt naar alle verschillende contractvormen en naar alle verschillende functies. Bijvoorbeeld voor huishoudelijke hulp ga je uit van een andere cao-schaal dan individuele gespecialiseerde begeleiding. Hoe moet je dat waarderen en hoe kom je onder de streep tot een toereikend tarief.
Transparantie
Het is door al die uitwerkingen een behoorlijk dik document geworden, maar alles staat er wel in. Zo wordt goed duidelijk welke kosten er allemaal komen kijken bij het verlenen van zorg en ondersteuning. Het is niet alleen maar het brutoloon, het gaat bijvoorbeeld ook over reiskosten, verzekering en rapportage. Het wordt door de handreiking heel transparant welke kosten er allemaal meespelen. En als dat zwart op wit staat, dan wordt ook sneller zichtbaar dat sommige tarieven inderdaad te laag zijn vastgesteld. Ook is in de handreiking de indexatie meegenomen. Want je kan het een keer vaststellen, maar de prijzen gaan omhoog, de lonen gaan omhoog, dus ook die zaken moet je erin meenemen.
Toereikend tarief is wettelijke plicht
Nu is het aan gemeenten zelf of ze de handreiking gaan hanteren. Ik ga er wel van uit dat ze dat gaan doen, omdat de handreiking houvast biedt bij het vaststellen van tarieven. En het is tenslotte een wettelijke plicht om een toereikend tarief vast te stellen, waar de budgethouder mee uit de voeten kan. Wat ik wel graag zou willen, is dat de VNG elk jaar per functie en per contractvorm uitrekent waar je dan ongeveer op uitkomt. Gewoon als service naar de gemeenten. Dat zou echt helpen. Want er zijn ook hele kleine gemeenten, waar het bijna onmogelijk voor is om dit allemaal zelf te moeten doen.
Andere zorgwetten
Ik ben in ieder geval heel blij met de handreiking. En ik ben niet alleen blij met het document, maar zeker ook met de constructieve wijze waarop dit tot stand is gekomen, in samenwerking met VWS en de VNG. En ook dat verschillende gemeenten meegelezen en -gedacht hebben. Deze mooie stap die nu gezet is voor het sociaal domein, hopen wij uiteindelijk ook te kunnen maken voor de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet. Hoe zou het daar uitpakken als we daar dezelfde exercitie doen, voor de verschillende functies en de verschillende contracten en klopt dit met de tarieven die worden vastgesteld?
Aline Molenaar is al 28 jaar directeur bij Per Saldo, de vereniging van en voor mensen met een persoonsgebonden budget. Per Saldo en Aline vinden dat het persoonsgebonden budget een volwaardig alternatief moet zijn, waar mensen vrij voor moeten kunnen kiezen. Het is een instrument voor mensen om, ondanks hun zorg en ondersteuningsvraag, de eigen regie over hun leven te behouden.
Geef een reactie