Ze zeggen dat ik een partij heb opgericht. Als ik vijf dingen moet noemen waarvan ik niet had verwacht dat ik ze ooit in mijn leven zou doen, dan scoort dit extreem hoog.
Als jongere keerde ik me juist van de politiek af. Omdat het me thuis de neus en de oren uitkwam. Bedenk ook dat ik niet uit politieke overtuiging in de politiek terecht kwam, door burgeronvrede werd ik er min of meer ingeworpen. Ambitie om raadslid te worden had ik niet speciaal, maar door een minimale lijst en een voortijdig vertrekkende gezetelde, zat ik opeens op die plek.
Heb ik een partij opgericht of is me dat ook overkomen?
Het hoogst haalbare
GroenLinks, de partij waar mijn politieke avontuur begon, doet de komende verkiezingen niet zelfstandig mee in onze gemeente. Het was bij de vorige verkiezingen al duidelijk dat een dergelijke electorale zege – van één naar twee zetels in de raad – het hoogst haalbare zou blijven. De overstap naar een linkse progressieve samenwerking zoals in de buurgemeente het geval was, scheen daarna de logische stap.
De PvdA die ten tijde van ons verkiezingssucces nog met één nagel aan haar laatste zetel hing, bleek ook meer dan gretig om samen te werken. De andere eenzame progressieveling in de raad, D66, stribbelde eerst tegen. Maar omdat de partij niet zelfstandig aan de verkiezingen kan meedoen, kruipt het D66-raadslid uiteindelijk ook tegen de PvdA en GroenLinks aan.
Voor de troepen uitlopen
Hij erin, ik eruit. Maar niet meteen. Ik stak er veel schrijf- en organisatietijd in, probeerde onzuiverheden in de opzet te bespreken en droeg ideeën aan. Men vond het vervelend. Voor de troepen uitlopen, zeuren, te bekend ook, en te nadrukkelijk aanwezig. Ik kan daar moeiteloos nog alinea’s lang over leeglopen, maar het is goed zo. Laten we het erop houden dat na twee jaar de emmer was overgelopen.
Dat maakt mij overigens niet het enige raadslid zonder partij, en beslist niet de eerste die uit ergernis de progressieve samenwerking verlaat. Er zijn zelfs behoorlijk wat mensen die zich helemaal niet aangetrokken voelen tot die nieuwe partij.
Gevestigde partijen rammelen
Eijsden-Margraten heeft een heftig jaar achter de rug. Integriteit is het grote item en de gevestigde partijen rammelen, vooral het oppermachtige CDA. Oppermachtig omdat er vanuit traditie veel op gestemd wordt, elk dorp een eigen koning. En juist dat CDA ligt onder vuur.
Het vertrouwen in de politiek is ver te zoeken, irritatie en wantrouwen borrelen onder de oppervlakte. Na alle commotie van afgelopen lente, stroomden de mailboxen van raadsleden vol. Mensen voelen zich benadeeld, niet gehoord, slecht behandeld, opzijgeschoven, besodemieterd, gekleineerd, geïntimideerd.
Het oppervlakkige corruptieonderzoek en de daaruit voortvloeiende bedenkelijke resultaten, die voor een deel staatsrechtelijk onjuist bewezen zijn, helpen niet de situatie te verbeteren.
Mijn partij?
Dat de tijd rijp is voor andere politiek, zag ik bevestigd toen ik uit die progressieve samenwerking stapte. En in een mum van tijd verscheen er dus een nieuwe partij, ODE: Open Democratisch Eerlijk. Ze zeggen dat dit mijn partij is, dat ik haar heb opgericht.
Maar zelf ervaar ik het niet zo. Alsof het zo gemakkelijk is om in je eentje een partij op te richten. Vergeet het maar.
Hanneke Koene is gemeenteraadslid in Eijsden-Margraten en blogt geregeld voor deze site. Lees ook haar feuilleton over de Limburgse affaire.
Geef een reactie