Er zijn fracties die nu een moment van reflectie inplannen. Ook coalities zullen elkaar de komende weken in de ogen kijken. Een ‘halverwege-balans’-momentje. Maar hoeveel gemeenteraden doen een midterm-review? Als ik mag schatten, zou ik zeggen: nog geen kwart.
Het is snel gegaan, die twee jaar sinds de verkiezingen. Volop flyerend, belandden sommigen plots op het pluche, het lijkt als de dag van gisteren. Het begint wellicht net een beetje te wennen, ook die nieuwe rol in de oppositie, of kersvers in de raad. Spreken in de microfoon, interrumperen, de grip op de agenda, eigen ideeën voor het voetlicht brengen, eerste persbericht in het huis-aan-huisblad.
Volgzame raad of vechtraad?
Als je een willekeurig iemand binnen of buiten het gemeentehuis vraagt hoe het gaat met de raad dan krijg je, denk ik, gewoon een antwoord. Op gevoel. Bijvoorbeeld, het is een ambitieuze raad, ze weten wat ze willen. Of een volgzame raad, ze doen wat het college voorstelt, constructief. Vlak ook de lastige raad niet uit: je weet nooit wanneer de vlam in de pan slaat. Of de vechtraad, die zitten elkaar in de haren om niets.
Dat soort reacties dus. Maar beelden verzamelen is nog geen midterm. De eerste lastigheid als je verder wilt kijken, is dat ‘de raad’ niet bestaat. Althans niet in de perceptie van de raad zelf, want verder weet iedereen precies wie dé raad is. Hoe moet je de wapenfeiten opmaken van een collectief, waar je voor je gevoel niet echt deel van uitmaakt?
De fractiesuccessen, dat is anders. Idem de coalitiesuccessen. Maar de raadsuccessen, welke zijn dat en wie schrijft die op zijn conto?
Vragen aan het begin
De tweede lastigheid bij een midterm is dat je eerst doelen had moeten stellen. Wat wil ik bereiken, wat ga ik ervoor doen, wanneer is het goed? Vragen die je aan het begin van een raadsperiode stelt en opschrijft in een raadsprogramma of -agenda. De meeste raden doen dat niet. Dan valt er weinig te evalueren. En hoe beoordeel je of jouw eigen doelen zijn bereikt – als de slager die zijn eigen vlees keurt?
Op initiatief van burgemeesters en griffiers zullen raden hier en daar wel met elkaar terugblikken. Rond de zomer, liefst in combinatie met een raadsuitje of -conferentie, gaat het over belevenissen en irritaties. Soms is het nodig om wat dingen uit te praten, wat verbeterpuntjes te delen, goede voornemens uit te wisselen en op een flipover te zetten. Het moet wel gezellig blijven; kritische noten zijn toegestaan, mits met mate.
De raad als persoon
Maar wat zou het boeiend zijn om dat beeld van de buitenwacht op te tekenen! Over hoe de raad overkomt als die een persoon was. Aardig, open, coöperatief, charmant, rechtvaardig, nors? En klopt dat met de bedoelingen? Als je afstandelijk over wilt komen en mensen vinden je afstandelijk, dan is dat best.
Wil je open overkomen en vinden mensen je nors, dan is er werk aan de winkel. In de gemeente, de meest nabije overheid, gaat het niet slechts om inhoud en resultaten, maar ook om contact en bedoelingen. Feedback vragen is toch het minste. En halverwege de periode is het ideale moment om dat te doen.
Pascale Georgopoulou is oud-griffier en zelfstandig adviseur binnen de publieke zaak, o.a. senior projectleider invoeringsondersteuning Omgevingswet voor gemeenteraden en griffiers.
Geef een reactie