Bouwlogistiek is de grootste bron van vrachtvervoer in steden en van luchtverontreiniging veroorzaakt door vrachtverkeer. Hoe kunnen uitvoerders en overheden samenwerken voor een betere bouwlogistiek in steden? TNO Mobiliteit onderzocht het.
– VISIE –
In steden heeft 3 tot 5 van de 10 vrachtwagens een bouwplaats als bestemming. Het aantal busjes met personeel en materiaal is nog groter.
Voor de bewoners moet een stad leefbaar en veilig zijn. Ook bezoekers verblijven graag in een prettig woon- en winkelgebied en voor de ondernemers is een vitaal economisch klimaat van groot belang. De bevoorrading van een stad is nodig voor het economisch functioneren van die stad, maar kan botsen met het maatschappelijk belang van een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving. Veiligheid, bereikbaarheid en luchtkwaliteit bepalen mede die kwalitatief hoogwaardige leefomgeving.
Vrachtverkeer en fijn stof
Elke dag rijden zo'n 3.000 vrachtwagens, klein en groot, de stad Amsterdam in en nog meer bestelbusjes. Ze zijn het bevoorradend verkeer voor bouwprojecten, horeca, instellingen, winkeliers, ondernemers en bewoners.
Auto's en vrachtauto's hebben een groot aandeel in de luchtverontreiniging van steden en daarmee in een mindere luchtkwaliteit. Voorheen waren maatregelen vooral gericht op het personenvervoer, zoals het P+R programma, parkeerbeleid en het stimuleren van openbaar vervoer. Deze maatregelen zijn goed voor de stedelijke bereikbaarheid maar dragen niet voldoende bij aan een betere luchtkwaliteit. Daarom richten gemeenten zich nu op het aanpakken van het goederenvervoer. In bijvoorbeeld Amsterdam moet het
Maatregelen als ‘bundelen goederenvervoer', ‘voorkeursnet' en ‘verruimen van venstertijden' scoren goed op kostenefficiëntie vanuit het perspectief van de gemeente en dragen bij aan een betere luchtkwaliteit. De vraag is hoe dit voor het bevoorradende vrachtverkeer voor de bouwprojecten kan worden gerealiseerd; meer doen, met minder vrachtwagens.
Bouwlogistiek
In steden wordt veel gebouwd; in de openbare ruimte, nieuwbouw en steeds meer in renovatie. In een stad als Amsterdam alleen al gaat het om meer dan 1.000 grotere projecten, die gelijktijdig plaats vinden in verschillende stadsdelen. Deze projecten hebben, afhankelijk van de grootte en de locatie, een grote impact op de hoeveelheid verkeer en de verkeersdoorstroming in een stad.
De bouwprojecten leiden tot omvangrijke goederenstromen. In de bouwrijp- en funderingsfase gaat het om grond en puin, beton en staal. In de ruwbouwfase betreft het vloerelementen, verse beton, kalkzandsteen, baksteen, kranen, steigers, kozijnen etc. In de afbouwfase is het een enorme diversiteit aan hang- en sluitwerk, elektrotechnische materialen, loodgieterbenodigdheden, verf, keukens, etc. Deze goederenstroom loopt naast een minstens zo grote stroom aan personeel van de aannemers die werken op de bouwplaats.
Bouwlogistiek is het geheel van maatregelen om het juiste materieel,
de juiste materialen en het juiste personeel met de juiste kwaliteit, op het juiste moment,
op de juiste bouwplaats te krijgen tegen minimale kosten.
Producten voor de bouw moeten steeds vaker exact op tijd en in precies afgestemde hoeveelheden aan de aannemers op de bouwplaats worden geleverd. Voor aannemers is dit wenselijk omdat er weinig ruimte voor opslag is, en zo wordt voorkomen dat materiaal zoek raakt, beschadigd of gestolen wordt. Nadeel kan zijn dat er meer geïmproviseerd moet worden en er daardoor veel ad-hoc kleine leveringen zijn.
Vervoerders gaan hierin mee om zo servicegericht mogelijk te zijn. Vaak moeten de vrachtwagens vroeg in de ochtend, tijdens de spits, al op de bouwplaats zijn, bij de start van de werkzaamheden. Dit betekent hinder voor het andere verkeer in de steden en geeft ook een gevoel van onveiligheid voor fietsers en wandelaars.
Resultaten
TNO heeft in opdracht van
De Amsterdamse aanpak kent een aantal sterke punten:
- het toepassen van een standaard werkwijze voor afstemmen van bouwprojecten (het zogenoemde coördinatiestelsel);
- het opstellen van BLVC-plannen in de voorbereidingsfase van bouwprojecten, waarin de consequenties voor bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid staan beschreven evenals het communicatieplan naar de omgeving;
- het inzetten van een bouwcoördinator in de voorbereiding en uitvoering van bouwprojecten in een stadsdeel voor de afstemming tussen alle betrokken partijen (zowel publiek als privaat);
- het toepassen van kwantitatieve modellen om de bouwlogistieke vervoersstromen te berekenen en de gevolgen op de totale verkeersdoorstroming.
Naast een analyse van de werkwijze in Amsterdam is in deze TNO/GOVERA-studie een analyse gemaakt van de processen in de bouwlogistieke keten: opdrachtgever, aannemer, onderaannemers, vervoerders, leveranciers en groothandel. Het onderzoek bracht bouwlogistieke oplossingen in de stroom van personen en goederen naar de bouwplaats in kaart. Daarmee is het mogelijk om het aantal voertuigbewegingen naar de bouwplaatsen in een binnenstad te verminderen.
Bouwlogistieke oplossingen:
- voorkeursnet bouwverkeer;
- ontkoppelen buitenstedelijk en stedelijk transport;
- het gebruik van andere modaliteiten;
- distributienetwerk (coördineren op basis van herkomsten en bestemmingen);
- innovatief bouwen (waardoor minder logistieke stromen nodig zijn);
- bundelen bij de bron, bijvoorbeeld de producten of de groothandel (hier wordt de bron als locatie buiten de stad gezien, dus niet per definitie de herkomst van de grondstoffen);
- bundelen in een consolidatiecentrum (aan de rand van een stad);
- outsourcen bouwlogistiek activiteiten aan partij die regie voert;
- het gebruik van een mobiele voorraadcontainer;
- gebruik maken van een afhaalpunt (filiaal op of nabij een bouwplaats);
- combi-container;
- materieelcontainers;
- pendeldienst (bus / openbaar vervoer) tussen parkeergelegenheid en bouwplaats.
Actieve rol van de gemeente
Er zijn veel mogelijkheden om de hinder van bouwlogistiek te verminderen en een efficiënter bouwproces te realiseren. Deze oplossingen vragen echter ook inspanningen, in de vorm van andere samenwerkingsverbanden, investeringen, organisatie, etc. De sturingsmogelijkheden van de lokale overheden liggen in de lijn van reguleren, coördineren, faciliteren en stimuleren.
Reguleren in de planvormingfase, contractfase en de uitvoering van het bouwproject biedt direct mogelijkheden voor een gemeente om de uitvoerende private partijen te sturen in het verbeteren van bouwlogistiek. Daarbij vormen een standaard werkwijze voor het opnemen van bouwlogistieke eisen bij vergunningverlening en aanbesteding en BLVC-plannen (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie). Door het belonen van goede bouwlogistieke plannen in de vergunningverlening en aanbesteding worden uitvoerende partijen uitgedaagd tot het toepassen van slimme bouwlogistieke oplossingen.
Reguleren in de vorm van verkeerstechnische maatregelen of verplichten tot specifieke bouwlogistieke routes (voorkeursnet bouwverkeer) biedt ook mogelijkheden tot het verminderen van hinder, maar kan tevens beperkend werken op de flexibiliteit en ‘speelruimte' voor efficiënte bouwlogistieke oplossingen.
Het vroegtijdig opzetten van een goede organisatie- en overlegstructuur met alle betrokken partijen is cruciaal om winst te boeken uit het afstemmen van de bouwlogistieke vervoersstromen over meerdere bouwprojecten. Afhankelijk van de noodzaak en complexiteit van de bouwprojecten kan een gemeente besluiten tot het verplicht stellen van dan wel aanbevelen tot het werken met een bouwcoördinator. Tijdens de bouw kan dit grote voordelen opleveren in het snel reageren op onverwachte gebeurtenissen, waardoor onnodige hinder en faalkosten worden voorkomen.
Afgezien van het voorschrijven van specifieke bouwlogistieke routes, kan een gemeente faciliteren en stimuleren bij bouwlogistieke oplossingen door de uitvoerende partijen. Dit kan door het ontwikkelen en ter beschikking stellen van infrastructuur voor bouwlogistieke oplossingen, zoals multimodale overslagterminals in binnenhavens en consolidatiecentra aan de rand van de stad.
Eenduidige aanpak
Voor aannemers, onderaannemers en hun toeleverende producenten en groothandels is een gestandaardiseerde benadering gewenst. Deze standaardisatie heeft betrekking op de wijze van samenwerking en ketenregie in bouwlogistiek en het toepassen van de bouwlogistieke concepten met de daarbij behorende technische oplossingen. Lokale oplossingen leiden tot suboptimalisatie en complexiteit. Bovendien zal de integratie van informatiesystemen en logistieke planningssystemen in de bouw vanuit de sector zelf moeten gebeuren.
Bouwlogistiek in binnensteden kan schoner, en mogelijk zelfs goedkoper. Een vermindering van het aantal vrachtwagens en busjes is mogelijk. De bouwlogistieke oplossingen hebben zich bewezen. Samenwerking tussen private partijen is nodig, maar ook met de lokale overheden. Rekenmodellen, BLVC-plannen en overleg kunnen dit ondersteunen. Wie trekt de handschoen aan?
Meerdere initiatieven
Rond bouwlogistiek spelen meerdere initiatieven in Nederland, vaak in samenwerking met bedrijven en organisaties uit de bouwsector. De plannen uit deze studie kunnen daarin een plaats krijgen. TNO adviseert aansluiting bij het platform Logistiek in de Bouw en het programma Duurzame Logistiek van Connekt. In het platform Logistiek in de bouw zijn de organisaties Bouwend Nederland, TNO, TU Delft, Hogeschool van Rotterdam, Connekt, EVO, TLN en HIBIN vertegenwoordigd. |
---|
Lees ook op Logistiek.nl:
filip says
mijn hele leven is eigenlijk een nachtmerry nu denken jullie eigenlijk nu aan azielzoekers of niet of willen jullie dat de leven van andere mensen ook dat het een nachtmerry krijgen ?
doen jullie nog iets of niet ?
iemand says
Bas is zelf een sukkel
Bas says
wat een sukkel is die koen
Koen says
super goed stukje!