Heel veel leidinggevenden in het publieke domein doen hele nuttige dingen, maar zijn niet te betrappen op managementkwaliteiten. En juist dat is nodig.
– COLUMN – Dirk Jan de Bruijn
Afgelopen week mocht ik bij een grote uitvoeringsorganisatie een workshop verzorgen over hoe je een organisatie verandert. Welke stappen je moet zetten in welke volgorde om je mensen ook daadwerkelijk mee te krijgen. Dus niet door de grond onder hun voeten heet te maken, maar hoe je daadwerkelijk het vuur in hén kunt aanwakkeren. Opdat iedereen mee gaat doen in zo’n verandering. En niet een paar verdwaalde early adopters…
Mobiliteit
Maar al snel bleek dat men in de afgelopen jaren werkelijk niets had gedaan aan mobiliteit. Er waren voorbeelden van groepen van mensen die al meer dan dertig jaar met elkaar werkte. Dertig jaar! In dezelfde samenstelling. Met dezelfde baas. Jawel. Moet je je voorstellen dat je al dertig jaar met elkaar werkt in bijna dezelfde samenstelling. Met diezelfde gezichten. Dat klinkt als ‘debiteuren/crediteuren’.
Volstrekt ongezond natuurlijk. En dat terwijl deze omvangrijke uitvoeringsorganisatie alle mogelijkheden had om mensen na een paar jaren weer eens uit te nodigen om met veel verve weer eens aan een andere uitdaging te beginnen. Elders in het bedrijf. Opdat je zo ook meerdere facetten van de firma zou zien waarmee je niet alleen zélf wakker blijft, maar waarmee je ook de klanten een dienst bewijst. Want als je in meerdere hoeken actief bent geweest, in verschillende rollen, dan bevordert dat natuurlijk je multidisciplinaire gedrag. Spreekt voor zich dat dit de publieke waarde in hoge mate bevordert! En daar waren we toch van…
Uitzitten
En het erge was: als er dan sprake was geweest van mobiliteit, dan was dat altijd bij mensen die met de vingers tussen de deur zaten. Waarmee dus wat aan de hand was. Die dus over de bekende hill waren. En daarmee was mobiliteit volstrekt verkeerd gepositioneerd. En bleef iedereen dus lekker zitten waar hij of zij zat. Voorbeelden genoeg -ook tijdens mijn workshop- van collega’s met mijn leeftijd (begin vijftig) die me vertelde dat ze de rit wel zouden uitzitten. En dat terwijl ze nog minstens tien jaar voor de boeg hadden! Hoezo, de rit uitzitten?
Tja. En waar begin je dan? Want de directe reden om mij uit te nodigen was krimp. Dit jaar zou zo’n tien procent van de formatieplaatsen gaan vervallen. Wegens schaarste. En dat betekent dus geen nieuw vers bloed. Geen nieuwe frisse mensen. Met andere denkbeelden. Dus moet je grootschalig mensen gaan verleiden om het beste uit zichzelf te halen. En dat begint natuurlijk aan de top. Daar moeten dan managers zitten die in staat zijn om dat suffe rode controle potlood in te ruilen voor inspiratie. Om mensen te dwingen die dingen te doen die bij ze passen en waar ze beregoed in zijn. En die ze dus leuk vinden. Om vooral hén te laten schitteren. Om successen met elkaar te vieren. Om reuring in de winkel te gaan realiseren. Iedere dag weer opnieuw!
Leiding geven
Maar dit maakt natuurlijk pijnlijk duidelijk dat we binnen het publieke domein nog te veel leidinggevenden hebben die hele nuttige dingen doen voor de firma waarvoor ze werken, maar gewoon niet te betrappen zijn op managementkwaliteiten. En juist dat hebben we nú zo hard nodig. Want als je zorgt voor het belang in ieder mens, dan zorgt dat doel heus wel voor zichzelf!
Peter van den Berg, VDB Interim Support says
Dag Dirk-Jan,
Ik ben het met jou eens. In mijn werk kom ik de door jou beschreven situatie van 20-30 jaar met elkaar olv dezelfde manager werken, veel tegen.
Het krampachtig blijven zitten geldt helaas niet alleen voor medewerkers (wordt wakker!!) maar ook voor hun managers. Echter: je wordt als manager benoemd vanwege opleiding, ervaring, kennis en kunde, leiderschapskwaliteiten, e.d. Als manager ben je echter geen duizend dingen doekje! Je bent goed in ontwikkelen en bouwen of meer beheersmatig ingesteld en kan goed consolideren. Dat betekent dat er aan jouw functioneren een houdbaarheidsdatum is gekoppeld. Op een gegeven moment sta je ontwikkelingen en mogelijkheden in de weg, kom je jezelf tegen en ben je voor jouw omgeving niet eer van toegevoegde waarde. Als je dat niet onder ogen kan zien en verandering niet aandurft (onzekere toekomst??) dien je niet op de managerstoel met daaraan verbonden faciliteiten te gaan zitten. Kortom: verander geregeld van plek en blijf fris!
Pieter-Jan Schols says
Dit verhaal raakt absoluut de kern. Mooi beschreven Dirk-Jan! Onderstreept dat we daar massaal op zouden moeten investeren. Wel spijtig dat we daar zo weinig van merken.