Inwonersparticipatie kan leiden tot frustratie en negatieve reacties. Ook al doet de gemeente haar best om een open proces te organiseren en vroegtijdig van start te gaan. Inwoners voelen zich niet gehoord bijvoorbeeld, of zitten door onduidelijke informatie met te hoge verwachtingen.
Het is in de praktijk ingewikkelder om te vertellen wat je wél wilt, dan wat niet. Ik kan ervan meepraten: het volgende gebeurde tijdens een door de raad georganiseerde ‘praat-met-avond’. Inwoners komen vragen waar de wethouder is. Ik leg uit dat deze avond door de raad is georganiseerd, de wethouder is erbij, maar als toehoorder.
Haast uitgelachen
Bij wijze van reactie word ik haast uitgelachen. Nee, alle gekkigheid op een stokje: wanneer gaat de wéthouder vertellen wat de gemeente van plan is? Ik sputterde tegen en begon de achterliggende gedachte uit de doeken te doen . ‘De raadsleden lopen hier rond, ziet u de badges? Ga naar ze toe, vertel wat uw ideeën zijn,’ probeer ik.
‘Wat kan er beter in de buurt, waar bent u juist trots op? De bestuurders luisteren gráág naar u, daarom ook deze avond.’ Ja, ja, was de argwanende reactie. ‘Ze luisteren nooit en nu plots wel. Waarom nu wel ineens? Wat zijn ze dan van plan?’
Stoffige in de ban
Zaaltjes met een tafel waarachter de wethouder en de projectleider zitten en de inwoners op klapstoeltjes ervoor: dat doen we niet meer, toch? Deze aanpak, stoffige en ouderwets, hebben we in de ban gedaan, dacht ik. Nu is er volop inloop met activiteiten als ‘speeddaten’, laagdrempelig, actief en interactief.
Niet de informatie en presentatie met flitsende PowerPoint staan centraal, maar het gesprek. In contact komen met elkaar, tegenwoordig fysiek en/of online, oog hebben voor zorgen en ideeën, samen op weg naar mooie dingen voor iedereen.
Wil de inwoner?
Het groot werkvormenboek ligt op het nachtkastje van elke communicatieprof en biedt ontelbare kapstokken om een bijeenkomst betekenisvol en met succes te laten verlopen. Er is alleen een probleempje: wil de inwoner dit óók?
Meer dan eens heb ik ervaren dat pogingen om het anders te doen, stuiten op onbegrip. Verwachtingen en teleurstellingen vormen de twee zijden van dezelfde medaille. Mensen komen luisteren wat de gemeente ‘nu weer heeft bedacht’, waarbij vast en zeker ‘niet naar de mensen’ is geluisterd’.
Tegenwerpingen dat er juist niets vastligt, dat deze avond ervoor is om ‘meningen op te halen’, stuiten op wantrouwen. De inbreng van inwoners vanaf het begin een plek geven, ‘aan de voorkant’, leidt tot verwijten. Meer zelfs dan bij kant-en-klaar-plannen.
Tegenwerpingen zinloos
De gemeente is onduidelijk zo klinkt het, en denkt niet na over plannen, Er liggen geen alternatieven op tafel, weten de plannenmakers eigenlijk wel wat ze willen, dat soort reacties. Als je wijst op plaatjes of schetsen, naar vragen op whiteboards, naar stellingen of wat dies meer zij, dan is het: vertel gewoon wat de bedoeling is, dan kunnen we daarop reageren.
Iemand zei eens letterlijk: ‘Zeg nou wat het plan is, dan kan ik vertellen waarom ik erop tegen ben!’ Is dit hoe de meerderheid denkt? Welnee, de meeste mensen vinden het juist fijn ongedwongen hun mening te delen en mee te denken, om betrokken te zijn.
Meerdere stappen
Maar er is zeker óók een groepje dat niet wil, of soms niet kan. Frustrerend voor iedereen die zijn best doet om inwonerparticipatie oprecht te organiseren, maar het is niet anders. Het gevolg is dat deze mensen niet ‘aan de voorkant’ worden betrokken. Ze kunnen in een volgende fase reageren op nader uitgewerkte plannen. Participatie is een proces met meerdere stappen. Ook latere inbreng is waardevol.
Pascale Georgopoulou is oud-griffier en zelfstandig adviseur binnen de publieke zaak, o.a. senior projectleider invoeringsondersteuning Omgevingswet voor gemeenteraden en griffiers.
Regi Kolf says
Ik ben het er mee eens dat mogelijk verschillende fasen kunnen zijn bij het organiseren of in praktijk brengen van de burger participatie. Vraag is wat is ons vertrek punt en wie heeft of houdt het overzicht over de verschillende velden die betrokken zijn bij welk onderwerp, zodat de de vaart en de koers behouden blijft en men interesse en hoop blijft houden. Participatie moeheid ontstaat als de hond waakzaam op alles reageert zonder zicht op enigszins hoop op de uitkomst. De neiging is dat men zich richt tot degene die zich beroepsmatig en op grond van de functie als deskundige zich opwerpt en op grond daarvan al verwachtingen schept die niet waar te maken zijn. Zeker niet in de tijd die daarvoor staat. (4 jaar of naar gelang hij de functie leuk vindt)
Bij elke inbreng zou men mijns inziens een gezamenlijk vertrek punt moeten zoeken, vinden of maken. De burger voelt zich ondersteund , de gemeente denkt mee en organiseert overzicht wat een burger alleen niet heeft en de omgeving denkt mee omdat men mogelijk door het overzichtsplaatje begrip kan tonen voor het onderwerp of de verandering. Als burger hoeft men zich niet meer in te graven of de buurt te gaan mobiliseren .Er zou vertrouwen kunnen ontstaan dat we voor elkaar zijn. Voorschot van vertrouwen. Eens met mevr. Pascale Georgopoulou. Mensen aan de voorkant betrekken betekent ze belonen voor hun initiatief door ze perspectief te bieden en te laten zien dat de mening telt, Dat het inhoudelijk niet past in de plannen kun je op grond van het vertrouwensproces en houding ook duidelijk maken.