Veel gemeenteraden voeren komende maand de discussie over bezuinigingen om de begroting voor 2021 en volgende jaren sluitend te krijgen. De tijd van de kaasschaafmethode ligt daarbij ver achter ons. Er worden pijnlijke keuzes gemaakt die inwoners rechtstreeks raken.
Het gaat om zowel versobering van de dienstverlening op allerlei terreinen als om stijging van de lokale lasten. Wanneer je kijkt naar de analyses van de tekorten dan zie je dat deze vooral in het sociaal domein optreden. Een nieuw risico ligt echter op de loer!
Nieuwe kostenpost
Er komt een nieuwe kostenpost aan waarmee raadsleden terdege rekening moeten houden: de uitvoering van het Klimaatakkoord. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft Andersson Elffers Felix (AEF) onderzoek laten doen naar de uitvoeringskosten van het Klimaatakkoord voor decentrale overheden. De ROB gaat op basis van onder meer dat rapport advies uitbrengen aan het kabinet over de hoogte van de uitvoeringskosten en wie die kosten gaat dragen.
De onderzoekers van het adviesbureau presenteerden vorige maand hun bevindingen. Voor gemeenten onderscheidt AEF 28 nieuwe of (sterk) geïntensiveerde taken voor het uitvoeren van het Klimaatakkoord. Denk aan het monitoren en herijken van de Regionale Energiestrategie, het opstellen van wijkuitvoeringsplannen in het kader van de transitievisie warmte, het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed en het verder aanpassen van de gemeentelijke infrastructuur.
Extra medewerkers nodig
AEF vat de uitvoeringskosten voor gemeenten in het rapport als volgt samen: ‘In 2024 hebben ze gemiddeld 14 tot 17 extra fulltime medewerkers nodig. Dat is een gewogen gemiddelde van 86 tot 100 medewerkers extra voor G4-gemeenten, 39 tot 43 voor de G40, 17 tot 19 voor middelgrote gemeenten en 8 tot 9 voor kleine gemeenten.’
En het gaat nog even door: ‘Daarnaast zijn er substantiële materiele kosten, vooral voor technisch onderzoek. De wijkgerichte aanpak om de gebouwde omgeving te verduurzamen (het opstellen en uitvoeren van wijkuitvoeringsplannen) brengt de hoogste kosten met zich mee. Dat komt omdat gemeenten uiteindelijk aan veel verschillende wijken tegelijkertijd werken. Ook gemeentebrede communicatie, zonneweides en windmolenparken vergen relatief veel inzet.’
Geen klein bier
Hoewel de cijfers nog een grote mate van onzekerheid kennen, is duidelijk dat hier geen sprake is van klein bier. Voor een middelgrote gemeente zoals de mijne, heb je het alleen op het gebied van personeelsformatie al over 17 tot 19 medewerkers extra. Wanneer je dit in geld uitdrukt (uitgaande van schaal 8-medewerkers die momenteel ruim 87.500 kosten, kom je uit op een bedrag dat ligt tussen de 1,5 en 1,7 miljoen euro. Structureel!
Mijn oproep luidt: zorg dat u gezamenlijk via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten direct actie onderneemt op basis van het ROB-advies. Immers, de uitkomsten hiervan moeten een belangrijke rol spelen in de kabinetsformatie na de Tweede Kamerverkiezingen.
Er zal, om met VNG-voorzitter Jan van Zanen te spreken ‘boter bij de vis moeten’. De extra uitvoeringskosten mogen niet leiden tot weer een bezuinigingsronde bij de gemeenten. Voorkomen moet worden dat, om met Douwe Jan Elzinga te spreken, de vroegere autonomie van gemeenten naar een nog minimaler niveau afzakt!
Wim Voeten is raadsgriffier in de gemeente Etten-Leur
Geef een reactie