Het is kerst 2019. Tegenover mij zit Esther, moeder van twee zonen. Lars en Niels. Ruim tien jaar geleden is zij gescheiden en kort geleden is Lars, de oudste, 18 geworden. Beide jongens zijn autistisch. Vooral Lars heeft veel extra steun en zorg nodig. Al jarenlang.
Esther roert in haar koffie. ‘Ik ben al sinds de scheiding aan het knokken,’ verzucht ze. ‘Mijn ex heeft me in alles dwarsgezeten, waardoor het een vechtscheiding werd. Via de kinderen probeerde hij mij op allerlei manieren te raken. We hebben processen gevoerd, het was een klotetijd. En de jongens hebben daar onder te lijden gehad. Vooral Lars. Ik ben naar het CJG, Centrum voor Jeugd en Gezin, gegaan voor hulp.’
‘En kwam die hulp ook?’
‘Matig. Weet je, aanvankelijk leek de problematiek nog niet zo groot. Voor hen althans. Bovendien is mijn ex erg goed in het verdraaien van feiten en het beïnvloeden van instanties. Tegenover hen is hij de zorgzame vader, terwijl hij in werkelijkheid de jongens heeft gemanipuleerd met leugens over mij en bang gemaakt. Op enig moment heeft hij zijn zoons willen dwingen om een contract te ondertekenen over hun gedrag als ze bij hem waren. Kun je het je voorstellen? Een contract met je eigen kinderen? En als ze niet zouden tekenen kregen ze geen eten. Maar ja, dat ontkende hij natuurlijk als we een gesprek bij het CJG hadden.’
‘Mm, dat klinkt inderdaad niet best. Maar dat is natuurlijk niet de verantwoordelijkheid van de gemeente.’
‘Nou, ten dele wel. Ik heb diverse malen aangekaart dat ik als moeder klem zat. Zolang de dame van het CJG mijn ex op zijn woord geloofde, bleef de ernst van de situatie onder tafel. Ik kreeg dat niet duidelijk. En ik ben ervan overtuigd dat dat ook een van de redenen is waarom de situatie nu zo ernstig is.’
Esther krijgt vochtige ogen maar praat wel gewoon door. ‘Lars viel onder de Jeugdwet en in die jaren heb ik voortdurend gepleit voor specialistische hulp. Tevergeefs. Dat had veel problemen kunnen voorkomen. Begin dit jaar ging het heel slecht. Lars is volledig uitgevallen op school, hij raakte gameverslaafd, had geen dag- en nachtritme, het huis vervuilde. Ik had mijn werk en Niels is er natuurlijk óók. Ik kon Lars niet de hulp en steun bieden die hij nodig had. Gelukkig kon pal na de zomer met een intensief project worden gestart. Binnen zes weken was hij bijna onherkenbaar veranderd. Maar ja, toen werd hij 18.’
‘Ja, en?’
‘Nou, dan valt hij onder de Wmo. En daar werd zomaar beslist dat vier uur per week het maximum is. Alle groei van de weken daarvoor, zijn blijheid, sociale contacten, positieve houding, alles werd met een pennenstreek van tafel geveegd. En nu, nog geen half jaar later, zie ik een zoon die vooral depressief en suïcidaal is. Ik kan je zeggen: dat breekt een moederhart!’
Esther snuit haar neus en tranen rollen over haar wangen. Dan vervolgt ze haar verhaal.
‘De psychiater, psycholoog, coördinator én de persoonlijk begeleider van Lars hebben nu een brief gestuurd waarin ze aangeven waarom Lars wel degelijk de intensieve begeleiding nodig heeft die hij eindelijk heeft gekregen afgelopen zomer. Ik kan alleen maar hopen dat daar gehoor aan wordt gegeven.’
Ik kijk Esther aan en vraag: ‘Als je nu terugkijkt op het hele proces, wat zou er in jouw ogen dan anders moeten?’
‘Kijken.’ Het antwoord van Esther is direct en resoluut. ‘Wat er vaak mis is gegaan, is dat er op basis van “een geval” gehandeld wordt. Maar in zorg gaat het steeds om de specifieke situatie. De regels leken soms belangrijker dan mijn zoon. Op dit moment houd ik mijn hart vast als het gaat om de toekomst van Lars. Ik kan alleen maar hopen dat er een beslissing komt die hem de steun biedt die hij nodig heeft. Maar dit had in een veel eerder stadium voorkomen kunnen worden.’
Dit is een waargebeurd verhaal, alle namen zijn fictief.
Geef een reactie