‘Open up’ was, toen we ons nog druk maakten om stikstof, de opwarming van de aarde en wie kampioen zou worden in de keukendivisie, de slogan waarmee Rotterdam het Eurovisie Songfestival aan de man/vrouw wilde brengen. Het kwam er, zoals we weten, helemaal niet van.
Omdat het coronavirus zijn valse noot speelde en ons bracht in een crisis met een ‘lockdown’ als gevolg. Een intelligente lockdown, dat dan weer wel. Maar ‘open up’ past nu beter bij de wijze waarop we uit deze nieuwste toestand moeten komen. Voorlopig zitten we nog midden in de crisis, of we staan zelfs nog maar aan het begin.
Het is dan ook begrijpelijk dat de korte termijn even alle aandacht krijgt. We ‘varen op zicht’ en leven van deadline naar deadline in de hoop dat we steeds ietsje meer zullen mogen. Eens zal het gewone leven weer zijn gang nemen. Al mag het ‘gewone’ niet worden vertaald met ‘als vroeger’, want het leven zal er anders uitzien.
Knagende onzekerheid
En per wanneer zullen we dit ervaren? Dat is zeer onzeker en juist dat knaagt, wakkert het ongeduld aan en doet een beroep op onze zelfbeheersing. Daardoor wordt menigeen burgerlijk ongehoorzaam en worden, al is het maar voor even, opgelegde beperkingen aan de laars gelapt.
En, hoe zullen we het leven hervatten? Daar spelen gemeenten een grote rol in. Ze denken natuurlijk al na over welke mogelijkheden er zijn en welke instrumenten kunnen worden ingezet om de herstart goed te laten verlopen. Hier ligt niet alleen een kans om het echt anders te doen, het zal wel moeten want de ‘anderhalvemetersamenleving’ zal in het begin van de ‘open up’ fysiek en organisatorisch veel vergen. Bijvoorbeeld als het gaat om vragen als:
- Hoe richten we de openbare ruimte in?
- Hoe kennen we subsidies en steun toe?
- Hoe kunnen we helpen om de verdienmodellen van winkeliers rendabel te maken?
- Hoe gaan we om met besluitvorming?
Autoluw
De openbare ruimte (1) zal in een anderhalvemetersamenleving anders moeten worden ingericht. Niet alleen om de normale stroom voetgangers en fietsers de ruimte te geven, maar ook om mensen op te vangen die geen gebruik meer willen maken van het openbaar vervoer omdat daar allerlei restricties gelden of omdat ze het te risicovol vinden. Zo’n beleid zal gericht moeten zijn op duurzame mobiliteit met autoluwe zone’s, om voetgangers en fietsers de ruimte te geven. Hiermee wordt meteen een bijdrage geleverd aan de algemene gezondheid en de vermindering van de CO2-uitstoot. Een belangrijke issue uit het Klimaatakkoord.
Gemene Goed Balans
Bij subsidies en steun (2) kan naast andere (neven)doelen worden gekeken hoe de openbare ruimte wordt gebruikt met behulp van deze middelen, en wat daarvan de maatschappelijke meerwaarde is. Een hulpmiddel om dit te toetsen is de zogeheten Gemene Goed Balans, met aandacht voor zaken als ‘het hanteren van de menselijke maat’, ‘solidariteit’, ‘duurzaamheid’, ‘transparantie’ en ‘medezeggenschap’.
Openingstijden
Bij andere verdienmodellen (3) kan bijvoorbeeld de spreiding van winkeltijden, maar ook van schooluren worden betrokken. Het is onhoudbaar voor langere periode de inkomsten van restaurants, bioscopen en theaters aan te vullen tot hun omzet van voor de crisis, zoals onder het huidige steunpakket. Ze zullen wegen moeten vinden om bestaansrecht te houden met minder stoelen en tafels. Bedenk wat de lokale overheid kan doen om de ‘business’ rendabel te houden. Sta open voor nieuwe ideeën en ondersteun ze ruimhartig.
Inwoners betrekken
Wat betreft besluitvorming (4): de gemeenteraad vergadert nu als noodgreep digitaal of in afgeslankte vorm in de raadszaal. Wat wordt hier het nieuwe normaal? Gebruik de nu opgedane ervaring om de inwoners meer bij de besluitvorming te betrekken. Dat kan op bijvoorbeeld via social media, digitale burgerraden en een G1000-aanpak.
Er ligt bij iedere gemeente een verantwoordelijkheid om het landelijk beleid te vertalen en aan te vullen. Om te zorgen dat haar inwoners en bedrijven na de coronacrisis niet ontwaken in een gemankeerde stad. Wacht als gemeente niet te lang, pak die handschoen up.
Eric Leltz schreef het boek ‘Organisaties in transitie’, verzorgt lezingen over de transitie en geluk, en was 8 jaar fractievoorzitter voor GroenLinks in Ede.
Geef een reactie