Als de waarde van een overheidsopdracht de drempel overschrijdt, dan gelden ‘zwaardere’ Europese regels in plaats van nationale aanbesteding. Dat is steeds vaker het geval. En daar wordt helaas niet goed over nagedacht.
Recentelijk zijn de nieuwe aanbestedingsdrempels gepubliceerd in het EU Publicatieblad. Deze drempels zijn een belangrijk onderdeel in het aanbestedingsproces, maar zijn al jaren niet aangepast. Hierdoor besteden gemeenten en andere overheden steeds meer Europees aan, zonder dat Nederland daar expliciet voor heeft gekozen. En dat zal alleen maar vaker gaan gebeuren.
Nieuwe drempels vastgesteld
Vanaf 1 januari 2020 gelden de nieuwe drempelbedragen voor de gebruikelijke twee jaar. En let op: ze dalen iets ten opzichte van de eerdere grensbedragen. Voor werken gaat de drempel van ruim 5,5 miljoen naar 5,35 miljoen euro. Voor leveringen en diensten voor de centrale overheid van 144.000 naar 139.000, en voor leveringen en diensten voor de decentrale overheid van 221.000 naar 214.000 euro. Alles exclusief btw.
Dergelijke dalingen zijn ook zichtbaar bij de drempels voor defensie, de speciale sectoren en concessies. Dit heeft grotendeels te maken met de waardeverandering van de euro. Het is geen koerswijziging dus, er komt geen nieuw beleid vanuit de Europese Unie aan te pas.
Drempels al jaren niet echt aangepast
In de jaren 70 zijn de drempels voor het eerst vastgesteld. De gedachte erachter is grofweg dat buitenlandse inschrijvers geïnteresseerd kunnen zijn in opdrachten boven de drempel. Vanaf deze drempelwaardes is het dus relevant om na te denken over een interne markt voor overheidsopdrachten. Inmiddels zijn de drempels ook verbonden aan de Government Procurement Agreement van de Wereld Handelsorganisatie. Wijzigingen moeten daardoor op internationaalrechtelijk niveau plaatsvinden.
Afgezien van een vervijfvoudiging van de drempels voor werken in de jaren 80 zijn de bedragen sinds de introductie niet significant aangepast. Maar dit kan verraderlijk zijn, want hun ‘echte’ waarde is door de jaren wel veranderd. Denk bijvoorbeeld aan inflatie. Dezelfde opdracht kan nu ten opzichte van twintig jaar terug een veel hogere waarde hebben in klinkende munt. En moet daardoor in plaats van nationaal plotseling Europees worden aanbesteed.
Tweede Kamer ineens stil
Opvallend is dat elk debat over de hoogte van de drempels momenteel ontbreekt. De Nederlandse regering pleitte in 2017 voor verhoging in Europees verband, maar vond geen gehoor. Ook in de Tweede Kamer kwam het onderwerp steeds ter tafel, zoals in de motie Mulder uit 2016. Deze motie stelde dat ‘de huidige aanbestedingsdrempels weinig ruimte laten om lokaal aan te besteden, waardoor kleine spelers het onnodig verliezen van de grote spelers over de grens’. Wat er ook van waar is: deze argumentatie zal niet tot succes leiden binnen de EU, die gericht is op de interne markt.
Stel de juiste vragen
De discussie moet fundamenteler: wanneer is het doelmatig om buitenlandse inschrijvers toe te laten? Zo valt het niet uit te leggen dat de drempels niet meegaan met de tijd. Floris den Boer berekende in Cobouw bijvoorbeeld dat de drempel voor werken op basis van indexering 9 in plaats van de aangepaste 5,35 miljoen zou moeten zijn.
Daar staat tegenover dat de wetenschapper Pedro Telles in zijn onderzoek uit 2016 opmerkte dat de initiële drempelwaarden zijn vastgesteld in een tijd zonder internet. Ook worden de stijging in productiviteit en de verlaging van transactiekosten niet meegerekend. De drempels zouden niet te laag, maar juist te hoog liggen. In dit licht zijn de huidige drempels eerder een soort ‘glazen plafond’ voor de Europese integratie.
Dit zijn belangrijke argumenten voor een discussie die nu niet wordt gevoerd. Laten we de juiste vragen stellen, en vervolgens alleen Europees aanbesteden als dat echt nuttig is.
Pauline Roelfzema says
wat ik in dit artikel vooral mis is de aansporing om in de aanbesteding de vereisten voor gunning zo zorgvuldig mogelijk en exact omschreven op het project op te nemen. De laagste prijs hoeft nooit een gunningsverplichting te zijn, als je als opdrachtgever maar perfect weet wat je wil laten uitvoeren, én hoe en waarom. We verschuilen ons te gemakkelijk achter de ‘Europese’ regels.