Internet en digitalisering veranderen de ruimtelijke ordening en planologie. Wat zijn de nieuwe ontwerpprincipes? En hoe moeten gemeenten daarmee aan de slag?
Oftewel: hoe maak je een echte smart city? Een stad die past bij de logica van de toekomst. Met die vraag gingen we vanuit de Future City Foundation aan de slag, samen met 24 partners. Dat bleek best een lastige opgave. Want toekomstvoorspellingen komen bijna nooit uit. Kijk maar wat er in 1889 allemaal werd gepresenteerd tijdens de Wereldtentoontstelling in Parijs. Nou ja, de Eiffeltoren staat er nog.
Grenzen stellen
Wat het ook lastig maakt: door de ontwikkelingen waar we in zitten, verandert ons wereldbeeld. Door nieuwe technologie kijken we anders naar de wereld. Dat is normaal, maar maakt het lastig om een goede voorspelling te doen. En: wat willen we eigenlijk dat de stad is? Want als we in een transitie zitten, dan is het goed om vast te stellen waar de grenzen liggen. In de Future City stelden we die op twee vlakken.
Ten eerste willen we een stad die voldoet aan de eisen uit Sustainable Development Goal 11: inclusief, veilig, gezond en duurzaam. Maar ook dat we daar in vrijheid in kunnen leven. We willen dat technologisering niet ten koste gaat van ‘menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren’. Die quote leenden we uit de Europese Grondwet die er nooit kwam, maar wel goed weergeeft waar wij voor staan.
De ‘gamechanger’
Daarna gingen we aan de slag met wat deze nieuwe industriële revolutie doet met onze steden. En we concludeerden dat verbondenheid de echte gamechanger is. Het feit dat we altijd met iedereen en alles om ons heen verbonden zijn, dat is zo spectaculair ingrijpend dat we er amper meer bij stil staan. We probeerden te begrijpen hoe dat doorwerkt in onze steden. En hoe we daar onze waarden in konden borgen.
We concludeerden dat wijken, steden, regio’s netwerken worden waarin alle objecten met elkaar verbonden zijn en vanuit die objecten data, energie en mobiliteit delen. Maar wel zo dat de eigenaar en gebruiker van dat object de baas is over wat zij of hij deelt. We willen een democratische verbondenheid.
Vaste verblijfplaats
We concludeerden ook dat we van daaruit heel flexibel worden. De stad heeft massa nodig om diensten te kunnen leveren. Dan maakt het de producten en de diensten van de deeleconomie bijvoorbeeld niet meer uit waar u bent. Zolang het maar te voorspellen is. Dat roept onder meer deze interessante vraag op: is het nog nodig is om daarbinnen een vaste woon- en verblijfplaats te hebben? Wij denken van niet.
Als je overal kunt zijn en verblijven, dan voorspellen wij dat de rol van stedelijk ontwerp belangrijker dan ooit wordt. Want hoe ontwerp je de plekken waar mensen willen zijn? Waar ze ook terechtkunnen voor zaken als zingeving. En waar de bewoners niet overprikkeld raken en de rust binnen alle drukte wordt geborgd.
Rol overheid
Stapje voor stapje zagen we dat dat we niet de stedenbouw herschreven, maar ook de overheid. Want wat is de rol van de overheid in zo’n stad? En hoe verhoudt die zich ten opzichte van bedrijven en burgers? We hopen dat het leidt tot meer burgerschap. Tot meer invloed van mensen op hun leefomgeving. Dat is trouwens ook het mooie van het voorspellen van de toekomst: dat je je hoop kan vormgeven.
Doe mee!
Natuurlijk zijn er nuances te over. En daarom maken we er een boek en website over. Dat is over anderhalve maand klaar. Daarin staan al die nuances. En nu zoeken we gemeenten en mensen bij gemeenten die met ons deze stad willen vormgeven. Wilt u dat, laat het weten. Dan ontwerpen we samen de toekomst.
Jan-Willem Wesselink is programmamanager van de Future City Foundation.
Geef een reactie