Er zullen overheidsdiensten zijn die meer van ons weten dan ons lief is. Tegelijkertijd moeten we de resultaten van het combineren van data niet overdrijven.
– COLUMN – Peter Castenmiller
In mijn gezin wordt met enthousiasme naar een aantal Amerikaanse ‘Crime-Scenes’ op de TV gekeken. Deze series zijn opgebouwd rond een gezelschap buitengewoon intelligente, om niet te zeggen ‘nerd-achtige’, politiemensen, die elke aflevering opnieuw al even buitengewoon intelligente, maar gemene en/of gestoorde boeven vangen.
Niet alleen blinken deze politiemensen uit in psychologisch kwaliteiten, ondervragingstechnieken, schiet- en vechtvaardigheden, ze beschikken bovendien over schier eindeloze informatiesystemen, die worden beheerd door de ‘übernerd’ van het gezelschap.
Mij verbaast telkenmale de opbrengsten die uit de databases worden gerealiseerd. Stel, de onderzoekers zijn er op basis van een psychologische analyse van overtuigd dat de vermeende dader een 35-jarige man is die nog bij zijn moeder woont, recent een bruin pak heeft gekocht en in een zwarte auto rijdt. De übernerd gaat daarmee aan de slag, combineert adresgegevens met informatie over recente creditcardaankopen en autobezit, en verhip, op een groot scherm verschijnen zowaar de rijbewijzen van drie mannen die aan het gezochte profiel voldoen.
Als ervaren kijker weet je dat het team eerst de verkeerde gaat ondervragen, maar toch, ze zijn toch opeens heel dicht bij de oplossing, waarvoor ze immers maar 50 minuten per aflevering hebben.
Databestanden
Nu ben ik zelf al vanaf mijn studietijd actief met het bewerken en combineren van databestanden. Meestal betrof dat bestanden met een beperkt aantal gegevens. Ik was zelf verantwoordelijk voor de inrichting van die bestanden, controleerde daarmee de definitie en kwaliteit van de noodzakelijke gegevens. Toch ging het combineren van de bestanden zelden in één keer goed. Meer dan eens zat ik met een nieuw bestand waarin de variabele sekse drie verschillende waarden had, en waarin de respondenten zich toch netjes over die drie waarden verdeelden.
In deze series wordt stelselmatig de indruk gewekt dat er een grote, onzichtbare overheid is die naar hartenlust allerlei blijkbaar feilloze databestanden met onvermoede gegevens kan combineren en daarmee eigenlijk alles te weten kan komen van de burgers. Natuurlijk, ik ben niet naïef, er zijn vast overheidsdiensten die meer van ons weten dan ons lief is. Maar ik weet ook zeker, de combinaties die ze proberen, zullen vaak mislukken en meestal alleen maar onzin produceren.
Big brother is veelal nog een tovenaarsleerling.
Peter Westerhof says
Is het je bij die Amerikaanse ?Crime-Scenes? wel eens opgevallen dat men zeer tendentieus aansluit bij allerlei zaken die de doorsnee Amerikaan bezig houden?
Drugs, pedofielen, terroristen, kinderlokkersm high school shooters, etc.
En alles wordt snel en vakkundig opgelost door onze frisse boys and girls met hun opsporingsbevoegdheden, superICT en spitsvondige ondervragingstechnieken.
Zodat het Land of the Free zich toch maar weer beschermd kan voelen. Waar zouden ze zijn z?nder al die bureaus.
Een sheriff heeft al een drone aanschaft om het schorremorrie vanuit de lucht in de kraag te kunnen grijpen (http://www.brasschecktv.com/videos/offensive-technology/sheriffs-deputy-doesnt-rule-out-arming-drone.html)
Evengoed zijn we in Europa al tot de constatering gekomen dat al die opsporingsbevoegdheden en informatieverplichtingen (o.a. data retention) weinig tot niets toevoegt aan het opsporingssucces.
Tom van Doveren says
De oplossing van de misdaden in die TV-series komt uiteindelijk niet van de data en de analysekwaliteiten van de brildragende nerd, maar van de onvoorspelbare gutfeeling van de ‘(wo)man in charge’. Vandaar dat hij/zij de baas is.
Als de overheid op een betrouwbare en fatsoenlijke manier kan omgaan met gegevens over individuen, is koppeling niet nodig en heeft zij de beschikking over ??n ‘masterbestand’.
De koppeling -an sich- van data levert niet de onzin waar jij op doelt. Het is de kwaliteit en volledigheid van de data, in combinatie met een doorgeschoten privacywetgeving en de eigenbelangen van registrerende organisaties die zinvolle koppeling beperken.