Mijn advies aan gemeenten: stel eerst een diagnose voordat je nieuwe regels maakt voor de woningmarkt. Amsterdam geeft wat dit betreft niet het goede voorbeeld.
– COLUMN –
Afgelopen zaterdag stond in het Parool een
artikel van Ton Damen over het vastlopen van de Amsterdamse huizenmarkt. Er
wordt steeds meer ‘scheefgewoond’. Mensen blijven in een sociale huurwoning wonen,
terwijl ze allang meer zijn gaan verdienen. Het gevolg is dat starters steeds
langer moeten wachten op een huurwoning. De gemeente lijkt met het handen in
het haar te zitten. In het artikel wordt een aardig potje paniekvoetbal
beschreven.
De
gemeente Amsterdam wil graag lucht in de huizenmarkt brengen. Als je het
artikel zo leest, lijkt ze echter geen flauw idee te hebben wat te doen. Damen beschrijft een aantal maatregelen die in Amsterdam zijn genomen. Zo heeft
de gemeente onlangs een brief gestuurd naar alle eigenaren van een kleine
tweede woning in de hoofdstad met de oproep dat zij die woning binnen zes weken
ter beschikking moesten stellen van de sociale huurmarkt.
Tweede huis
Het hebben van een
tweede huis zou illegaal zijn en er zou sprake zijn van leegstand. Damen merkt
echter op dat deze mensen hun pied-a-terre zelf in gebruik hebben. De gemeente
kwam daar blijkbaar zelf ook achter, want vorige week heeft ze de maatregel
weer ingetrokken. Met de mededeling dat de huidige regels niet gehandhaafd
zullen worden en dat er eind dit jaar nieuwe soepelere regels komen.
En
dit blijkt niet eerste maatregel te zijn, die niet blijkt te werken. Zo noemt Damen
bijvoorbeeld ook de aanpak van ‘short stay’ een aantal jaar geleden. Het
tijdelijk verhuren van vrije sector appartementen werd toen één op één vertaald
als illegale hotels. In de praktijk was er met name sprake van verhuur aan
zakenlieden.
Paniekvoetbal
Een anekdote die Damen noemt, is dat buitenlandse congresbezoekers
die een appartement hadden gehuurd van hun bed gelicht werden als illegale
huurder. Woedend begonnen zij daarop een campagne vóór vertrek van de grote
internationale conferentie uit Amsterdam. Zo beschrijft hij nog een aantal
maatregelen die elkaar in rap tempo opvolgen. En die zowel Amsterdam, als de
huizenmarkt, als bewoners geen goed doen. Toen ik het las bekroop mij meteen het
gevoel van paniekvoetbal.
Het
is niet alleen paniekvoetbal, de gemeente probeert ook elke keer hetzelfde.
Alle acties die in het artikel beschreven worden zijn nieuwe regels. Die vaker
dan eens later weer ingetrokken worden. Wie zegt echter dat de oplossing
gezocht moet worden in nieuwe regels? Misschien is er wel sprake van te veel
regels? Of verkeerde regels? Misschien moet er juist wel wat afgeschaft worden?
De eerste hulp bij problemen is voor overheden nog steeds vaak een nieuwe
regel. Als een pleister die je plakt om de wond – het gat in de regels – te
dichten.
Bloeden?
In de
EHBO metafoor is het natuurlijk bizar om meteen een pleister te plakken, zonder
eerst te kijken wat er eigenlijk aan de hand is. Precies om die reden zou ik
alle gemeenten, niet alleen Amsterdam, willen oproepen om bij welk probleem dan
ook eerst te onderzoeken waar de verwonding eigenlijk zit.
Ademt de patiënt
nog? Wat is er aan de hand? Schakel bij die analyse ook de
getroffenen en betrokkenen in. Welke symptomen zie je? Welke ervaringen hebben
zij? En kom pas met een behandeling, als je de diagnose hebt gesteld. En als
het een heel urgent en complex probleem is: blijf kalm en denk goed na. Voorkom
dat je te snel handelt met een averechts effect.
Lobke van der Meulen is directeur van de
Kafkabrigade. De Kafkabrigade helpt overheden bij het opsporen en aanpakken van
onnodige bureaucratie.
Geef een reactie