In Pakhuis de Zwijger vond eind vorige maand een interessante bijeenkomst plaats: de presentatie van de agenda democratisering Amsterdam. Aanwezig waren inwoners (dat was natuurlijk vrijwel iedereen), bestuurders, ondernemers, ambtenaren en veel vertegenwoordigers van buurtcomités en burgerinitiatieven.
Wethouder Rutger Groot Wassink, met democratisering in zijn portefeuille, zei in zijn inleiding een paar interessante zaken. Met name het feit dat hij het ook niet weet. Dat de oplossing juist gezocht moet worden in de samenwerking met de inwoners. In dat kader wijst hij de term ‘participatie’ eerder af en noemt het liever eigenaarschap, zeggenschap en initiatief.
In zijn boek Future Shock (1984) beschrijft de Amerikaanse futuroloog Alvin Toffler al de traagheid waarmee de overheid reageert op maatschappelijke veranderingen. Groot Wassink onderstreept dat ook. Dat stelt dus heel andere eisen aan een moderne overheid.
Dit gaat mij werk kosten
Als gespreksleider van bewonersavonden maak ik met grote regelmaat mee dat lokale overheden nog altijd plannen bedenken en die vervolgens in één avond willen ‘verkopen’ aan de bewoners. De reactie die dan volgt is zelden goedkeuring en waardering. Meestal komen er zeer kritische vragen en worden er juridische stappen tegen de gemeente aangekondigd. Mijn taak is om die avonden in een zo constructief mogelijke sfeer te laten verlopen, zodat in ieder geval het gesprek mogelijk blijft.
Pogingen van mijn kant om gemeenten te bewegen om bewoners in een veel vroeger stadium te betrekken waren tot nog toe niet erg succesvol. Het levert dan weer wel werk en inkomsten op voor mij; maar, beste lezer, dat bedoel ik sarcastisch. Liever zou ik zien dat overheid en burgers als standaard op een positieve manier samenwerken. In een samenleving waar vertrouwen (een woord dat tijdens de bijeenkomst regelmatig viel) de basis is. Het liefst zou ik het werk van mij en vele collega’s als mediator overbodig maken.
Tijdens het schrijven van het boekje Waarom gemeenten niet naar burgers luisteren, kregen co-auteur Paulus Blom en ik regelmatig de vraag of de coöperatie alleen maar succesvol kan zijn bij een beperkte schaalgrootte. Dus in dorpen en kleinere gemeenten. In onze zoektocht kwamen we voorbeelden tegen in diverse grote gemeenten in Nederland. Ja, het klopt dat de menselijke maat een rol speelt. Wat je ziet is dat succesvolle projecten zich vaak op buurt- en straatniveau afspelen. Het lijkt ook alsof er in deze tijd van individualisering en hoge schermdichtheid een steeds grotere behoefte ontstaat om elkaar weer gewoon te ontmoeten en te spreken.
Willen bewoners participeren?
Binnen veel gemeentehuizen leeft nog de opvatting dat bewoners eigenlijk helemaal niet zo graag participeren. En dat degenen die dat wel doen, de beroemde ‘usual suspects’ zijn, van wie je je kunt afvragen wie ze vertegenwoordigen. En, eerlijk is eerlijk, ik heb lang gedacht dat dat hout sneed. Maar er zit een denkfout in. Die werd in diezelfde presentatie in Pakhuis de Zwijger verwoord door Saskia Bosnie. De constatering dat bewoners op een gegeven moment tegen de overheid zeggen: ‘Nu is het klaar. We participeren ons suf, maar dat doen we altijd maar in projecten van de overheid. Het is tijd dat we de zaak omdraaien en dat de overheid meedoet in onze plannen.’
Een gedachte die menig ambtenaar de rillingen over de rug doet lopen. Want wat als inwoners ineens van alles gaan bepalen? Ook nog ondersteund met grote budgetten. Gaan ze dan niet misbruik maken en voor eigen belang projecten inrichten? Wordt het dan geen willekeur? Gedachten die vaak gebaseerd zijn op de ervaringen tot nog toe, waar vertrouwen geen uitgangspunt is. Veel ambtenaren ervaren nog altijd dat ze een uitvoerend orgaan zijn voor de bestuurders van de gemeente. De plannen worden uitgewerkt, onderzoeken gedaan, beleids- en visienota’s geschreven en juridische angels op voorhand onderzocht en vermeden.
Hoe anders zou het zijn als het ambtelijke minstens zoveel tijd zou steken in het praten met partijen in de samenleving en als ogen en oren voor het bestuur zou fungeren? In een aantal gemeenten zie je die ontwikkeling al vorm krijgen. Het gevolg is vaak een veel betere samenwerking en meer wederzijds begrip. Voor bestuurders betekent dat natuurlijk ook een andere aanpak. Loslaten van de oude gedachte ‘wij besturen de stad’ en omarmen van de nieuwe werkwijze. Daadwerkelijk luisteren naar de wensen en ideeën van inwoners en accepteren dat er veel mensen met nog veel meer kennis staan te trappelen om een bijdrage te leveren.
Nog even naar Amsterdam
Met belangstelling zal ik de ontwikkelingen in Amsterdam volgen. Wat gaat er in de praktijk gebeuren de komende jaren? Want naast bovengenoemde presentatie zijn er meer participatieprocessen in de hoofdstad.
En, niet onbelangrijk, wat doen andere gemeenten? Heb jij ervaringen met vormen van bestuurlijke vernieuwing die daadwerkelijk tot betere samenwerking leiden? Laat het weten in een reactie. Wellicht inspireert het anderen ook weer.
In onze rubriek Op pad met vind je ook een aantal participatievoorbeelden: Oost Gelre, Almelo en Brielle.
MenaLeila Kilani says
Mooie plannen en heel inspirerend! Wij, een groep enthousiaste TEDxAlkmaar fans, willen voor gemeente Alkmaar een adviesorgaan vormen voor het succesvol toepassen van de SDG’s (sustainable development goals). Alkmaar is de 61ste Global Goals Gemeente en wil deze VN doelen vormgeven in het beleid. Om dit succesvol te laten zijn, wordt burgerparticipatie als essentieel onderdeel genoemd. Het is nu zoeken naar een vorm -samen met de gemeente- om hier invulling aan te geven. Alles wat in dit artikel wordt genoemd, is ook waar wij tegenaan lopen. Maar daarom geen reden om niet door te zetten ;-).