Earth Overshoot Day viel dit jaar een kleine maand geleden, op 22 augustus. Vanaf die datum verbruikt de mensheid meer dan wat de aarde in 2020 kan regenereren. Dé manier voor publieke inkopers om duurzaamheid te bevorderen, is dan ook verrassend simpel: koop minder in.
De strijd tegen klimaatverandering moet beleidsmatig op nummer één staan. Dat onderstreepte 22 augustus. En terecht kijkt men in overheidsland niet meer raar op van een aanbesteding waarin duurzaamheid centraal staat. Toch is duurzaam aanbesteden niet heilig.
Inkoopdiscussies
Interne discussies over inkoop starten vaak met de vraag: wat is onze behoefte als overheid? Denk aan printers of ICT-diensten voor de eigen organisatie. Of juist het ophalen van afval of zorgdiensten voor burgers. Verschillende vragen passeren de revue. Op welke manier wordt het product of de dienst gebruikt? Door wie, en hoe vaak?
Als budgetten niet tot in de hemel reiken, zoals meestal het geval, zal de financiële kant ook een belangrijke rol spelen. Deze zogeheten ‘specificatie’ vormt de basis van de daaropvolgende vrijwillige of verplichte aanbesteding.
Als het moet
Ook komen bij deze discussies binnen gemeenten al snel beleidsdoelstellingen om de hoek kijken. Een aanbesteding voorziet niet alleen in de gespecificeerde behoefte. De overheid stimuleert tegelijkertijd duurzaamheid in de markt.
En opmerkelijk: recent onderzoek, uitgevoerd aan de Universiteit Utrecht, laat zien dat de politieke kleur van een gemeente geen verschil maakt daarbij. De politiek lijkt eensgezind. Liever duurzaam inkopen, dan bijvoorbeeld op laagste prijs ten koste van het klimaat.
Mogelijkheden benutten
Op meerdere manieren kan duurzaamheid in een aanbesteding een rol krijgen. De technische specificaties van de opdracht, de uitsluitingsgronden en de gunningscriteria bieden alle de ruimte hiervoor. Dat het van belang is gebruik te maken hiervan, lezen we bijvoorbeeld terug in het Sustainable Development Goals Report 2020.
De duurzaamheidstargets liggen duidelijk niet op schema. Juist de publieke inkoop kan hier een belangrijke rol in spelen, maar een tunnelvisie op duurzaam aanbesteden kan tegelijkertijd problematisch zijn.
Koop minder als het kan
De crux ligt bij de bepaling van de omvang van behoefte. Wanneer het over duurzaam aanbesteden gaat, dan is dit al een gepasseerd station. Juist vóórdat de aanbesteding start, kan terrein worden gewonnen. Minder inkopen betekent namelijk minder productie.
Evalueer daarom steeds intern de behoefte, en blijf scherp op wat effectiever ingekocht kan worden. Dat is niet alleen nuttig voor het kostenplaatje of de kwaliteit, maar ook voor het klimaat.
Standaardvraag
Daar waar de term ‘consuminderen’ eind jaren negentig furore maakte als reactie op de risico’s van de consumptiemaatschappij, lijkt deze term dus ook goed toepasbaar op de overheid anno nu. Elke discussie binnen de inkopende overheid zou standaard moeten starten met de vraag: mag het ook een onsje minder?
Geef een reactie