Wethouders willen successen delen, maar verzanden regelmatig in karakterloze ‘flauwekulsymboliek’. Hoewel steeds meer wethouders snappen dat succes het beste wordt bereikt via netwerken komt het er toch weinig van.
Hoezo?
Dat staat niet in de bijsluiter. Meestal is het enige bekende ‘netwerk’ bij gemeenten de projectorganisatie. Terwijl verschillende soorten ‘lifestyle-netwerken’ hun weg vinden via social media. Ze beïnvloeden, bestrijden en versterken elkaar. Vraagstukken worden te lijf gegaan met doelstellingen, rollen en verantwoordelijkheden. Nuttig als je een weg aan moet leggen of een school moet bouwen, maar veel meer kun je er vandaag de dag niet mee.
Hè?
Gemeentelijke samenwerkingsvormen moeten zo flexibel zijn dat aan tegenstrijdige belangen tegemoet wordt gekomen. Initiatieven faciliteren is dan niet genoeg. En met – hoe belangrijk ook – alleen dienend, mensgericht en verbindend leiderschap schiet je te weinig op. Vooruitgang komt door sturen op een inhoudelijk perspectief. Daarbij moeten bestuurders en ambtenaren ‘minder polderen’ en meer confronteren en taakgericht optreden.
Netwerksamenwerken?
Het is nog wennen maar een moderne gemeente begrijpt dat in netwerken uit gezag wordt geopereerd. Netwerken kennen geen formele hiërarchie. Elk leiderschap moet worden gedeeld. Daarvoor worden collegeleden omringd door een ‘keurcorps’ van regisseurs. Zij aan zij staan ze voor het bereiken van bestuurlijk gewenste resultaten. Van alle kanten wordt immers invloed uitgeoefend, richting gegeven en worden mensen aan het netwerk gebonden. Zaak is dat de doorslaggevende spelers elkaar actief ontmoeten en hun werk onderling afstemmen.
Wie doet wat?
Wethouders zijn de ambassadeur van beleid, bewaken de te bereiken doelen en leggen democratische verantwoording af. Vandaag de dag betekent dat de wethouder via betrokken netwerken de strategische koers bepaalt. De regisseurs pareren ‘quatsch-argumenten’, zorgen voor de positionering van het netwerk en regelen actief de externe communicatie. Komt bij dat de regisseur ook de manier van organiseren bewaakt, spelregels opstelt, besluitvorming regelt en zorgt dat de wethouder op cruciale momenten op essentiële ontmoetingsplekken is.
Is dat alles?
Nee. Daar burgerinitiatieven zullen blijven opduiken is het zaak deze aan de ‘voorkant’ in beeld te hebben. Continu zijn wethouders en regisseurs op zoek naar trends en initiatieven. Ze onderhouden vanaf het begin contacten met opborrelende netwerken en verbinden deze aan andere. Door hard op ‘integriteitswaarden’ te sturen verbinden en inspireren ze. Zo wordt voorkomen dat radicale netwerken worden gemobiliseerd op de manier waarop de participatiesamenleving niet bedoeld is.
Regisseurs als stille kracht?
De wethouder staat in de schijnwerper. Intussen organiseren de regisseurs de processtappen om een initiatief tot resultaat te brengen. Zij sturen, coördineren, bewaken en rapporteren zich suf. Regisseurs zorgen dat de juiste spelers op het juiste moment met de juiste doelen aan tafel zitten. Het afstemmen van activiteiten en rollen op elkaar is geen sinecure. Een hoop bureaucratisch chagrijn verdwijnt als binnen de gemeentelijke organisatie regisseurs een dominante positie met aanwijsbevoegdheden op hoog niveau hebben.
Voldoende?
Nee. Nu nog een totaal disruptieve organisatie inrichting. Weg met ‘harkjes’ en naar waarden gestuurde ‘dynamische teams’ gegroepeerd rondom maatschappelijke thema’s en per fase aanpasbaar. Maar ja, ook deze cultuurbotsing vraagt confronterende en taakgerichte leiders.
Geef een reactie