Het is bijna 20 jaar geleden dat gemeenten en provincies werden verplicht om een rekenkamer in te stellen. Dat ging niet altijd van harte. Maar mede ten gevolge van de wetswijziging in 2023 neemt het aantal gemeenten zonder een rekenkamer, of met een slapende versie, flink af. Bovendien worden er nu serieuze discussies gevoerd over een geschikt budget voor de rekenkamer. ‘So far, so good’.
Nu de rekenkamers een vaste positie hebben verworven met de Wet versterking decentrale rekenkamers, trekken ze de aandacht van andere instanties. Als voorzitter van een rekenkamer ontving ik onlangs een vragenformulier van de Autoriteit Persoonsgegevens; of ik even wilde doorgeven of ‘mijn gemeente’ wel verstandig omging met algoritmen en AI. Ik heb vriendelijk geantwoord dat ik geen toezichthouder ben. Bovendien wil ik zelf bepalen of en wanneer ik daarnaar wil kijken.
Geen waakhond
In diezelfde tijd vernam ik dat VNG, IPO en de Unie van Waterschappen willen verkennen of wellicht rekenkamers hun overheden in de gaten kunnen houden als het gaat om informatieveiligheid. Mocht dat verzoek mij bereiken, ook dan zal ik antwoorden: ‘Ik ben geen waakhond en heb geen enkele ambitie dat te worden.’ Voor je het weet verval je weer in de rol van ‘afrekenkamer’, een positie die in de praktijk weinig constructief blijkt.
Herstellen van vertrouwen
Maar ja, ook de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers zelf is niet te beroerd om ondertussen de grenzen te verleggen. Het thema van hun aanstaande jaarcongres is of rekenkamers een bijdrage kunnen leveren aan het herstellen van het vertrouwen in de overheid. Nu heb ik mij als politicoloog langere tijd intensief beziggehouden met politieke betrokkenheid en vertrouwen. Ik moet toegeven, hoe dat nu precies werkt weet ik nog steeds niet, maar toch weet ik vrij zeker dat een rekenkamer daar geen rol van betekenis in zal hebben.
Gedegen informatie
In een gedachtewisseling naar aanleiding van mijn vorige bijdrage stelde bijzonder hoogleraar lokaal en regionaal bestuur Klaartje Peters dat rekenkamers de opdracht hebben om hun volksvertegenwoordiging van gedegen informatie te voorzien. In reactie daarop vond ik die ambitie weer ietsjes te bescheiden.
Naast het ondersteunen van de raad denk ik dat de rekenkamer ook wel een bijdrage zou kunnen leveren aan een ordentelijk functionerende overheid. Maar dat is het wel. Laten we als rekenkamers eerst maar eens kijken of we dat voor elkaar krijgen. In de praktijk is dat al lastig genoeg.
Peter Castenmiller is als senior-onderzoeker werkzaam bij PBLQ en doet al vele jaren onderzoek in het decentraal bestuur. Hij is tevens verbonden aan het Instituut Politicologie van de Universiteit Leiden en de Faculteit Bestuurskunde van de Vrije Universiteit.
Etienne Lemmens says
Rolvervaging van rekenkamers?
Peter neemt in zijn blog op Gemeente.nu een aantal zaken wel heel zwaar op. Ik ben blij met de constatering ‘so far, so good’ naar aanleiding van de ontwikkelingen die decentrale rekenkamers de laatste tijd hebben meegemaakt. Deels door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoewel niet alles dat goed liep geholpen werd met de wetswijziging. Maar laten we geen oude koeien uit de sloot halen.
Even over de AP. Die kwam eerst op de lijn bij de NVRR, met de vraag of we ze konden helpen met onderzoeken van rekenkamers naar algoritmen en AI. We hebben de AP gemeld dat er maar weinig rekenkamers zijn die daar onderzoek naar hebben gedaan. En dat het niet vanzelfsprekend is dat alle rekenkamers hetzelfde onderzoek doen, dat bepalen de rekenkamers zelf. De AP heeft er voor gekozen zelf de rekenkamers met de vragenlijst te benaderen. Wat waarschijnlijk uit de enquête komt ligt in de lijn met wat Peter de AP vriendelijk heeft geantwoord en dat heeft de NVRR ook al vooraf aan de AP aangegeven.
Dan heeft Peter het over de VNG, IPO en UvW die een onderzoek willen uitvoeren of rekenkamers een taak zouden kunnen hebben in het toezicht op informatieveiligheid in het kader van de Europese wetgeving NIS2. Grootste bezwaar is dat hij vindt dat de rekenkamer geen waakhond is en je al snel een afrekenkamer wordt. Het is mijns inziens niet vanzelfsprekend dat je als toezichthouder automatisch een ‘afrekenkamer’ wordt.
Blijkbaar weet Peter niet dat rekenkamers wettelijk wel degelijk een toezichtstaak hebben. In de wet is namelijk opgenomen dat lokale rekenkamers het toezicht uitvoeren op een gemeentelijke accountantsdienst (GAD). Nu hebben alleen de gemeenten Den Haag en Amsterdam een GAD. Laatste ontwikkeling is dat het aantal kleine en middelgrote accountants daalt en iedereen in dezelfde kleinere vijver vist. Er bestaat gerede kans dat individuele gemeenten, of gemeenten gezamenlijk in een regio, een accountantsdienst gaan opzetten. En dan moeten rekenkamers daar volgens de wet toezicht op gaan uitvoeren. Dan kan een rekenkamer daar helaas niet vriendelijk voor bedanken.
Nu is het wel zo dat de NVRR, samen met de rekenkamers van Den Haag en Amsterdam, bij de Ministeries van BZK en Financiën ervoor pleit die toezichthoudende taak bij rekenkamers weg te halen. Alleen doen we dat niet door te wijzen op een vanwege de toezichtstaak vermeende rolvervaging. Dan waren we snel klaar, zo van “Kijk maar, Peter vindt dat ook”. Die wettelijke taak is er namelijk. Het argument is dat de kwaliteit en uniformiteit van het toezicht niet afdoende geborgd is als rekenkamers toezicht op de gemeentelijke accountantsdiensten uitvoeren. Ze zijn er niet toe geëquipeerd en je kunt het beter bij de AFM beleggen want die houdt toezicht op het overgrote deel van de accountants.
Kortom, rekenkamers kunnen een toezichthoudende taak hebben. Ergo, het is een legitieme onderzoeksvraag als VNG, IPO en UvW zich afvragen of en hoe rekenkamers een rol zouden kunnen hebben bij het toezicht op informatieveiligheid. Toezicht dat in het kader van NIS2, de nieuwe Europese regelgeving over informatiebeveiliging, verplicht wordt.
Dan, nota bene het thema van het NVRR-congres op 7 juni, of en hoe rekenkamers een bijdrage kunnen leveren aan het herstellen van het vertrouwen in de overheid. Met het argument dat een rekenkamer daar geen rol van betekenis in zal hebben, doet Peter zichzelf en rekenkamers tekort. Hij draagt zelf een belangrijk argument voor het tegendeel aan. Namelijk, wat rekenkamers volgens Peter doen is het ondersteunen van de raad en een bijdrage leveren aan een ordentelijk functionerende overheid. Me dunkt, dat is toch een fantastische manier waarop rekenkamers een bijdrage leveren aan een vertrouwenwekkende overheid. Peter is van harte uitgenodigd om hierover op het congres mee te praten.
Etienne Lemmens, bestuurlijk secretaris NVRR (op persoonlijke titel)