Wat vaag is voor de één is het vliegwiel voor de ander. Sociale wijkteams staan midden in de discussie rond de decentralisaties
‘Vaagheid troef bij sociale wijkteams‘. Dat is de titel waarmee Binnenlands Bestuur op 16 januari het artikel opende over een literatuurstudie die Movisie heeft uitgevoerd naar sociale wijkteams. In de studie wordt zeer kritisch gesproken over de sociale wijkteams. Het gaat om een literatuurstudie waarin vooral gekeken is naar beleidsnota’s en naar een aantal evaluatierapporten. Het belangrijkste punt van kritiek is dat alles wat op papier staat ‘heel algemeen en vaag is geformuleerd’.
Het ontbreekt aan heldere doelstellingen en aan een analyse van de lokale- en wijkkenmerken. Bovendien is, volgens de studie, onduidelijk welke problemen sociale wijkteams op moeten lossen en wordt er in de evaluaties te gemakkelijk van rooskleurige effecten uitgegaan. Sociale wijkteams worden min of meer afgedaan als een hype.
Ik vraag me af hoe erg de uitkomsten van de literatuurstudie zijn. Is het nou juist niet de bedoeling om sociale wijkteams in de praktijk, en vooral al doende, te ontwikkelen? Samen met maatschappelijke organisaties en inwoners? Je zou ook kunnen zeggen: gelukkig leggen gemeenten nu eens niet alles vast in nota’s en harde doelstellingen…
Tijdens het recente KING-congres was er veel aandacht voor het thema decentralisaties en de sociale wijkteams. Opvallend daarbij was niet alleen de grote belangstelling voor een aantal workshops over het thema, maar ook de gretigheid waarmee uitgaven over de sociale wijkteams werden meegenomen.
Eigen aanpak
Wat betreft de sociale wijkteams heeft een aantal gemeenten (Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad) inmiddels voor een eigen (definitieve) aanpak gekozen. Bij al die gemeenten komt een aantal belangrijke uitgangspunten en principes terug. Centraal daarbij staat het versterken van de eigenkracht en samenkracht in de nulde en eerste lijn.
Ook wordt het wijkteam gezien als vliegwiel voor verandering, waarbij er écht plaats is voor een nieuwe aanpak. Een aanpak die iedereen raakt. Ook de gemeentelijke organisaties zelf. Lerend veranderen, stap voor stap door professionals met verschillende achtergronden; meer preventie en minder zware zorg; focus op mogelijkheden en niet op problemen; het werken met hoogwaardige generalisten met ruimte voor eigen afwegingen en beslissingen. Het zijn allemaal voorwaarden om de sociale wijkteams werkend te krijgen.
Gemeenten en professionals die al langer bezig zijn, zijn enthousiast en durven het aan om uit te breiden. Ook dat bleek tijdens het congres.
Versnipperd
Voor gemeenten is het een spannend jaar en veel van hen moeten in 2014 nog het nodige in de steigers zetten. Maar er is geen weg meer terug. En wat mij betreft kan het alleen maar beter worden dan de huidige manier waarop de zorg geregeld is. Het afgelopen half jaar heb ik een en ander zelf opnieuw aan den lijve ondervonden. In die maanden heb ik met zowel de AWBZ alsook de Sociale Zekerheid te maken gehad. Ik kreeg te maken met acht verschillende organisaties die allemaal hun eigen trajecten, stappen en administratie vroegen. Gelukkig lukte het met behulp van anderen, zoals een casemanager, het tot een goed einde te brengen. Voor mij staat vast dat dit anders kan. Eenvoudiger, met minder schakels, dichter bij huis, integraler en meer gericht op de mogelijkheden van iemand.
Ik geloof dat de sociale wijkteams geen hype, maar een nieuwe toekomst biedt waarin mensen in hun eigen kracht ondersteund worden en meer tevreden zullen zijn. In het afgelopen jaar zou ík er in ieder geval mee geholpen zijn.
Over de auteur:
Monique Jongerius is binnen het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) verantwoordelijk voor de coördinatie rondom de decentralisaties
H Marchand says
Dat zaken simpeler kunnen, zal ongetwijfeld. Toch blijft het wijkteam-verhaal te veel als panacee over het voetlicht gebracht door een leger overheidsdienaren, advies- en andere bureaus. Bij gebrek aan beter duikt de gemiddelde lokale beleidsadviseur of wethouder op dit fenomeen en groeit de zwerm gelovigen. Het gevoel dat het goed is wordt gevoed door het ‘enthousiasme’ van welzijnspartijen, niet realiserend dat de blijheid vooral zit in het zo net op tijd kunnen afwentelen van het vrijwel uitsterven van welzijn (tot zo’n drie jaar geleden). Het vliegwielgevoel is dus meer het fenomeen reanimatie.
Los van dat alles moet je blijven zoeken naar beter, goedkoper en duurzamer. Vraag is echter of het wijkteam dat gaat klaarspelen of dat het achteraf toch ‘brood en spelen’ zijn gebleken of een halfbakken reniassance van de jaren ’80 (zou zo maar kunnen gezien de leeftijd van merendeel van de architecten van dit alles).
Ad Gerrits says
Helemaal mee eens. Er liggen nog een heleboel flinke hobbels te wachten, waaronder de wil en het vermogen om echt samen te gaan werken. Het is dus nog de vraag hoe het zal gaan uitwerken maar de gedachte erachter is wat mij betreft helemaal goed.