Wie nu blind vaart op de uitkomsten van verplicht gestelde metingen en dataleveringen in het sociaal domein, maakt beleid voor de overheid en niet voor de inwoners.
- blog – door: Jeroen Homberg
Het sociaal domein wordt met een haviksoog bekeken en voortdurend de maat genomen over geld, kwaliteit en prestaties. Nieuwsberichten over de al dan niet tekortschietende rol van gemeenten buitelen over elkaar heen. Maar staat de plicht die gemeenten hebben om de transformatie vorm te geven niet haaks op het verantwoorden met van bovenaf verplicht gestelde metingen en data?
Actie vs. continuering
Eerder gaven we gemeenten al het advies: ga aan de slag! Als je niet zelf met een actieplan komt, leg je je lot in de handen van richtlijnen en eisenlijstjes van derden. Maar hoe kom je nu tot acties in een sociaal domein dat onder een vergrootglas ligt, en tegelijkertijd ook dagelijks goede ondersteuning moet bieden aan inwoners? Daar zijn gangmakers, lef en een regelvrije zone voor nodig. Drie onontbeerlijke ingrediënten om de publieke opinie voor te zijn en echte stappen te zetten naar resultaatsturing.
Weet wat je meet
Laat ik het cliëntervaringsonderzoek voor Wmo en Jeugd als voorbeeld nemen. Wanneer ik naar de opzet en de vragenlijst kijk, levert deze verplichte meting nauwelijks bruikbare inzichten op. Datzelfde horen mijn collega’s en ik ook terug in de gesprekken die we met gemeenten voeren. Ten eerste worden in de meting niet alle relevante groepen naar hun ervaringen gevraagd, waardoor al direct een vertekend beeld ontstaat. Ten tweede zijn de uitkomsten niet gericht op verbetering voor de inwoner, maar als verantwoording, en om inzicht te geven in de verschillen tussen gemeenten onderling. Maar wat heeft een inwoner daar aan? Wie gaat er verhuizen omdat hij voor een traplift een dorp verderop uit drie aanbieders kan kiezen en in zijn eigen woonplaats maar uit één? Een inwoner wil dat de zorg direct rondom zijn huis, gezin en leefsituatie goed geregeld is. Hier en nu. En niet in een nabij gelegen stad of ergens in de toekomst.
Gemeenten moeten hier proactiever worden en aannames in twijfel durven trekken. Ondersteuning continueren en wachten tot iemand met de allesomvattende vragenlijst komt, is een wensdroom die vooral veel verloren tijd oplevert. Om tot resultaatsturing te komen moet je weliswaar de ervaringen van inwoners achterhalen, maar aanvankelijk door je in het veld te bewegen. Weg met de lijstjes die achter bureaus zijn gemaakt, ga in gesprek met de inwoners en aanbieders. Wat doet er echt toe? Ook inwoners die uiteindelijk geen ondersteuning hebben ontvangen kunnen zinnige ervaringen delen. Bij wie kunnen we testen of onze aannames wel juist zijn? Ook inwoners die je niet met een vragenlijst bereikt hebben ideeën over hun ondersteuning.
Dit inzicht is nodig om te komen tot de uiteindelijke en ultieme vraag: welke methodiek en vragen hebben we wél nodig om de kwaliteit en het effect van ons sociaal beleid te achterhalen?
Innoveren met lef
Wie op dit vlak iets wil veranderen heeft gangmakers, lef en ruimte nodig. Als het verplichte cliëntonderzoek niet bijdraagt aan resultaatsturing, waarom blijven we daar dan tijd en geld in steken? Gemeenten, heb het lef om midden in de transformatie op de rem te trappen om ruimte en tijd te pakken om te onderzoeken en experimenteren. Creëer eigen regelruimte, want die is er zeker. Dat heb ik al eerder in mijn werk in de gezondheidszorg gezien, waar we samen met aanbieders, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties succesvol eigen initiatieven voor resultaat realiseerden.
Ontmoet elkaar als samenwerkingspartner en beantwoord collectief de vraag: Wie is er geholpen met verplichte data en wie is er geholpen met passende ondersteuning? Durf de gangmaker en voorloper te zijn die zelf de voedingsbodem voor best practices creëert, in plaats van af te wachten waar de overheid naartoe stuurt. Geef inwoners de kans om zich te laten horen over wat er echt toe doet en vertaal het dan pas naar data en informatie. Zolang ervaringen en wensen niet goed inzichtelijk worden en er een black box is, blijft iedereen zitten waar hij zit. Tevreden of niet.
Over de auteur: Jeroen Homberg is manager innovatie bij MediQuest en initiatiefnemer van het collectief cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugd
Geef een reactie