Onze gemeenten veranderen in rap tempo. Steden verdichten en dorpen krijgen een nieuwe rol. Technologisering en digitalisering veroorzaken en versterken deze verandering. En dat gebeurt hier en nu. Maar het komt amper terug in het beleid van gemeenten, terwijl de vakmensen daar het ‘moeten gaan doen’.
Met behulp van internettechnologie zijn we altijd met elkaar verbonden en hebben we toegang tot een enorme hoeveelheid informatie. Daardoor leven we anders en dus gebruiken we ook onze steden, dorpen, onze gemeenten anders. Tegelijkertijd biedt nieuwe technologie mooie kansen om de steeds complexere uitdagingen van de gemeente op een nieuwe manier op te lossen en de stad duurzamer te maken, efficiënter te laten functioneren en leefbaar te houden.
Beleid
En dat gebeurt hier en nu. Maar het komt amper terug in het beleid van gemeenten, provincies of het Rijk. En dat is zonde, want als we willen dat er daadwerkelijk sprake is van technologische vooruitgang, moeten we niet alles wat er op de markt komt zomaar accepteren en omarmen.
Het wordt dus tijd dat ruimtelijke ordenaars, planologen en stedenbouwers bij gemeenten en andere overheden een antwoord formuleren op de technologisering en digitalisering van steden en dorpen. De inrichting van ons land is een vak. Als dat vak verandert moeten de vakmensen als eerste begrijpen hoe dat gebeurt. En die vakmensen werken vaak bij of voor gemeenten.
Techniek
We moeten keuzes maken over hoe de techniek onze leefomgeving mag beïnvloeden. Gedegen politieke keuzes over nieuwe publieke waarden. Verstandige keuzes over welke techniek we daarvoor inzetten. Doordachte ontwerpkeuzes over de inrichting van gemeenten. Kortom, we moeten ontwerpen met de nieuwe technologie. In de volle breedte. Politici en hun adviseurs, ontwerpers, uitvoerders en beheerders. Allemaal krijgen ze te maken met de vraag wat de nieuwe ontwerpkeuzes zijn en we willen ze graag allemaal betrekken bij het proces.
Ontwerpkeuzes?
Maar wat zijn die doordachte ontwerpkeuzes? Dat weten we nog niet helemaal. En dat is ook niet raar. Dat moeten we samen onderzoeken. We moeten bijvoorbeeld kijken naar de infrastructuur. Denk aan 5G-masten, kabels, leidingen, datacenters, enzovoort. Deze laag moet ontworpen en ontwikkeld worden. Ook veranderen de functies in gemeenten. Wonen, werken, recreëren, we zullen het blijven doen, maar op de manier die past bij het tijdsgewricht. De gamechanger hierbij is dat we altijd verbonden zijn, daardoor heel flexibel worden en zoeken naar betekenis.
En we moeten opnieuw kijken naar ethiek en politiek. Stedenbouw en ruimtelijke ordening gaan altijd gepaard met ethische keuzes. Nieuwe technologie en digitalisering brengen nieuwe ethische dilemma’s met zich mee. De Future City Foundation heeft zich daar het afgelopen jaar al in verdiept. Dat resulteerde in het boek Smart & Leefbaar. Maar misschien wel het meest ingewikkeld is dat het ontwerpproces zelf verandert. Daarbij willen we leren van hoe andere (productie)processen veranderen. Kan de manier waarop een iPhone, het spel Fortnite, de Tesla model staan voor de manier waarop een nieuwe wijk wordt ontwikkeld? Of een bestaande wordt gerevitaliseerd? En zo ja, hoe dan?
Zelf doen
We leven in een spannende tijd. Niet voor niets wordt dit een nieuwe industriële revolutie genoemd, de 4.0. We kunnen nu nog helemaal niet overzien wat de gevolgen daarvan zijn, maar moeten het wel proberen te doorgronden. En niet overlaten aan techbedrijven als Google of aan landen ver weg. We moeten dat – als vakmensen – zelf willen doen. Omdat het nu gebeurt, omdat het ons vak is, en omdat het enorm interessant en leuk is.
Jan-Willem Wesselink is kwartiermaker bij de Future City Foundation.
Geef een reactie