Alle gemeentes en provincies hebben lobbyisten in Brussel. Of het nu hun eigen lobbyist is of via de koepels (IPO/VNG). Maar daarnaast zou elke gemeente en provincie exact moeten weten wat de economische belangen zijn die kwetsbaar zijn voor Europese besluitvorming. Doen ze dat niet dan lopen ze het risico dat hun economische pijlers getroffen worden door beleid dat ver weg gemaakt wordt. Met veel banenverlies als gevolg.
- blog door: Milos Labovic
Banenverlies
Redcar is een plaats in de gemeente North Yorkshire. Op 22 september 2015 ging een van hun grootste ondernemingen failliet, Redcar Steelworks. Tweeduizend mensen verloren hun baan. Het verlies was een gevolg van het dumpen van goedkoop staal uit China. Dit had tegengehouden kunnen worden door de Europese Unie, maar die besloot het staal toe te laten. Met alle gevolgen van dien. Want naast het banenverlies staan de decentrale overheden aan de lat om het terrein schoon te maken en te saneren. Opeens zijn Europese beslissingen niet ver, maar wel heel dichtbij.
Maar het zijn niet alleen handelsmaatregelen die de lokale economie de das om kunnen doen. Ook het verbieden of toelaten van grondstoffen of procestechnieken kan ervoor zorgen dat een fabriek haar deuren moet sluiten of productielijnen moet stopzetten. Denk bijvoorbeeld aan wetgeving op het gebied van visserij of landbouw. Dat is natuurlijk in de eerste plaats vervelend voor de sector zelf.
Maar de gevolgen van banenverlies en faillissementen komen meestal op het bordje van de gemeente (en gemeenschappen) waar de bedrijven zijn gehuisvest. Als een bedrijf met tweeduizend mensen failliet gaat dan heeft dat verstrekkende gevolgen voor een gemeenschap. Sociale structuren worden ontwricht en er wordt een gigantisch beroep gedaan op het gemeentelijk of provinciaal budget.
Voorkomen is beter dan genezen
Het begint met in kaart brengen wat de kwetsbare sectoren zijn voor EU-besluitvorming. Als dit is gebeurd dan is het belangrijk dat er korte lijntjes zijn met de politieke bestuurders en directeuren van die bedrijven. Minstens zo belangrijk is dat er politieke consensus is welke industrieën of sectoren een regionaal belang hebben en hoe ver een gemeente of provincie wil gaan in het lobbyen voor de bedrijfstak. Je wilt niet als gemeente of provincie lobbyen voor iets wat bijvoorbeeld slecht is voor de volksgezondheid of dat haaks staat op het lokaal sentiment. Op het moment dat er draagvlak is en er korte lijnen met de bedrijven van regionaal belang zijn dan hoef je als decentrale overheid niet nog actief het belang in Brussel te volgen. In principe zou de bedrijfstak dat zelf moeten doen. Als het dan toch mis gaat dan kunnen ze terecht bij hun wethouder of gedeputeerde.
Als het dan toch fout gaat
Maar het is niet alleen kommer en kwel wat uit Europa komt. In het geval dat het wegvallen van een industrie of sector het gevolg is van globalisering kan de Unie helpen door middel van het financieren van re-integratie-trajecten. Dit geld komt uit het Europees Globaliserings Fonds (EGF). Een voorwaarde is dat het om meer dan vijfhonderd banen gaat en dat het faillissement aantoonbaar het gevolg is van globalisering. Zeeland, Gelderland en Brabant hebben zo miljoenen gekregen uit Brussel om mensen weer aan een baan te helpen. Je moet wel snel zijn, want om in aanmerking te komen voor geld uit het EGF moet binnen zes weken na het faillissement een aanvraag ingediend zijn bij de Europese Unie.
[tabs]
[tab title=”EU Superlobby”] In EU Superlobby zet gerespecteerd lobbyist Milos Labovic verschillende lobbytactieken en -strategieën uiteen waarmee je een concurrentievoordeel krijgt in de EU-bubbel. Dankzij dit boek kan je omvangrijke processen naar je hand zetten, aandacht genereren voor je zaak én leert je de spil te zijn in Brussel. Geheimen worden prijsgegeven en mythes worden doorgeprikt.
Meer informatie >>[/tab]
[/tabs]
Geef een reactie