Om de vier jaar is het in gemeenteland stemmen geblazen. Ook deze maand weer. De ‘gekke-debatten-ziekte’ breekt dan weer uit. Veelal in een zweterig zaaltje zetten politieke partijtjes hun coryfeeën in. Reclame maken voor zichzelf, en de ander vliegen afvangen. De doe-maar-gewoon goedlachse, deugdzame, scherpe, grappige politicus steelt de show. Alles omgeven door flink klappende of boe-roepende bewoners.
Het lijkt nergens over te gaan
Waar gaat het over? Meer blauw op straat, meer ouderen en jongeren een betaalbaar huis, rotonde of stoplicht, elektrische parkeerplaatsen, diefstal, meer groen, speel- of hangplekken, zwerfvuil en hondenpoepgeneuzel. Opgedoekte winkels, ‘nekbrekende’ stoeptegels en boomwortels, criminele scooterjongeren, windmolengeleuter, zorgen over zorg en bestuurlijke ondermijning. En, vooral niet vergeten: fuseren met de buren. Verhitte koppen staan tegenover elkaar. Temperatuur en cynisme lopen gelijk op.
Teleurstellingen zijn ingebouwd
Alle geweeklaag draait om participatiefrustratie. Omdat er ‘niet geluisterd wordt’. Cynische uitingen komen door wederzijds onbegrip en wantrouwen. Dichtgetimmerde plannen en een cultuur van wij tegen zij. Een durfal politicus die er tegenin brengt ‘dat er toch inspraakavonden zijn geweest’ wordt weggehoond. Bewoners vinden het rituele dansen. Als je er een paar keer geweest bent, kan je ze uittekenen. Maar dat niet alleen. Veel te laat betrokken worden als buurt of juist overvoerd worden met informatie doet het ook goed.
Het gaat wél ergens over
Wat in alle avonden doorklinkt is betrokkenheid. Logisch ook. Werken, winkelen en recreëren doen inwoners steeds vaker ergens anders. Dat maakt hun woonplek – politiek gezien – belangrijker. Bewoners willen zelf meepraten en meehelpen op weg naar een betere leefbaarheid. Hoe uit dit zich dan? Simpelweg door het onderhouden van contacten met de buren, organiseren van activiteiten, vrijwilligerswerk en samen met de buren – met een beetje hulp van de gemeente – de schouders eronder zetten.
Leerzame les
Kijk als gemeente de dagelijkse gang van leven af. Dus niet langer het idee dat problemen alleen door professionele expertise worden getemd. Da’s wel lastig hoor, voor gepokte en gemazelde volksvertegenwoordigers. Stapels beleidsverhalen en tot diep in de nacht in de raadszaal zitten, maakt dat ze meer weten dan wie ook. Dit navelstaargedrag komt ook tot uiting bij de verkiezingsdebatten. Om zieltjes te winnen doen politici zich voor alsof zij alles zullen oplossen. Maar gekoppeld aan de traditionele manier waarop participatie is geregeld, worden verwachtingen nooit waargemaakt.
Doe het verkiezingsdebat anders
Geef meteen de betrokken inwoners uitgebreid de vloer. Je zult een verrassend effect zien. Opgeveerde bewoners verlaten hun ‘consumentenhouding’. Onderwerpen en adviezen hoe ermee om te gaan vliegen door het zaaltje. Men raakt in discussie met elkaar en een effectieve gespreksregie doet de rest. Confrontatie wordt dialoog. Verschillen in opvatting komen prima op tafel. Plotseling blijken inwoners opvallend tevreden met de inzet en adviezen van hun gemeenteraadsleden. Geen politicus ontkent nog dat inwoners het niet snappen.
Eyeopeners
Inwoners laten zich niet in de luren leggen en blijken op hun eigen pragmatische manier hartstikke slim om te gaan met complexe vraagstukken. Dit vraagt regie van participatie. Het is zo simpel. Bestempel inwoners niet als dom en geef wat nodig is om mee te doen. En dat gaat prima op een nieuwe democratische manier. Participatie ten top waardoor alle mouwen opgestroopt worden. Een ‘minireferendum’ begint zomaar met een effectief geregisseerd verkiezingsdebat.
Rob Janssen says
Prachtig verhaal Piet!
Niet alleen heerlijk leesbaar (kom daar bij beleidstukken maar eens om!) maar ook spijker op zijn kop.
Het lijkt er idd op dat democratie zich uitsluitend in de periode voor en tijdens verkiezingen afspeelt.
Mooi pleidooi voor politici om meer lef te tonen.
Ik hoop van harte dat deze column niet alleen goed gelezen maar ook goed gevoeld wordt