Hoe geef je zelfredzaamheid en participatie echt handen en voeten het komende jaar? “Uit voorbeelden blijkt het beleid vaak niet meer dan een lege huls.”
Donderdag is het dan zo ver. De Wet maatschappelijke ondersteuning treedt volledig in werking. Het is een wet waarin veel ambitie besloten ligt. Waarin is die gelegen? In het uitgangspunt van de participatiesamenleving: burgers zijn primair verantwoordelijk om zelf of met hulp van anderen te zorgen dat zij kunnen meedoen. Lukt dat niet, pas dan is de gemeente aan zet om ondersteuning te bieden.
Het uitgangspunt moet ook de ingeboekte bezuinigingen van het Rijk realiseren: verzekerbare zorg wordt deels gedecentraliseerd. Waar liggen de grenzen? Begeleiding is opgenomen in de Wmo 2015. De verpleging en/of persoonlijke verzorging wordt in 2015 geboden door de wijkverpleegkundige op grond van de Zorgverzekeringswet. En als wonen in de eigen leefomgeving echt niet meer kan, dan is er toegang tot de Wet langdurige zorg. Die wet vervangt in 2015 de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Waar gaat het over?
Kernbegrippen in de Wmo 2015 zijn zelfredzaamheid en participatie die de meetlat vormen voor het kunnen meedoen in de samenleving. Dit met het oog op zo lang mogelijk in de eigen omgeving te kunnen blijven wonen. Gelden er wettelijke normen voor de meetlat? Zijn anderen verplicht om te helpen? Als het niet lukt, kan dan een aanvraag worden gedaan? Hoe zit het met bestaande rechten?
Dit artikel gaat in op deze vragen. Beschermd wonen en opvang blijft buiten het kader van dit artikel.
Melding en onderzoek
In de Wmo 2015 kan niet direct een aanvraag om ondersteuning worden gedaan. Burgers melden zich bij bijvoorbeeld een wijkteam. Daar wordt ook gewezen op de mogelijkheid van onafhankelijke cliëntondersteuning welke volledig in het teken staat van het belang van degene die zich meldt. Ook het kunnen indienen van een persoonlijk plan behoort tot de informatieplicht. Daar komt in te staan hoe iemand zelf zijn participatie voor zich ziet. De melding wordt opgevolgd door een onderzoek, beter bekend als het ‘keukentafelgesprek‘.
De onderwerpen die daarbij aan bod moeten komen staan in de wet zelf. Daar zijn de gemeente als ook degene die zich meldt aan gebonden. Het gesprek gaat in ieder geval over wat iemand zelf, met hulp van huisgenoten, mantelzorg of andere personen uit zijn of haar sociale netwerk kan doen om mee te kunnen doen in de samenleving. Ook wordt gekeken naar het gebruik kunnen maken van algemene voorzieningen. Die zijn ‘vrij’ toegankelijk. Denk bijvoorbeeld aan een zinvolle besteding van de dag in het buurthuis of de maaltijdservice. Na uiterlijk zes weken moet het proces van de melding zijn afgerond met de schriftelijke uitkomsten van het keukentafelgesprek. Daarmee kan iemand zich beraden of er wel of geen aanvraag voor een maatwerkvoorziening wordt gedaan.
De regels van de Algemene wet bestuursrecht zijn indirect van toepassing op het onderzoek. Het moet zorgvuldig worden gedaan. De rechtsbescherming is wel gewaarborgd. Zes weken na de melding mag altijd een aanvraag worden ingediend. Daarop volgt een besluit waartegen zonodig bezwaar kan worden gemaakt.
Hulp van anderen verplicht?
Onder de eigen verantwoordelijkheid voor de manier waarop burgers hun leven inrichten en deelnemen aan de samenleving behoort ook dat eerst een beroep wordt gedaan op het eigen sociale netwerk alvorens bij de gemeente aan te kloppen voor hulp. Het is immers heel normaal dat mensen iets doen voor iemand als die niet geheel op eigen kracht kan deelnemen aan de samenleving.
Het gaat echter niet zo ver dat het sociaal netwerk verplicht is om ondersteuning te bieden. Ook mantelzorg of hulp door vrijwilligers kan niet verplicht worden gesteld. Wat kan wel verplicht zijn?
3D-Magazine
Uit het beleid van gemeenten kan niet altijd worden afgelezen onder welke voorwaarden aanspraak kan bestaan op ondersteuning. Vaak is, zo blijkt uit voorbeelden, het niet meer dan een lege huls. Dat baart mij zorgen in het kader van de rechtszekerheid. Hoe het ook zij, uit het onderzoek kan blijken dat iemand aangewezen is op een maatwerkvoorziening. Die moet in elk geval een passende bijdrage bieden aan het in staat zijn tot zelfredzaamheid of participatie. Wat is een passende bijdrage?
G.R.A. Apol says
De buren willen misschien wel een boodschap doen voor de zieke oude buurman, maar niet zijn billen wassen. En de kinderen van hulpbehoevende ouders wonen vaak niet om de hoek en hebben het gewoon druk met hun eigen gezin en werk.
Ieder weldenkend mens weet dat het, met het door de Rijksoverheid over de schutting gooien van een aantal taken naar de gemeenten met een reductie van 40% van het budget, geen verbetering zal worden. En wie dat nog niet weet, zal het binnenkort wel (letterlijk) aan den lijve merken!
De gemeenten zitten nu met de gebakken peren, want die zijn in veel gevallen nog niet goed toegerust om deze taken naar behoren te vervullen en met het beperkte budget kunnen ze die zorg natuurlijk niet beter maken dan die was. En het is nu aan de betreffende gemeenteambtenaren om in ?keukentafelgesprekken? uit te gaan leggen wat er allemaal verslechteren gaat. Een ondankbare taak, die het imago van de gemeente bepaald niet zal verbeteren.
Let op mijn woorden: over een aantal jaren komt er een parlementaire enquête, waarin wordt vastgesteld dat, ?met de kennis en inzichten van nu? kan worden geconstateerd dat de overheveling van de zorgtaken naar de gemeenten te snel en onzorgvuldig is gebeurd en dat er daarvoor te weinig geld en middelen zijn meegegeven.
Wie weet creatieve oplossingen voor dit probleem?