Participatie en dienstverlening is een ‘two-way’-street. Zonder dat komt het ene of het andere er niet. De participatieve democratie van vandaag vereist dat elke inwoner een zaak binnen de gemeente moet kunnen volgen van dienstverleningsvraag tot overheidsbesluit.
Participatie is het ‘utopische leefbaarheidstoverwoord’. Eigen boontjes doppen. Zelfredzaam zijn. Burenhulp bij zorg en klussen, ritje naar het ziekenhuis, stoepje van de buurvrouw vegen, met zijn allen de buurt opknappen, afval van de straat in de eigen container, de gemeentebomen even snoeien en gelijk het gras meenemen.
Gaat het daarom?
Zou je zeggen. Onverdroten komt burgemeester of een wethouder bij elke lulligheid een ‘peptalkje’ houden. Onvermijdelijk het lokale sufferdje erbij. De buitenruimte inrichten samen met of liefst door de buurt. Op treurige plekjes verschijnen bankjes en bloembakken. Misschien ook nog een jeu de boule-baantje en een jongerenhangplek.
I have a dream?
Behoorlijk. Het overzichtelijke ‘Sesamstraat’-tijdperk ligt ver achter ons. Vandaag moeten inwoners de weg zelf kunnen vinden in onze complexe samenleving. Het zou handig zijn als de buren worden gezien als gelijken om zo samen problemen op te lossen. Maar inwoners zijn geen roedel honden en ook geen sukkels. Hun ‘illusiebestendigheid’ is allang gestopt. Ze leven in een ‘voor-wat-hoort-wat’-wereld. Dienstverlenen betekent primair: staan voor de inwoners en deze worden chagrijnig als de gemeente dit niet picobello regelt.
Gemeente voorop?
Welnee. De ‘netwerkbewoners-van-vandaag’ hebben vrienden over de halve wereld. Om te werken, winkelen en uit te gaan is de eigen gemeente totaal onbelangrijk. Eigenbelang en ‘ik betaal ervoor’-denken staan centraal. Inwoners hebben alleen maar zin om zich te binden aan de gemeente of buurt als er wat tegenover staat. Vooral een beroep kunnen doen op rechtvaardig omgaan met inwoners via een super georganiseerde dienstverlening.
De klant Koning?
Op papier wel. Willekeur jaagt schrik aan zodat dienstverlening visie vereist. Zonder dat kunnen ambtenaren niet meedenken en –werken. Een bierblikje van de straat rapen wil soms nog net, totdat dezelfde bierblikraper door de wind een gemeenteboom op zijn dak krijgt. Als de gemeente niet aansprakelijk blijkt omdat de ‘boom niet ziek is’ dan is het voorgoed over met de participatie-goodwill. Een andere gemeente zoekt het vertrouwen winnen in ‘korte lijnen’. Van vertrouwen blijft niks over als de gemeente haar oren laat hangen naar de amorele letter van de wet.
Vertrouwen?
In Moerdijk wordt koste wat het kost een ‘Escobar’-projectontwikkelaar door de gemeente de hand boven het hoofd gehouden. Triest is dat de gemeente niet thuis geeft als daardoor het beeldbepalende monumentale huis van de buurvrouw in elkaar stort. Pijnlijk wordt het als via virtuele kletsruimtes het ‘verontwaardigings-gevoel’ op stoom komt. Al neemt de gemeente alsnog haar verantwoording, dan heeft de opgekropte maatschappelijke boosheid het vertrouwen in de dienstverlening allang aan flarden geschoten.
De sleutel?
Stop het ‘one-way-street’-sprookje. Participatie en dienstverlening is een ‘two-way’-street. Zonder dat komt het ene of het andere er niet. Hoe kort de lijnen en hoe vriendelijk het gezicht ook. Visie, integriteit, betrouwbaarheid en transparantie zijn onlosmakelijk verbonden kernwoorden. Integriteit gaat om je laten leiden door de ouwerwetse waarden rechtvaardigheid, rechtmatigheid en rechtsgelijkheid. De participatieve democratie van vandaag eist dat elke inwoner de zaak moet kunnen volgen van dienstverleningsvraag tot overheidsbesluit. Als besluiten kloppen met het rechtvaardigheidsgevoel dan zou zomaar de participatiebereidheid met sprongen omhoog kunnen schieten.
Geef een reactie