Leiden is de meest speelvriendelijke gemeente van Nederland. De gemeente kreeg de eretitel vooral vanwege de Leidse speelruimtenorm en voor de aandacht die de stad heeft voor inclusief buitenspelen.
De gemeente ontving de prijs uit handen van de organisatie Jantje Beton. De prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een gemeente, die buitenspelen en bewegen op verschillende manieren hoog in het vaandel heeft. De realisatie van een goede mix van fysieke ruimte en sociale aspecten op speelgebied, is de belangrijkste voorwaarde om hoog te eindigen op de lijst. Daarbij moet er voldoende aandacht zijn voor inclusief spelen. Verder is een proactieve samenwerking tussen gemeente en kinderen en jongeren een belangrijk criterium. Leiden scoorde hoge ogen bij de vak- en kinderjury en laat hiermee Almere en Apeldoorn achter zich.
Bijzondere aandacht voor buitenspelen
Saskia van Hoore, beleidsadviseur Buiten spelen bij gemeente Leiden: ’Buitenspelen heeft hier in Leiden altijd bijzondere aandacht gehad. Er zijn vijftien speeltuinen, die zogeheten Leids Cultureel erfgoed zijn. Deze speelplekken worden beheerd door verenigingen en zijn direct bij de bouw van wijken aangelegd. In een aantal gevallen al bijna honderd jaar geleden.’ De speeltuinen hebben volgens haar een belangrijke en tweeledige functie in de stad. ‘Kinderen kunnen er uitdagend spelen in een veilige omgeving en buurtbewoners kunnen elkaar daar ontmoeten.’
Actief buitenspeelbeleid
Leiden voert daarnaast al jaren actief beleid als het gaat om het stimuleren van buiten spelen en een beweegvriendelijke openbare ruimte. ‘Buitenspelen draagt bij aan de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling van kinderen’, licht Van Hoore toe. ‘Het is voor kinderen een manier om zich voor te bereiden op de volwassenheid. Daarom is het van belang om het op de politieke agenda te zetten.’
Eén van de doelstellingen van ons speelbeleid is dat kinderen van alle leeftijden dichtbij huis kunnen buitenspelen. Het inrichten van een inclusieve, speelvriendelijke stad vraagt om een integrale aanpak en om samenwerking tussen collega’s uit het fysieke en sociale domein. En dat is in Leiden het geval. Het belang van buiten spelen staat bij alle collega’s op het netvlies. Buiten spelen is ook een belangrijk onderwerp in de Omgevingsvisie.’
Leidse speelruimtenorm
Om voldoende speel- en beweegmogelijkheden te waarborgen in een buurt, hanteert de gemeente de Leidse speelrichtlijnen. ‘We vinden het belangrijk dat de openbare ruimte beweegvriendelijk is en uitnodigt tot sporten, spelen bewegen en ontmoeten. Voor 2030 worden er 8500 woningen bijgebouwd binnen de huidige gemeentegrenzen, een aanzienlijke verdichting van de stad. Hiermee neemt ook de druk op de openbare ruimte toe. En juist in coronatijd wordt deze meer gebruikt voor spelen en bewegen.’
De Leidse speelrichtlijnen geven richting aan de hoeveelheid speelplekken en speel- en beweegruimte. Van Hoore: ‘We beogen dat er voor elk kind van elke leeftijd genoeg speelplekken in een buurt zijn. Kinderen spelen niet alleen op daarvoor in gerichte plekken, maar overal. Ook op pleintjes, veldjes of op de stoep. Als richtlijn voor potentiële speel- en beweegruimte in een buurt hanteren we een minimum van 10 procent van de totale oppervlakte. Dit lijkt heel veel, maar dat valt erg mee. Zelfs in een dichtbebouwde stad als Leiden wordt in vrijwel alle buurten, behalve in onze historische binnenstad, aan de richtlijnen voldaan.’
Slimme tool voor speelruimte
Bij alle stedelijke ontwikkelingen worden de richtlijnen toegepast en ook meegenomen bij de Omgevingswet. ‘Door een gemeentelijk dataspecialist is een tool gemaakt, waarbij de hoeveelheid openbare ruimte is te toetsen aan de speelruimterichtlijn. Zo weten we hoeveel speel- en beweegruimte er in elke buurt is. Aan de hand van de hoeveelheid ruimte in een buurt en de bouwplannen, is na te gaan hoeveel m2 potentiële speel- en beweegruimte er moet worden gegarandeerd. Het aantal nieuwe speelplekken is vervolgens in te schatten aan de hand van het soort woningen dat wordt gebouwd en de nieuwe bewoners. Naar wij weten worden er nog op weinig andere plaatsen in het land vergelijkbare richtlijnen gebruikt.’
Iedereen mag spelen
Aandacht voor inclusiviteit speelde voor de jury ook mee bij de toekenning van de prijs. Leiden is koploper onder alle gemeenten bij de implementatie van het VN-verdrag Handicap. Ook heeft de stad het manifest ‘Iedereen doet mee!’ ondertekend. ’Inclusief spelen staat dan ook hoog op de agenda. We streven naar een openbare ruimte, die voor alle Leidenaren, met of zonder beperking bereikbaar, bruikbaar en toegankelijk is. Een inclusieve openbare ruimte waar kinderen met of zonder beperking samen kunnen spelen. De inclusieve speeltuinen Zuiderkwartier en de Doorbraak zijn hier goede voorbeelden van.’
Gratis advies
Een advies voor andere gemeenten, die meer willen doen aan speelvriendelijkheid heeft Van Hoore ook. ‘Een speelvriendelijke stad vraagt om een integrale benadering voor de openbare ruimte, waar spelen, sporten, bewegen, groen en water samenkomen. Daarnaast is een goede samenwerking tussen onder meer collega’s van het beheer van de openbare ruimte, stedenbouwkundigen, planologen en beleidsadviseurs jeugd, sport, spelen en welzijn van belang. Integraal beleid ten aanzien van spelen is een voorwaarde voor een speelvriendelijke stad.’
Geef een reactie