Piepschuim, een kapot elektrisch scheerapparaat of oud ijzer: als het niet in een restafvalcontainer hoort en het past in een boodschappentas, dan mag je het in Zwolle meegeven aan de GRIP-wagen. Een knalgroen, mobiel grondstoffeninleverpunt.
Zonde toch, als grondstoffen die nog goed te recyclen zijn, bij het restafval belanden? Toch blijkt de drempel in de praktijk vaak hoog om een kleine hoeveelheid grof huishoudelijk afval, zoals een kapot elektrisch apparaat, weg te brengen naar een milieuplein of afvalstraat verderop in de stad. Vorig jaar september startte de gemeente Zwolle met een mobiel brengstation, de ‘niet over het hoofd te zien’ knalgroene, GRIP-wagen.
Bij het mobiele inleverpunt kunnen inwoners van de Overijsselse gemeente hun afval kwijt dat niet in de (ondergrondse) restafvalcontainer hoort. Denk aan klein chemisch afval (KCA), elektrische apparaten, harde kunststoffen, piepschuim, vlakglas, puin, hout en oud ijzer. Voor alle stromen geldt: als het in een grote boodschappentas past, mag je het inleveren. De wagen staat elke week of eens per twee weken op een vooraf aangewezen plek in de gemeente, zoals bij een groter winkelcentrum of op de markt. En sinds 1 januari ook een keer per week in buurgemeente Hattem.
Succesvolle proef
Zwolle startte vorig jaar met de GRIP-wagen bij wijze van proef, maar inmiddels heeft de wagen zijn weg gevonden in de straten van Zwolle. Tom Horstman is adviseur afval en reiniging: ‘In totaal is er in de eerste zes maanden 46.000 kilo afval ingezameld. Gemiddeld wordt er iets van zes kilogram aangeboden. Als je dat omrekent, kom je uit op 710 gram ingezameld afval per inwoner. Onze doelstelling is om een à twee kilo in te zamelen. De wagen wordt steeds drukker bezocht.’ De hoeveelheid aangeboden kilo’s nam gedurende de proefperiode toe van 5,15 kilo gemiddeld per aanbieder in 2018 naar 6,9 kilo in 2019.
Als het gaat om KCA zamelt de wagen maar liefst 3,5 keer zoveel in als de chemokar op afroep, die voorheen in de gemeente rondreed. ‘KCA wordt het meest gebracht, dus verfresten, olies en vetten en batterijen. Piepschuim ook, door alle online bestellingen, maar dat is vooral volume in plaats van gewicht. De stroom kleine elektrische apparaten springt er echt uit en is goed voor 30 procent van de ingeleverde grondstoffen.
‘We zijn heel blij dat mensen deze apparaten brengen. Zwolle is ook veel bezig met repair-cafés. Dat is nog mooier natuurlijk als een elektrisch apparaat voor reparatie wordt aangeboden, maar als dit niet gebeurt, zijn we toch wel heel blij dat het bij de GRIP-wagen terechtkomt en niet bij het restafval.’
Grondstoffenplan
Het overkoepelende doel? ‘We proberen het mensen makkelijker te maken en leuker. Het is natuurlijk een inleverpunt, maar ook een plek om informatie te krijgen. Dat is voor ons net zo belangrijk: informatie verstrekken over afval scheiden en mensen bewustmaken.’ Het Gemeentelijk Grondstoffenplan leunt op drie pijlers, namelijk faciliteren, motiveren en belonen. Het mobiele inleverpunt valt onder de eerste en tweede daarvan.
Geen concurrentie milieubrengstation
Opvallend genoeg is de wagen geen concurrentie voor het milieubrengstation. ‘Het is niet zo dat er minder klein chemisch afval naar het station wordt gebracht. We zien daar niet echt een verschuiving in. Daarbij: er is een grote categorie inwoners die de middelen niet heeft om naar het milieubrengstation aan de andere kant van de stad te rijden. Dit is een heel mooi alternatief. In de wijk weet je waar en wanneer de wagen er staat. Dan is het een kleine moeite om als je toch boodschappen gaat doen, een boodschappentas mee te nemen met spullen die je graag kwijt wilt.’
Chauffeurs zijn afvalcoaches
Wat zijn nou de randvoorwaarden voor het slagen van zo’n project? De eerste is ‘eigenaarschap’ bij de chauffeur. ’Er zijn door ROVA een stuk of drie chauffeurs uitgezocht die dit heel leuk vinden om te doen, die actief mensen benaderen en hen informeren over het scheiden van afval. Het zijn goede afvalcoaches.’
Daarnaast is de locatie een belangrijke factor: ‘De plek moet goed toegankelijk en bereikbaar zijn. Wij kozen in overleg met de winkeliersverenigingen voor de grotere winkelpleinen. De plekken monitoren is ook belangrijk. Op sommige plekken staan mensen in de rij, bij andere is het te rustig. Je moet kritisch kijken of het bijvoorbeeld nodig is om tot acht uur open te blijven of dat de grote loop al om zeven uur is geweest. Voor ons is er al een locatie afgevallen omdat die te weinig bezocht werd. Ook moet je er soms in de avonduren staan of op een zaterdagmarkt. Dat mensen ook buiten werktijd de kans hebben om langs te komen.’
Een uitdaging is tot slot het vergoten van de bekendheid van de wagen. ‘We zijn eigenlijk voorzichtig begonnen, maar willen er nu wel meer publiciteit omheen.’
Gemeente.nu | Goed voorbeeld
Waarom als gemeente of beleidsmedewerker steeds opnieuw het wiel uitvinden? Deel de succesverhalen in onze rubriek ‘Goed voorbeeld’! Opgeven?
Mail gemeente.nu@sdu.nl
Geef een reactie