Het verkleinen van de kloof tussen kansarme en kansrijke wijken: dat is de belofte van het programma Verbeter Breda. Een netwerk van betrokken bewoners, ondernemers en organisaties trekken hiervoor samen op met de gemeente. ‘Kansenongelijkheid tegengaan is van ons allemaal.’ Wethouder Arjen van Drunen van wonen en onderwijs vertelt hoe het werkt.
In de gemeente Breda wordt de kloof tussen inwoners die het al dan niet voor de wind gaat steeds groter. Om een idee te geven: in bepaalde wijken is de schooluitval drie keer zo hoog, het aantal kinderen dat opgroeit in armoede drie keer zo groot, het aantal bijstandsuitkeringen bijna dubbel zo hoog en ook de jeugdcriminaliteit is er een stuk hoger.
Verbeter Breda
Om de kansengelijkheid te vergroten en de kloof te dichten, stemde de gemeenteraad in met het programma Verbeter Breda. Een flink pakket aan maatregelen, interventies en acties voor 16 wijken op de domeinen wonen, onderwijs, veiligheid en werkgelegenheid. Het programma heeft een looptijd tot 2040 en Breda ontvangt hiervoor financiën vanuit het Rijk.
Achter het programma gaat een fors netwerk schuil van betrokken bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dit netwerk groeide op natuurlijke wijze na onderzoek van de lokale rekenkamer waaruit bleek hoe groot de kloof tussen sommige wijken precies was.
Werk aan kansenongelijkheid
Kansenongelijkheid heeft niet alleen de aandacht in Breda. Meer gemeenten zijn ermee in de weer, zoals Rotterdam, Heerlen en Groningen. Maar de Bredaase aanpak is anders. Gemeente.nu vroeg verantwoordelijk wethouder Arjen van Drunen van wonen en onderwijs hoe dat zit.
Bewoners in het bestuur
‘Het verschilt zit in een aantal zaken. Om te beginnen is er een programmabureau waarin ook bewoners zitting hebben. Het bestuur van Verbeter Breda bestaat uit twaalf mensen. De burgemeester is voorzitter. Ik ben vertegenwoordiger van de gemeente. Daarnaast zijn er vertegenwoordigers van de woningbouwcorporatie, het onderwijsveld, ondernemers en van de veiligheidskolom (politie bijvoorbeeld).
Maar daarnaast zitten er ook vier bewoners in het bestuur. Dat is echt uniek, dat is nergens anders zo. Bewoners in het bestuur komen uit de wijken waar het om gaat. Het bestuur is echt een wisselwerking tussen professionals en bewoners en vormt de uitvoeringsclub die verbinding maakt met alle organisaties en concrete acties uitrolt.’
Integrale wijkaanpak
Ook de wijkaanpak is net even anders: ‘Het zijn interventies in de zestien buurten die achterblijven. We kiezen ervoor te investeren in de wijken waar dit het hardst nodig is. Zo’n aanpak moet integraal zijn. Dus niet alleen maar sociale maatregelen, maar ook fysieke en op het vlak van veiligheid. Je zult op alle vlakken stappen moeten als het gaat om veiligheid, werkgelegenheid, onderwijs en woningbouw. Dat zijn echt vier heel belangrijke principes om verder te komen, ook voor politiek draagvlak.’
Van onderen
Verbeter Breda is een samenwerking tussen veel partijen, zoals inwoners, organisaties en ondernemers. ‘Het grootste verschil is dat wij echt van onderop zijn gestart. Dat duurt in het begin soms wat langer, maar de samenwerking zorgt daarna dat je veel meer bereikt dan als partijen los hun plannen uitrollen. Vanuit de overheid is er soms echt de neiging om met een aantal belangrijke partijen stevige besluiten te nemen en die uit te strooien over de stad.
‘Die werkwijze kan snel gaan, je kan in een maand van plan naar uitvoering. Klinkt superaanlokkelijk, maar ik geloof erin dat een samenwerking van twintig jaar zo geen succes wordt. Als je het van onderop laat komen, neem je iets meer tijd aan de voorkant, maar die tijd ga je aan de achterkant besparen.’
Loslaten
Overal in de gemeente zijn inmiddels mensen en organisaties die de handschoen oppakken en zich inzetten. Breda gaat daarom ook meer loslaten en het proces meer aan de stad overlaten. ‘Het idee kwam van onderop, en waar de gemeente snel de rol van kartrekker krijgt en partijen dat soms ook van de gemeente verlangen, willen we juist niet dat dit een verlengstuk wordt van de gemeente. Kansenongelijkheid tegengaan is van ons allemaal.
‘Als je het te veel in de gemeentelijke organisatie trekt, dan komt die samenwerking onvoldoende los. Dat is niet de sturing die je wilt op een sterke netwerkstructuur. Dus je moet durven loslaten als gemeente, zodat er andere partijen opstaan die zeggen: wij gaan meters maken. Een wat bescheidener rol voor de gemeente past ook. Want in alle eerlijkheid: het is ons de afgelopen decennia ook niet gelukt om die kloof goed tegen te gaan. Anders was ‘ie nooit zo groot geworden.’
Op naar 2040
De grootste uitdaging voor het programma is volgens van Drunen dat kortetermijndenken het nu vaak wint van de lange termijn. ‘We hebben een stip op de horizon geplaatst voor 2040. We trekken nogal een grote broek aan, want kansenongelijkheid, iets dat in decennia is scheefgegroeid, verander je niet in een jaar.
‘De opgave is dat een volgend bestuur dus niet zegt: we schalen weer af. Je zult echt vijf bestuursperioden lang hier commitment voor moeten hebben. Dit heb je niet in een of twee bestuursperioden opgelost.’
Geef een reactie