Utrecht is koploper als het gaat om het faciliteren van vrijwilligers: de stad werd verkozen tot Vrijwilligersgemeente van het Jaar 2020. Welke lessen biedt de Domstad om vrijwilligersbeleid naar een volgend niveau te tillen?
Utrecht heeft sinds dit voorjaar de bovengenoemde eretitel op de schouw staan. De stad kreeg de prijs uit handen van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) en werd beoordeeld door een groep experts, onder andere van Movisie. Volgens de jury verdiende de gemeente de prijs omdat ze bijvoorbeeld ‘heel veel ondersteuning biedt aan vrijwilligers en hun organisaties en daar heel transparant over is’.
Waardering
De commissie prees ook een aantal acties van de gemeente, zoals een wervingscampagne en een initiatievenfonds. In december organiseerde Utrecht diverse blijken van waardering, zoals een diner voor vijfhonderd vrijwilligers. Wethouders deelden taarten uit en online konden mensen een bedankje uitzoeken. Ook geeft de stad veel informatie om (vrijwilligers)organisaties op pad te helpen, onder andere met een toegankelijke website.
Utrecht heeft het vrijwilligersbeleid dus hoog op de agenda staan. Daarom: vijf vragen aan Femke Scholten, beleidsadviseur en projectleider bij de gemeente.
Om maar met de deur in huis te vallen: wat doet Utrecht beter dan andere gemeenten?
‘We nemen vrijwilligerswerk in de stad heel serieus. Ik denk dat dit heel belangrijk is. Dat je ziet en erkent wat er allemaal al op vrijwillige basis gebeurt. We proberen dat ook heel zichtbaar te maken. Dat doen we bijvoorbeeld door het ophalen en delen van verhalen en het houden van de waarderingsmaand aan het einde van het jaar. Een maand waarin we zoveel mogelijk vrijwiligers, organisaties en initiatieven in het zonnetje zetten.’
Wat is de gemene deler van het beleid?
‘De essentie is dat we alle potentie in de stad willen benutten en iedereen ruimte geven om zijn of haar steentje bij te dragen. Een stad bestaat niet uit twee groepen mensen: zij die hulp kunnen bieden, en zij die hulp nodig hebben. Iederéén kan iets bijdragen of betekenen voor een ander, ook als je in een hele kwetsbare positie zit. Soms heeft iemand daar begeleiding bij nodig maar daar moet je wat mij betreft als gemeente in investeren. Het is heel belangrijk om iedereen te prikkelen om iets bij te dragen. Je wordt er blijer en beter van, het geeft je het gevoel dat je ertoe doet. Hoe fijn is het als jij iets voor een ander kan betekenen? Het is ook de boodschap van onze wervingscampagne. Dat je vrijwilligerswerk voor een ander doet èn voor jezelf. Dat je erdoor groeit, ontwikkelt en vrienden maakt bijvoorbeeld. Die insteek is belangrijk voor het beleid dat we voeren: iedereen kan bijdragen.’
Heb je een belangrijk advies voor andere gemeenten?
‘Naar mijn idee moet je vrijwilligers niet als instrument zien, maar als verrijking. Om je een voorbeeld te geven: in de zorg is de afgelopen jaren een transformatie gaande waarbij gemeenten er veel zorgtaken bijgekregen hebben maar de budgetten krap zijn. De inzet van vrijwilligers wordt dan vaak genoemd en gezien als manier om te besparen op professionele zorg. Dat moet de insteek niet zijn, als je het mij vraagt. Vrijwilligers zijn een verrijking van de zorg, en van andere sectoren. Op de lange termijn levert het iets op, ongetwijfeld ook in financiële zin.
Doordat de zorg nu dichterbij georganiseerd is (meer buurtgericht) zien we dat zorgorganisaties ook steeds beter samenwerken met vrijwilligers, bewonersinitiatieven en buren. Als gemeente kun je en moet je ook echt sturen op die samenwerking tussen formele en informele zorg, het gaat namelijk nog niet altijd vanzelf. Het helpt dat we in Utrecht gezegend zijn met een wethouder die enorm veel waarde en belang hecht aan vrijwillige inzet. Daarmee kunnen we het onderwerp nog beter op de kaart zetten én houden. ‘
Nog een coronatip?
‘Afgelopen jaren hebben we heel veel geïnvesteerd in goede netwerken, op het gebied van taal of schuldhulp bijvoorbeeld. Investeren in een goede structuur loont. Een voorbeeld hiervan zijn de Taalmaatjes. Honderden taalvrijwilligers zijn gekoppeld aan gezinnen die tijdens de sluiting van de scholen door de coronamaatregelen extra steun nodig hadden met taal en huiswerk. Om deze inzet te borgen, bundelde de gemeenten de krachten met vrijwilligersorganisaties, (hoge)scholen en universiteit en zette een online platform op. Als gemeente hoeven we daar relatief weinig aan te doen, omdat de energie al in de stad zit. Er poppen non-stop allerlei mooie initiatieven op, zeker nu in coronatijd, waarbij heel veel al vanzelf gaat, omdat organisaties elkaar kennen en weten te vinden. Als je investeert in een goede ondersteuningsstructuur pluk je daar de vruchten van.’
Nog iets dat, ter lering, niet werkte?
‘Het waarderen van individuele vrijwilligers is best ingewikkeld. In december kunnen vrijwilligers voor zichzelf een cadeautje aanvragen via utrechtbedankt.nl Maar mensen blijken dat niet zo snel te doen als de gemeente de afzender is, bijvoorbeeld in advertenties. We hebben gemerkt dat je mensen heel rechtstreeks en persoonlijk moet benaderen. Dus meer vanuit de organisatie waar iemand vrijwilliger is. Dat de bibliotheek tegen je zegt: jij bent zo waardevol, vraag jij maar iets leuks aan. Misschien dat het mensen dan meer het gevoel geeft: ik heb het verdiend.’
Geef een reactie