‘In mijn vakgebied heeft een LinkedIn-profiel niet zoveel zin.’ Of: ‘Ik zoek liever een andere baan via vacaturesites, dat past veel beter bij mij.’ Leuk geprobeerd, maar je hebt het mis!
Denk hier maar eens even over na: 70 procent van de vacatures wordt vervuld via netwerken, waaronder LinkedIn… En ja, zo gaat dat óók bij gemeenten.
Streepje vóór
Oftewel: zodra het binnen een gemeentelijke organisatie bekend wordt dat een bepaalde functie vrij komt, gaan de directe collega’s eerst zelf nadenken of zij iemand kennen die geschikt is. Want met een bekende, of met de kennis van goede bekende, weet je beter wie je binnenhaalt en is de kans groter dat deze binnen het team past. Voor jou, als sollicitant, ‘staat’ het betrouwbaarder als je bij een organisatie binnenkomt op referentie van een huidige medewerker. En een streepje voor is altijd welkom, bij iedere sollicitatie.
Gemeenten en andere organisaties zetten een vacature vaak pas ‘online’ als het ze niet lukt om binnen een paar weken via het netwerk geschikte kandidaten te vinden. Naar schatting komt dus minder dan 30 procent van de vacatures op externe vacaturesites terecht. Dat betekent dat heel veel leuke gemeentevacatures al aan je neus voorbij zijn gegaan in de netwerkfase!
In de picture
LinkedIn komt niet volledig in de plaats van persoonlijk contact en mensen ‘live’ ontmoeten. Maar het is wel een fijn hulpmiddel om de mensen die je kent in kaart te brengen en om op overzichtelijke wijze op de hoogte te blijven (bijvoorbeeld of hun werkgever een nieuwe collega zoekt, of anders de werkgever van een kennis van ze). Door te zorgen dat je de basics van je LinkedIn-profiel op orde hebt en houdt, vergroot je in de netwerkfase aanzienlijk je kansen om in aanmerking te komen voor die leuke nieuwe baan bij een gemeente. Daarom zetten we vier belangrijke basics op een rij:
1. Regel een professionele, zakelijke profielfoto
Een vakantiefoto is voor LinkedIn niet geschikt. Laat jezelf op je profielfoto zien zoals je ook naar een sollicitatiegesprek toe zou gaan. En hopelijk is dat: netjes gekleed (ook al dragen je gesprekspartners spijkerbroeken en slobbertruien: liever ‘overdressed‘ dan ‘underdressed‘, want daarmee laat je zien dat je dit gesprek belangrijk vindt en dat je een goede indruk wilt maken). Het is een inkoppertje, maar hopelijk zorg je ook voor een verzorgd uiterlijk (gekamde haren, geknipte, schone nagels, kleding die heel en schoon is…).
Een close-up foto van je gezicht heeft de voorkeur, want dan ben je op dat kleine LinkedIn-fotootje beter zichtbaar dan met een foto van top tot teen.
Kijk in de lens van de camera. Dat hoeft niet breed lachend, als dat niet bij je past, maar de lichte zweem van een glimlach staat sympathieker dan een nors gezicht. Sommige mensen vinden het mysterieus staan om opzettelijk weg te kijken. Realiseer je dat het geen datingsite is en dat een toekomstige werkgever juist duidelijkheid wil. Iemand die je recht in de ogen kijkt, komt betrouwbaarder over (alsof deze niets te verbergen heeft) dan iemand die wegkijkt…
Sommige jongeren, hipsters en creatievelingen vinden het ‘cool’ om een muts of petje te dragen. Op je LinkedIn-foto is dat – als binnenkomer – niet zo’n goed idee. Natuurlijk mag iedereen daar zijn eigen keuzes in maken, maar realiseer je dat een foto een eerste indruk geeft. Presenteer jezelf eerst wat neutraler, dat nodigt uit je te leren kennen. Als je (later) weet hoe de bedrijfs- en kledingcultuur bij een gemeente is, kan je altijd nog beoordelen of een muts of pet acceptabel is.
Misschien paradoxaal, maar draag je vanwege religieuze overtuigingen áltijd een hoofddeksel (of hoofddoekje), zorg ervoor dat je dan ook zo op de foto staat. In dit geval is het namelijk een onlosmakelijk onderdeel van je identiteit.
Schakel een professionele fotograaf in. Dat kost een paar tientjes maar is het resultaat vaak dubbel en dwars waard. Kan je dat niet missen, (of heb je er geen geld voor over) vraag dan een bekende met een goede camera om een scherpe close-up te maken.
2. Zorg voor een vindbare kopregel
De kopregel, of ‘headline’, staat op je profiel rechts van je foto en ónder jouw naam. LinkedIn vult hier standaard jouw meest recente werkervaring in. Maar het is handiger om hier zelf meerdere functienamen en/of expertise in te vullen. Je huidige functie is bijvoorbeeld ‘secretaresse’, maar je wilt vast ook gevonden worden als een recruiter iemand zoekt voor de functie van management assistent, administratief medewerker of personal assistent.
Schroom niet om te vermelden dat je beschikbaar bent, als je nu even geen baan hebt; dat kan juist een voordeel zijn (snel inzetbaar). Wees alleen wel specifiek en omschrijf exact voor welke functies jij te benaderen bent: ‘Beschikbaar als (directie)secretaresse, personal assistent, managementondersteuner’.
Je mag trouwens géén contactgegevens in je kopregel zetten (mail of mobiel nummer). LinkedIn kan dit ‘afstraffen’ door je profiel te blokkeren.
3. Vul de samenvatting volledig in
De samenvatting of ‘summary’ is een prachtige plek om in een notendop te laten zien wie je bent en wat je kunt. Mooi voordeel is dat deze ook volledig zichtbaar is voor mensen die (nog) niet met jou zijn gelinkt.
Op deze plek mag je wél je contactgegevens vermelden. Doe dat vooral, want zo maak je het mensen makkelijker om contact met je op te nemen, ook als ze geen LinkedIn-contact van je zijn.
Schrijf bij de samenvatting in een paar regels wie je bent (persoonlijk en zakelijk), welke kennis en ervaring je hebt (geen functies of jaartallen, houd het globaal), voor welke functies jij beschikbaar bent, en voor welke problemen jij in bedrijven een oplossing bent (oftewel: wat is jouw toegevoegde waarde voor een werkgever, welke ambities heb jij, waar sta jij voor?).
Een paar eigenschappen noemen die kenmerkend voor je zijn, maakt het totaalbeeld nog wat menselijker. Afgezien van een goede medewerker wil een organisatie natuurlijk ook wel graag een prettige collega ‘binnenhalen’.
4. Meld uitgebreid je (werk)ervaringen
Ervaring (of ‘experience’) wordt vaak pas gelezen als je met bovengenoemde onderdelen de interesse van mensen, potentiële werkgevers of recruiters hebt gewekt. Vaak scannen mensen er globaal doorheen.
Bouw je omschrijving per functie logisch op, maar maak het niet te kort. Je kan een of twee voorbeelden noemen van projecten / opdrachten die je hebt uitgevoerd en deze uitwerken volgens de STARR-methode om te laten zien waar jij goed in bent (zonder op te scheppen).
Je vindbaarheid op LinkedIn voor bepaalde functies neemt toe als je ervoor zorgt dat bepaalde relevante termen regelmatig terugkomen. Voor een secretaresse die een nieuwe baan zoekt kan je denken aan: zorgvuldig, organisatietalent, administratieve ondersteuning, managementondersteuning, betrouwbaar.
Goed voorbereid
Een goed begin is het halve werk. LinkedIn kent nog veel meer leuke opties om eruit te springen. Maar door in elk geval deze basics op orde te brengen én te houden, ben je er ieder moment klaar voor om te reageren als er via jouw netwerk een boeiende vacature voorbij komt.
En ga nu niet achterover leunen en afwachten: houd vooral ook de statusupdates van je contacten op de homepage van LinkedIn met enige regelmaat in de gaten. Reageer eens op een verzoek of mededeling van een ander, meng je in een gesprek in een van de vele LinkedIn-groepen. En als een vacature niet geschikt is voor jou, wees dan zo sociaal om deze met een ‘like’ of ‘share’ te delen onder jouw contacten.
Want elkaar iets gunnen is uiteindelijk de kracht van netwerken.
Geef een reactie