Het initiatief om jonge ambtenaren een kans te geven bij gemeenten juicht CvA-voorzitter Roel Cazemier luid toe, maar ook de flexibele schil blijft nodig. “Als je naar de langere termijn kijkt, dan zijn we het grotendeels eens met de vakbond.”
Vanaf het balkon aan de burgemeesterskamer van het gemeentehuis in Denekamp is het marktplein te zien met een kerk uit de Middeleeuwen. Ook twee voorheen als gemeentehuis in gebruik zijnde gebouwen staan langs het plein, nu in gebruik als restaurant en hotel. De burgemeester kijkt tevreden naar buiten.
Tijdens dit gesprek over de arbeidsvoorwaarden en het werkplezier van gemeenteambtenaren blijkt dat Cazemier zelf al jaren met liefde bezig is voor de lokale overheid. Dit na carrières als ambtenaar bij de provincie Friesland en directeur van Omrop Fryslân.
“Werken voor een gemeente is het mooiste wat er is”, zegt de burgemeester van het Twentse Dinkelland en voorzitter van het College voor Arbeidszaken van de VNG. “Je hebt hier elk uur een ander onderwerp op je bord”, verklaart de zoon van een gemeentesecretaris. “De vraag is: hoe maak je het zo mooi mogelijk voor je inwoners.”
Waarom horen we dan veel ambtenaren zuchten momenteel?
“Dat is wel jammer. Volgens mij is dit juist een fascinerende tijd. Wel begrijp ik de zorgen. We zitten echt in een transitieperiode. De bedoeling is horizontaal aan het werk te gaan en zo de kracht van de samenleving te vinden. Daar moet je een knop voor omzetten; dat is wennen.”
Zou dat eenvoudiger zijn als gemeenten wat meer jonge ambtenaren in dienst hebben?
“Ik ben het eens met Bert de Haas van de vakbond dat we ons uiterste best moeten doen om jonge mensen een plek te geven bij de lokale overheid. Daar is durf voor nodig bij de gemeente als werkgever, maar de ambtenaar van de toekomst is al in dienst. Vaak al jaren. Daar moet je het mee doen, met de huidige medewerkers.”
Maar die zijn niet gewend aan die horizontale werkwijze, toch?
“We zijn nu bezig met de nodige omslag. Dit vraagt om een flexibele houding. Op die manier is het mogelijk niet alleen volgens de letter van de Algemene wet bestuursrecht te werken, zoals vroeger wat meer het geval was.”
Hoe gaat dat hier in Dinkelland, eigenlijk?
“Laat ik een voorbeeld noemen”, zegt de burgemeester. “Onze ambtenaren gaan met een iPad naar de zogeheten Kulturhusen in onze dorpskernen om daar met iemand een vergunning rond te krijgen. Hij maakt die afspraak zelf. Vaak wordt ’s avonds afgesproken. Die tijd wordt dan overdag gecompenseerd en dat hoeft niet streng gecontroleerd te worden. Zo kan je naar de mensen toe, en dat wordt gewaardeerd.”
Nog een ander voorbeeld?
“Nou, als je kijkt naar het wijk- en groenbeheer laten we steeds meer ruimte voor burgerinitiatieven. Die zijn trouwens welkom, want er was stevig bezuinigd. Die initiatieven moet je waarderen en stimuleren; niet subsidiëren. Ook dat is wennen.”
Jawel, maar hoe vind je de mensen die dit werk over tien of twintig jaar gaan doen?
“Op dit moment investeren we samen met de vakbonden in de huidige medewerkers, maar de vergrijzing van het personeel maakt natuurlijk dat je moet nadenken over de vraag hoe je aantrekkelijk wordt voor jonge mensen. Wat dat betreft is de 80-90-100-regeling, zoals ze die hebben in Groningen hebben ingevoerd, een mooi voorbeeld. Met die regeling wordt echt bespaard, wat vervolgens weer geïnvesteerd kan worden in junior-medewerkers. Het is ook goed dat ervaren ambtenaren hun kennis zo kunnen doorgeven.”
Bert de Haas vindt dat je die jongeren gewoon in dienst moet nemen.
“Ik snap dat hij dat zegt. Eigenlijk zou ik dat ook het liefste willen. Toch is het niet verstandig. De volatiliteit van de algemene uitkering is nog nooit zo groot geweest als tegenwoordig. De ervaring heeft geleerd dat een flexibele schil nodig is om schokken op te vangen.”
Is het dan wel een goed idee om het salaris trendvolgend te maken?
“Nee. Dat kon in de jaren ’50, ’60 en ’70. Dat was voor de introductie van het sectoroverleg. Het is niet meer van deze tijd. Juist nu zijn specifieke afspraken en flexibiliteit nodig.”
Maar zal het CvA niet altijd willen schaven aan het loon en de secondaire arbeidsvoorwaarden?
“Dat is de kritiek wel tijdens cao-onderhandelingen, maar er komen ook weer andere tijden waarin het minder nodig zal zijn om te bezuinigen.”
Zorgen die onderhandelingen niet telkens weer voor te veel rumoer?
“Ik zie wel dat het overleg hier en daar voor schade kan zorgen. Dat is spijtig. De laatste keer zaten we ook lang zonder een nieuwe overeenkomst. Het is hoe dan ook fijn dat de onrust nu nog een tijd blijft liggen.”
Maar goed, de regering kijkt mee. Jullie zijn met de handen gebonden, zegt de vakbond.
“Nee. We gaan samen op weg naar een cao van de toekomst. Als je naar de langere termijn kijkt, dan zijn we het grotendeels eens met de vakbond. Let wel dat we onderhandelen met de realiteit van nu. Straks is het weer een ander verhaal.”
Wat is het streefbeeld?
“Mensen die kunnen excelleren binnen hun functie, maar ook na een paar jaar iets anders kunnen doen. Ik weet dat ook het normaliseren van de rechtspositie bij ambtenaren kan leiden tot onrust, maar dit gaat ons helpen bij die nodige flexibiliteit. Kan je niet van ruimtelijke ordening naar sociale zaken? De tijdperk van het vele bouwen is voorbij. We weten soms niet eens wat we moeten doen met ons maatschappelijk vastgoed. Straks hebben we veel meer sociale taken op ons bord. Wat mij betreft kan iemand voor verschillende afdelingen werken. Met de juiste begeleiding, natuurlijk. Dat is een leven lang leren in de praktijk.”
Eerder verschenen:
Dit interview over de arbeidsvoorwaarden met vakbondsbestuurder Bert de Haas>>
Geef een reactie