Na de VNG doet ook Bert de Haas van FNV Overheid een handreiking in het conflict over de cao voor gemeenten. ‘Wij zijn bereid te praten over de invulling van het vitaliteitsbeleid, inclusief dat voor de senioren.’
Daarmee is de lucht niet meteen geklaard. ‘Hoe zei Roel Cazemier het ook alweer bij jullie,’ verwijst De Haas naar het interview met de hoofdonderhandelaar van de VNG. ‘O ja, we zaten te hoog in de boom. Dat was het. Ik vind dat een hele rare uitspraak. We waren namelijk een heel eind gevorderd met de onderhandelingen, tot de VNG plotseling met een onbegrijpelijk en onbeschoft bod kwam.’
De bonden waren woest, zo kreeg de buitenwereld al mee in april. De bom barstte toen de VNG haar loonbod verláágde: van 5,25 naar 4,9 procent. Gelijktijdig dreunde de sloophamer tegen een van de heilige huisjes van de bonden: de ‘vitaliteitsregeling voor jong en oud’.
De kern daarvan is de mogelijkheid om als gemeentemedewerker minder te gaan werken vanaf de zestigste verjaardag. Cazemier maakte lichtelijk provocerend een vergelijking met de vroegere VUT. De Haas slaat erop aan. ‘De VUT was bedoeld om eerder met werken te stoppen. Wat wij voorstellen is precies het omgekeerde: een maatregel gericht op doorwerken tot je 67 bent.’
Zware beroepen?
Geen misverstand: minder werken maakt daarvan deel uit voor ‘senioren’. Het recht, om precies te zijn, om één of twee dagen per week de werkvloer te verruilen voor het bos, een boek, of de ballenbak desnoods. Maar waarom? Bij de verhoging van de pensioenleeftijd ging de kritiek vaak over de ‘zware beroepen’. De gemeenteambtenaar die zijn of haar werkdagen vooral op kantoor doorbrengt, kunnen we daar toch moeilijk toe rekenen.
‘Dat klopt,’ zegt De Haas, ‘hoewel er op die kantoren ook veel mensen zitten die zich vanuit de buitendienst hebben opgewerkt en dus wel een zwaar beroep hebben uitgeoefend. Maar misschien nog wel belangrijker is dat de werkdruk jaren achter elkaar is toegenomen bij gemeenten. Tot de decentralisaties vielen er doorlopend ontslagen. Tienduizenden zijn afgevloeid. Met dat kleinere aantal mensen wordt dan ook nog het roer omgegooid door de decentralisaties.’
Om het ‘draaglijk te houden’ hebben velen het nodig dat ze kunnen kiezen voor minder of ander werk. Nog een argument is dat de ouderen zo een stap opzij kunnen doen voor de jeugd om carrière te maken. Maar er zijn ook 60-plussers die het prima vinden om fulltime te blijven werken. ‘Vooral de hoogopgeleiden.’
Krijgen die dan geen cadeautje in het plan van de bonden? Het recht zou immers gelden voor álle 60-plussers. Dat pareert De Haas zo: ‘De regeling moet een recht zijn, maar de werkgever en -nemer hebben beiden ook de plicht om te kijken welke regeling bij iemand past. Het idee dat iedereen er gebruik van zal maken, leeft ook bij de VNG. Maar dat is een misvatting. Op basis van onze ervaring zal dat zo’n 60 procent zijn. De meesten kiezen daarbij voor één dag, niet twee.’
‘Dit kán niet waar zijn’
Dat is, zegt de vakbondsman, nuancering één bij de stelling van Cazemier dat de plannen veel te duur zijn voor de gemeenten. De werkgeversonderhandelaar riep de bonden op zich te matigen met hun eisen, gelet op de moeizame financiële situatie. Ongelooflijk, vindt De Haas. ‘Dat is het afwentelen van problemen bij beleidsterreinen over de ruggen van personeelsleden. Dit kán niet waar zijn. Er moet extra geld naar de jeugdzorg, zeker, maar dat geld moet komen van het Rijk, niet de medewerkers.’
Even terug naar april: de VNG wilde niet spreken over het eisenpakket met betrekking tot de vitaliteitsregeling. Dat beantwoordden de bonden met de mededeling dat een eenduidige, landelijke verlofregeling dan ook overboord ging. Dat punt was juist belangrijk voor de werkgevers. ‘De bonden zijn er ook niet principieel tegen, het uitgangspunt is goed. Maar de voorwaarden die de VNG stelde, niet. Ze willen dat mensen hun rechten inleveren, zogenaamd om administratieve redenen. Dat is echt onzin, de uitvoering is totaal niet complex. Het gaat ze puur om de financiële gevolgen.’
Zo werd de sfeer steeds grimmiger aan tafel: ik dit niet, jij dat niet. Toch had De Haas gerekend op een hóger loonbod van de VNG. ‘Door noodgedwongen af te zien van het vitaliteitspakket, leek dat ons logisch.’ Helemaal niet, dachten ze bij de VNG, die natuurlijk ook een nederlaag moest slikken. De rest is geschiedenis, de FNV bereidt nu acties voor. ‘Voor de zomer vallen de eerste werkonderbrekingen te verwachten. Ik weet nog niet waar.’
‘Niet in beton gegoten’
Zal het echt zo ver komen? Nederland is geen stakingsland, en ambtenaren staan ondanks een relatief hoge organisatiegraad niet direct bekend als de gestaalde kaders. ‘Cazemier bood in zijn interview aan dat er te praten valt over het loonbod. Dat is voor ons een belangrijke voorwaarde, daar zijn we blij mee. Wij zijn op onze beurt bereid te praten over de invulling van het vitaliteitsbeleid, inclusief dat voor de senioren. Het is en blijft een hard punt, maar de details zijn niet in beton gegoten.’
Snel maar weer om de tafel dan met z’n allen? Dat lijkt iets te gemakkelijk. Op de achtergrond wordt ook wel informeel gesproken en daarbij zijn belangrijke barrières klaarblijkelijk nog niet geslecht. Alles grijpt in elkaar, en de hoofdlijnen zitten vol verraderlijke details. Een zaak die De Haas bijvoorbeeld nog steekt is de zogenoemde werkgeversbijdrage: een bedrag dat werkgevers betalen voor niet-vakbondsleden om met de bonden als centrale partij te kunnen spreken.
Als vanaf 2020 ambtenaren een normale cao krijgen, willen de bonden ook voor deze sector zo’n bijdrage. En ook dit zou gebeuren op basis van een uitruil. ‘Wij zouden in ruil meewerken aan het voorkomen van problemen die werkgevers zagen rondom de transitievergoeding. Wij hebben daaraan onze volledige medewerking verleend. Maar op het punt van de werkgeversbijdrage wordt nu niet thuis gegeven. Dat is niet evenwichtig.’
Geef een reactie