Een bezuiniging op de ambtenarensalarissen zorgt maar tijdelijk voor besparingen op de overheidsuitgaven. De overheidslonen zullen uiteindelijk weer stijgen.
Dit impliceert dat een nullijn voor ambtenaren slechts tijdelijk leidt tot een besparing van overheidsuitgaven. Voor het blijvend terugdringen van het overheidstekort zijn andere maatregelen noodzakelijk.
Dat schrijven de CPB onderzoekers Annette Zeilstra, Adam Elbourne en Johannes Hers in de vandaag verschenen CPB Policy Brief Overheidslonen volgen marktlonen.
Hoewel de arbeidsmarkt van de overheid en die van de markt van elkaar afwijken is er wel interactie tussen beide sectoren. Werknemers wisselen van sector en werkgevers, concurreren om dezelfde werknemers, zeker op de markt voor pas afgestudeerden. Bovendien is er een institutionele koppeling tussen de overheidslonen en marktlonen, omdat bij het vaststellen van de loonruimte voor de overheidssector in beginsel de loonontwikkeling in de marktsector wordt gevolgd.
De snelheid waarmee de overheidslonen een achterstand op de marktlonen inhalen hangt mede af van de krapte op de arbeidsmarkt. Daarbij is er geen uniforme wijze waarop deze inhaal verloopt. Het is mogelijk dat er een generieke loonstijging is, maar in het verleden zijn achterblijvende overheidslonen ook wel gecompenseerd door additionele loonstijgingen voor specifieke groepen werknemers.
Geef een reactie