Driekwart van de medewerkers in de jeugdhulp geeft de overgang van de jeugdzorg naar gemeenten een onvoldoende. Dit blijkt uit een ledenonderzoek van FNV Zorg & Welzijn
De ondervraagde medewerkers stellen tegenover de vakbond dat het sinds de overgang vooral mis gaat bij nieuwe hulpvragen. Nieuwe aanvragen voor jeugdzorg kunnen vaak niet adequaat worden opgepakt en kwetsbare kinderen en gezinnen weten niet goed waar zij terecht kunnen voor hulp . Een meerderheid van de jeugdzorgmedewerkers vindt dat kinderen die acuut hulp nodig hebben niet tijdig in beeld zijn, waardoor zij in de knel raken. Dat blijkt uit onderzoek van Totta Research in opdracht van FNV Zorg & Welzijn.
Lees ook: Waardering jeugdzorg daalt
Gemeenten hebben sinds 1 januari 2015 nieuwe jeugdzorgtaken gekregen. Uit het onderzoek van Totta Research onder ruim 750 jeugdzorgmedewerkers blijkt dat een half jaar later de zorg voor kwetsbare kinderen en gezinnen verre van op orde is. Hoewel de hulp aan bestaande ‘jeugdzorggezinnen’ na 1 januari goed is voortgezet, weten nieuwe gezinnen de weg naar hulp niet te vinden. Tegelijkertijd hebben jeugdzorgorganisaties nog steeds met hoge werkdruk te maken. Zo geeft de helft van de jeugdzorgmedewerkers aan dat er op dit moment binnen hun organisatie wachtlijsten voor hulpverlening bestaan.
Hulpverleners geven aan dat acute hulpgevallen niet op tijd in beeld komen. Kinderen raken door de overgang tussen wal en schip. De medewerkers zijn daarnaast ontevreden over de werkwijze van de gemeente. De communicatie, kennis en het toezicht houden op de hulp worden negatief beoordeeld.
Al eerder bleek uit onderzoek dat de controle van gemeenten op de jeugdzorg faalt.
Beleid van gemeenten
Jeugdzorgmedewerkers hebben veel kritiek op de manier waarop gemeenten de jeugdzorg organiseren. Het is veelal onduidelijk hoe gemeenten toezicht houden op de kwaliteit van de zorg en ook weten gemeenten volgens een meerderheid niet welke zorg nodig is. Van Dijk: ‘Het moet weer gaan om goede zorg in plaats van geld. Gemeenten kijken teveel naar het prijskaartje bij het afsluiten van contracten. Ze weten te weinig over de zorg die echt nodig is.’ De FNV wil dat gemeenten langere en betere contracten met jeugdzorgorganisaties afsluit waarbij kwaliteit voorop staat. Jongeren zijn gebaat bij continuïteit van zorg en hulpverlener.
Werken in de jeugdzorg
Jeugdzorgmedewerkers die in een wijkteam werken, zijn hier behoorlijk positief over. Zij beoordelen de samenwerking, samenstelling en de kennis binnen het team redelijk positief. Medewerkers die niet tot een wijkteam behoren, maar wel contact hebben met het wijkteam zijn minder tevreden over de kennis en de deskundigheid binnen het team. Voor de meeste jeugdzorgmedewerkers geldt dat de werkdruk een groot probleem is. Meer dan driekwart geeft aan dat de werkdruk het afgelopen half jaar is verslechterd. Bij het werk komt veel meer administratie en bureaucratie kijken en medewerkers geven aan dat zij minder kwaliteit van zorg kunnen bieden. Ook geeft ruim tweederde aan dat zij het werk met minder mensen moeten doen. De FNV wil goede afspraken maken om de werkdruk te verlagen.
De vakbond ondervroeg in totaal 759 medewerkers in de jeugdzorg. Drie op de vier medewerkers gaf aan ontevreden te zijn over de overgang. Gemiddeld gaven de medewerkers een 4.3 als rapportcijfer.
K. de Jong says
Ik ben heel blij dat de jeugdzorg naar de gemeenten is gegaan. Natuurlijk heeft dit eerst chaos tot gevolg, maar er was totaal geen controle op jeugdzorg en het aantal peperdure, schadelijke ondertoezichtstellingen en het aantal nog duurdere en nog schadelijkere uithuisplaatsingen rees de pan uit. Dit genereerde namelijk een enorme geldstroom en werkgelegenheid voor jeugdzorg. Nu moeten de gemeenten hiervoor betalen en hopelijk dat er meer gewerkt wordt aan terugplaatsing van kinderen bij hun liefdevolle ouders, en dat er controle komt op wat jeugdzorg doet. En natuurlijk zijn jeugdzorgwerkers niet blij. Hun gebrek aan professioneel handelen en hun gebrek aan menselijkheid zal steeds zichtbaarder worden.