Het aantal gemeenten dat de huishoudelijke hulp uit de Wmo bestuurlijk heeft aanbesteed is toegenomen van 3 in 2010 naar 12 in 2012. Ook sluiten steeds meer gemeenten contracten voor een langere periode af. Dit blijkt uit de tweejaarlijkse FNV Monitor Werk, Inkomen en Zorg.
Veel gemeenten vragen zich af of ze wel verplicht zijn de voorziening huishoudelijke hulp via Europese richtlijnen aan te besteden. Volgens de Europese Commissie zijn gemeenten wel aanbestedingsplichtig. Het overgrote deel van de gemeenten past inderdaad de klassieke Europese aanbestedingsprocedure toe: 64 procent heeft bepaald dat het een 2A-dienst is en 22 procent een 2B-dienst is.
Stijging
Een groeiend aantal gemeenten kiest echter voor een innovatieve manier van aanbesteden. In 2010 waren er volgens de FNV monitor drie gemeenten die aangaven dat zij een andere procedure hadden gevolgd dan de reguliere 2A- of 2B-procedure. Dat aantal is in 2012 gestegen naar twaalf. Het betreft de gemeenten Borsele, Dalfsen, Eindhoven, Hillegom, Lisse, Middelburg, Noordwijk, Noordwijkerhout, Raalte, Teylingen, Valkenswaard en Veere.
Convenantenmodel
In de betrokken gemeenten is eerst met zorgaanbieders onderhandeld over prijs en product, pas daarna werd het contract afgesloten. Er ligt dus geen kant en klare productomschrijving waarop dienstverleners hun aanbod kunnen doen. Deze procedure, ook wel het convenantenmodel of bestuurlijke aanbesteding genoemd, biedt volgens deze gemeenten meer ruimte voor de kwaliteit van zorg en ondersteuning.
Langer
Gemeenten kunnen daarnaast onrust en onzekerheid voor werknemers in de zorg en cliënten voorkomen door met zorgaanbieders meerjarencontracten af te sluiten. Uit de FNV monitor blijkt dat het aantal gemeenten met een bestek of contract van vier jaar is toegenomen. In 2010 waren dat er nog 18; in 2012 hebben 43 gemeenten een contract met een looptijd van vier jaar. Een kleiner deel van de gemeenten (24 procent) heeft een contract van twee jaar afgesloten.
FNV Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg 2012
Geef een reactie