De slechte economische situatie en onzekerheid over de toekomst drukken ook dit jaar hun stempel op de arbeidsmarktontwikkelingen bij gemeenten.
Dat valt te lezen in de Personeelsmonitor 2012 van het A+O fonds. De monitor geeft een weinig rooskleurig beeld: “De bezetting staat zwaar onder druk en vrijwel alle indicatoren geven aan dat de gemeentelijke arbeidsmarkt vastloopt. Er komt bijna niemand meer bij en alleen gemeenteambtenaren die met pensioen gaan of van wie het tijdelijk contract afloopt gaan nog weg. De bezetting vergrijst daardoor in een nog hoger tempo dan het de afgelopen jaren al deed en de mobiliteit van medewerkers is erg laag.”
Minder werk
In 2012 is de bezetting van gemeenten afgenomen met 2,4 procent. Bijna 3.400 personen verlieten de gemeentelijke sector. Gemeenten verwachten dat deze ontwikkeling zich de komende jaren zal voortzetten. Ze verwachten een verdere daling van de formatie met 4 procent.
De effecten van vergrijzing en ontgroening zijn duidelijk zichtbaar: waar het aantal 60 plussers in vijf jaar met bijna 80 procent is toegenomen, is het aantal medewerkers dat jonger is dan 35 met 20 procent afgenomen. Dat is een stevig verschil met de rest van de beroepsbevolking.
Op slot
Waar in- en uitstroom vijf jaar geleden nog rond de 10 procent lagen, is dat nu 4 procent voor instroom en 6,6 procent voor uitstroom. Per saldo betekent het dat er meer mensen uit gaan, vooral pensioengerechtigden. Vijf jaar geleden waren het nog vooral 35-45 jarigen die uitstroomden.
Het aantal openstaande vacatures aan het einde van het jaar is opnieuw gedaald. Ondanks een ruime arbeidsmarkt blijven sommige van deze vacatures voor gemeenten moeilijk vervulbaar.
Minder flexibel
Externe inhuur lijkt na een daling in de afgelopen jaren gestabiliseerd rond de 10 procent. Tijdelijke contracten worden niet verlengd: nog maar 4 procent heeft een tijdelijke aanstelling. Dit heeft alles te maken met bezuinigingen waardoor tijdelijke aanstellingen niet worden verlengd en in veel gemeenten feitelijk een vacaturestop geldt.
Samen met de teruggelopen uitgaven aan externe inhuur wijst dit erop dat de flexibele schil rond gemeenten steeds kleiner wordt. Met een doorstroompercentage van 4 procent lijkt het moeilijk de noodzakelijke flexibiliteit tot stand te brengen. De uitdaging voor gemeenten is dan ook de eigen medewerkers in beweging te krijgen.
Weinig toekomstgericht HR beleid
De uitgaven aan de ontwikkeling van medewerkers zijn verder teruggelopen. En dat terwijl verwacht mag worden dat gemeenten juist in de ontwikkeling van eigen medewerkers blijven investeren om met hen in te spelen op vele veranderingen in het taken.
In veel gemeenten staat strategische personeelsplanning wel op de agenda maar het blijft moeilijk daar concreet mee aan de slag te gaan. Lopende reorganisaties, onzekerheid over toekomstige ontwikkelingen, precieze hoogte van de bezuinigingen en de rol die de gemeente moet spelen zijn de belangrijkste knelpunten die gemeenten opgeven bij het opzetten van strategische personeelsplanning.
Verzuim licht gedaald
Analyse van de ziekteverzuim cijfers laat zien dat, net als vorig jaar, medewerkers zich minder vaak ziek gemeld hebben. De meldingsfrequentie is ook voor het derde achtereenvolgende jaar gedaald. Het gaat echter om minimale schommelingen. Bij het ziekteverzuim schommelt het percentage de afgelopen vijf jaar rond de 5,3 procent en de meldingsfrequentie ligt min of meer vast rond de 1,4. Een andere constante is dat het ziekteverzuim bij gemeenten nog altijd ruim boven het landelijke verzuimpercentage ligt. Op basis van de gemeentelijke verzuimnorm is te zien dat hier voor veel gemeenten nog volop ruimte voor verbetering is.
Instroom van starters bijna volledig tot stilstand gekomen
Het aantal stagiairs en trainees dat bij gemeenten een plek vindt is in 2012 redelijk op peil gebleven. Ondanks de ruime aantallen stageplaatsen leidt dit niet tot instroom van jongeren. Inmiddels is nog maar 1 procent van de bezetting jonger dan 25, terwijl het aandeel van die groep in de beroepsbevolking 10 procent is.
Aandachtspunten
Het is noodzakelijk om de kloof tussen de huidige krimp en de toekomstige vraag naar medewerkers te gaan overbruggen. De feitelijke vacaturestop heeft de vergrijzing van de gemeentelijke bezetting sterk versneld. Er lijkt hier geen verandering in te komen, waardoor het steeds belangrijker wordt om te investeren in de mobiliteit en flexibiliteit van de huidige medewerkers en zicht te krijgen op de competenties en vaardigheden die in de toekomst van medewerkers gevraagd worden.
Geef een reactie