Een beleidsmedewerker van een gemeente, die meldingen deed over het illegaal storten van grond, is daar niet door ontslagen. Het Huis voor Klokkenluiders heeft de werknemer niet als ‘klokkenluider’ aangemerkt.
Zijn ontslag stond los van de melding en was het gevolg van een verstoorde arbeidsverhouding. Dat is de conclusie van het Huis voor Klokkenluiders (lees hier ook het uitgebreide rapport en tijdslijn), die de zaak op verzoek van de beleidsmedewerker onderzocht. Het is een van de eerste twee onderzoeksrapporten die het in 2016 opgerichte Huis voor Klokkenluiders publiceert.
Illegaal storten
De ambtenaar wilde weten of hij was benadeeld omdat hij in 2005 en 2006 een misstand bij zijn ex-werkgever meldde. Dat ging over het illegaal storten van grond uit sloten en bermen op een gesloten gemeentelijke stortplaats. Hij stelde dat het tegen de regels was, onder meer omdat de stortplaats officieel al lang gesloten was. De man deed de melding destijds als onderdeel van zijn werk en niet om een misstand aan de kaak te stellen volgens de klokkenluidersregeling. De gemeente stopte in 2006 met het storten van grond op de stortplaats.
Ontslag
In de jaren voor de rapportage over de stortingen speelden meerdere arbeidsrechtelijke conflicten tussen de ambtenaar en zijn werkgever. Daarna raakte de arbeidsrelatie steeds verder verstoord. Uiteindelijk volgde in 2009 ontslag. Dit is bevestigd in verschillende zaken bij de bestuursrechter en bij de Centrale Raad van Beroep.
Geen klokkenluider
Tijdens de ontslagzaak kwam de melding niet ter sprake, maar begin 2010 stuurde de medewerker meerdere brieven naar de gemeenteraad over de kwestie. Het college van B en W stelde toen al dat het niet ging om een maatschappelijk misstand, maar om een individuele ambtenaar die het niet eens is met besluiten die jegens hem zijn genomen. Hij was volgens het college geen klokkenluider. En dat vindt het Huis voor Klokkenluiders dus ook. ‘Het Huis heeft geen causaal verband vastgesteld tussen het ontslag en de meldingen.’
De Majjem says
Vorige week vond een commissievergadering in de Tweede Kamer plaats over het Huis voor Klokkenluiders. Daar werden zowel door verschillende Tweede Kamerfracties als de minister erkent dat het Huis niet functioneert zoals het hoort, en o.a. de adviezen die in het rapport Ruys werden vermeld in 2018 , niet door het nieuwe bestuur van het Huis zijn opgevolgd, met als resultaat een compleet disfunctionerende instantie die 3 jaar en 9 miljoen euro verder, klokkenluiders alleen maar verder beschadigt.
Het voorstel om de Nationale Ombudsman bij een herinrichting van het Huis te betrekken alsmede aanpassing van de wet, werd door iedereen omarmt, behalve het bestuur van het Huis. Opdoeken, en snel.