De rechtszaak tegen de van corruptie verdachte Roermondse politicus Jos van Rey (oud-VVD), die eigenlijk eind 2015 zou plaatsvinden, begint vandaag. De rechtbank in Rotterdam spreekt zich echter pas volgende week eventueel uit over de vraag of zij bevoegd is te oordelen over de ambtsmisdrijven waarvan de Roermondse politicus Jos van Rey (70) verdacht wordt. De vraag is of de Hoge Raad de ambtsmisdrijven niet moet behandelen.
De oorzaak van de vertraging is het grote aantal getuigen (55) dat moest worden gehoord.
De oud-wethouder wordt verdacht van het aannemen van smeergeld, het ronselen van stemmen en verstrekken van vertrouwelijke informatie aan partijgenoot Ricardo Offermanns om hem te helpen bij zijn sollicitatie naar het burgemeesterschap van Roermond. Bovendien wordt Van Rey verdacht van het witwassen van 175.000 euro.
Update Hoge Raad
De rechtbank in Rotterdam spreekt zich pas volgende week eventueel uit over de vraag of zij bevoegd is te oordelen over de ambtsmisdrijven waarvan de Roermondse politicus Jos van Rey (70) verdacht wordt. De vraag is of de Hoge Raad de ambtsmisdrijven niet moet behandelen.
Van Rey was ten tijde van de start van de vervolging immers lid van de Eerste Kamer. In het onderzoek kwam onder meer een afgeluisterd telefoontje van Van Rey naar voren over de burgemeestersbenoeming in Roermond. Op dat moment was de oud-wethouder van Roermond tevens lid van de Eerste Kamer.
In artikel 119 van de Grondwet, waarin ambtsmisdrijven worden behandeld, staat: ,,De leden van de Staten-Generaal, de ministers en de staatssecretarissen staan wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hun aftreden terecht voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven bij koninklijk besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer.”
De rechtbank laat het aan het Openbaar Ministerie en de verdediging of over dit formele punt moet worden beslist.
Uiterlijk 7 juni moet de inhoudelijke behandeling van de zaak zijn afgerond.
Geef een reactie